Ik had het al opgegeven toen Edith het passen op mijn fiets wel welletjes vond en besloot in te grijpen. Nog een keer terug naar mijn kamer, nog een keer "waar ben je geweest", de C1000 bellen omdat ik hem daar het laatst gebruikt had, twee kamers identificeren waar ik niet meer naar binnen kan, maar waar hij wel zou kunnen liggen, de pasjes blokkeren en vervolgens naar het A-gebouw alwaar mijn lieftallige collega me door een betaalkaartloze zeven werkdagen heen kon pinnen. Ik was er helemaal klaar mee, maar vrouwelijke vastberadenheid besloot dat we toch nog even met één van de beveiligingsmensen een ronde langs de afgesloten kamers moesten maken. En daar lag hij hoor, alsof hij van niets wist keek hij me aan vanaf mijn vaste plek op Arjens, Dirks, Everts en Elskes bank. Een pak van m'n hart, en een dikke pakkerd voor de vriendelijke beveiliging en een volhardende Edith !