Maar dit keer komt het wel heel dichtbij. Toen ik in 1997 natuurkunde ging studeren in Nijmegen had Geim net een paar maanden eerder z'n eerste kikker in Nijmegen laten zweven. Vanaf dat moment was Geim natuurlijk bij elke natuurkundestudent aan de toenmalige KUN wereldberoemd, helemaal toen hij er later de IgNobelprijs voor kreeg. Ik kende Geim en Novoselov niet persoonlijk, herkende ook alleen Geim van gezicht. Maar als Nijmeegse natuurkundestudent en later als Amsterdamse promovendus met als een van mijn onderzoekshypotheses dat hetzelfde fenomeen dat de kikker deed zweven, ook de snelheid van de groei van vloeibare kristallen beïnvloedde (gemeten in datzelfde magnetenlab en met een promotor wier man de directeur van dat magnetenlab is), ken ik natuurlijk genoeg mensen die gezellig een boterhammetje aten met de toenmalige toekomstige Nobelprijswinnaars. De postdoc Oleg die de inspiratie voor het gebruiken van het plakbandje was, ken ik bijvoorbeeld wel (als ik tenminste de goede Oleg voor me heb, het stikt van de Russen ).
Zoals gezegd, Nobelprijzen worden meestal uitgereikt aan ontdekkingen die al heel lang geleden gedaan zijn. Maar ik was nog net geen jaar bezig met mijn promotie toen grafeen ontdekt werd. Mijn promotor was toentertijd al een paar jaar zowel in Nijmegen als in Amsterdam bezig met simulaties van koolstof. Een postdoc van haar had een "local bond order" potentiaal uitgevonden en in Nijmegen deed iemand daar simulaties van een atomic force microscoop op grafiet mee. In Amsterdam was mijn toenmalige buurman bezig om een faseovergang tussen "vloeibaar grafiet" en "vloeibaar diamand" te zoeken met die potentiaal (al zou je dat soms niet zeggen ), iets waar Francesco, mijn latere buurman, trouwens later mee door is gegaan. Mijn promotor en Geim kenden elkaar goed, dus toen ze hun experimentele ontdekking deden was er meteen een fatsoenlijke potentiaal voor handen om grafeen mee te simuleren. De nieuwe, Russische groepsleider van de vaste stoffysicagroep in Nijmegen, aangesteld net nadat ik mijn stage daar had afgerond, was ook gelijk de eerste theoreet die deze experimentalisten hielp met de theorie achter hun vinding. Hij staat nog in de acknowledgements van mijn "eerste échte artikel". Hoe dan ook, vrijwel de hele tijd dat ik PhD-student aan de UvA was waren mijn promotor en haar (en mijn oud-) collega's bezig met het "prijswinnende" grafeen.
Wat ik zo stoer vind is dat die Nobelprijs is uitgereikt voor een ontdekking die gedaan is tijdens mijn eigen korte wetenschappelijke carriëre, binnen, nou ja, binnen is overdreven, maar in elk geval aan de rand van mijn piepkleine wetenschappelijke netwerkje. Al die tijd besefte ik me totaal niet dat dit zo'n bijzonder spul was dat je er zelfs een Nobelprijs mee kon winnen. Ik had sowieso geen kaas gegeten van quantum electrodynamica, praatjes over gekke bandstructuren in oppervlakten van materialen, altijd door Russen trouwens, lieten mij gegarandeerd inslapen, dus ik kon grafeen zeker niet op z'n quantummechanische waarde schatten. Bucky balls waren ín toen ik natuurkunde begon te studeren, úit toen ik Nijmegen verliet. Carbon nanotubes waren hot. Molecular wires, in de vorm van een soort 1D grafeen waren geloof ik ook aardig state of the art. Grafeen leek dus niet veel specialer dan de nieuwe materialen die in mijn promotietijd onder de loep werden genomen. Maar misschien is dat ook wel hoe revolutionaire wetenschap werkt: je moet ermee opgroeien om het te accepteren, en als je ermee opgegroeid bent, neem je het voor lief.
Het geeft hoop. Je kunt aan de RU, aan de UvA, aan de TU, als je goed bent, als je geluk hebt, als je hard werkt, een Nobelprijs winnen. En als jij het niet kan, misschien een vriend, of een vriend van een vriend, of een vriend van een vriend van een vriend...
Volgens Wikipedia zijn er sinds 1955 officieel 41 oudste mensen gestorven. Gemiddeld verwacht je dus dat elke 1.3 jaar een oudste het loodje legt. Het is natuurlijk geen mooie normaalverdeling. Soms zit er maar een maand tussen, zoals bij Kiet Portier-Tan (21-04-63, NL) en Margarethe Zinndorf (25-05-63, DE), andere keren moet je meer dan negen jaar wachten, zoals tussen Niwa Kawamoto (16-11-76, JP) en Shigechiyo Izumi (21-02-86, JP). Gelukkig voor journalisten heb je in het laatste geval altijd nog de verjaardag van de oudste persoon, of het sterven en de verjaardagen van de oudste hond, de oudste man, de oudste van het continent, land, provincie/staat of stad om je voorpagina mee te vullen. Want waarom is de sterfte van de oudste persoon ter wereld CNN-voorwebpaginanieuws?
De berichten zijn immers eigenlijk altijd hetzelfde: Ze (10.8:1 is vrouw) was geboren in achtienhonderderdnogwat, heeft historisch figuur A nog gekend, ontmoet, of toch op zijn minst de kans gehad een keer onwetend aan hem of haar voorbij te zijn gelopen in een drukke winkelstraat. Ze heeft die en die oorlog meegemaakt en zus en zo historische gebeurtenis doorstaan. Ze was zelfs in leven toen... Enzovoort. Kortom, met haar sterft een "stukje" geschiedenis. Helaas voor deze mevrouw was op Obama stemmen het interessantste dat ze volgens de journalisten in haar ellenlange leven heeft gedaan en dat was alweer genoeg celebrity voor een overlijdingsbericht.
Maar de belangrijkste vraag die beantwoord moet worden is natuurlijk hoe ze het tot 110+ heeft gebracht? Hoe worden wij ook zo oud? Òf ze leefde een ascetisch leven met veel bidden en zonder drank, drugs, sigaretten of sex, waardoor je de ene helft van de telegraaflezers zelfgenoegzaam "zie je nu wel" ziet denken, òf ze dronk als een V8, rookte als een ketter en was het viagradistributiecentrum in haar bejaardentehuis, waardoor de andere helft een opgeluchte zucht van verlichting kan slaken. Deze mevrouw bijvoorbeeld, had voor haar leeftijd een mooie, strakke huid. Niet door smeerseltjes natuurlijk, maar gewoon door haar gezicht in koud water te wassen. Slechte reclame voor l'Oreal en Nivea, maar wel een top tip van gene zijde!
De wetenschap is er nog niet helemaal over uit hoe je zo oud kunt worden. De statistieken zijn zwak. Pas sinds halverwege de jaren zestig is het aantal 110+ers geëxplodeerd, dus veel 110+ers en hun sterfgevallen zijn er nog niet om mee te werken. In het jaar 2000 waren er bijvoorbeeld 169 mensen 110 jaar of ouder, met maar 6 mensen in het exponentiële staartje van 116 tot 122 jaar (en de huidige oudste is "maar" 115!). Hoe ouder hoe beroemder en bekender, dus wordt het aantal relatief jonge stokouden vermoedelijk onderschat en geboortecertificaten uit de achttiende eeuw zijn niet altijd voor handen of zelfs maar betrouwbaar. Toch is voorzichtigjes al de conclusie te trekken dat stokoude mensen niet uitzonderlijk sterk, maar juist behoorlijk zwak zijn: ze sterven veel meer door invloeden van buitenaf (de winter) dan jongere bejaarden, blijkt. Als je eenmaal die honderdtien jaar hebt bereikt is het dus zaak jezelf op te laten nemen in het beste klimaatgecontrolleerde bejaardentehuis dat je kunt vinden en jezelf als museumstuk te laten behandelen. Hmm, misschien toch maar niet 110 worden dan.
"Wasilla's all I saW"
Mooie samenvatting van alle problemen rondom Palin (met dank aan De Don)
Het boekje gaat niet erg diep en leest makkelijk weg. Voor iemand die de evolutietheorie accepteert en er nog wel eens over discussieert kan het een welkome aanvulling op het arsenaal aan argumenten zijn. Het zal echter maar weinig twijfelaars overhalen en vermoedelijk geen enkele creationist. Dat zou fundamentalistisch geloof volgens mij gewoon te veel aantasten. Ook leunt het te veel op de status van de wetenschap en anti-evolutionairen moeten het vooral hebben van de "controverse" en de reputatie van wetenschappers als onethische lieden die de waarheid graag wat aandikken om fondsen te werven. Datzelfde zie je bij global warming. Al schrijft elke grote wetenschappelijke instelling of vereniging ter wereld dat global warming door mensen veroorzaakt wordt, dan haal je daarmee nog niemand over die het tegenovergestelde gelooft. Dat is echter precies wat dit boekje probeert.