De film handelt over de eerste paar jaren van z'n carire als hoofd van de band en eindigt met het abrupt eindigen van z'n tour door Amerika door een gebrek aan amfetamine. Het is dan ook vreemd dat de film begint met Broods zelfmoord, alsof hij na z'n gloriedagen eigenlijk niets meer heeft gepresteerd. Niet Brood speelt de hoofdrol, maar z'n manager, de markante, kaalhoofdige Koos van Dijk, die in al z'n goedheid maar achter het loslopende projectiel dat Brood heet aanrent en telkens z'n reet redt. Dat levert dan af en toe grappige situaties op, maar die paar lachjes worden gesmoord door het verder trage verloop van de film.
Brood zelf komt eigenlijk nauwelijks uit de verf, maar ik weet niet of ik daar Danil Boussevain de schuld van moet geven. Misschien was hij werkelijk zo ndimensionaal als hij hier wordt neergezet. Van het ondeugende kleine kind dat ik herkende in z'n laatste levensjaren op TV zag ik in elk geval niets, maar vermoedelijk was hij in die tijd nog niet zo ver heen. Gelukkig ging er een leuke zondag aan vooraf en bekeek ik de film met een broodfanvriend. Mijn tip: koop Street, Shpritsz en Saturday Night Live, en laat deze film een stille dood sterven!