Een eendenpiemel is niet hetzelfde als een zoogdierpiemel. Zo leeft de piemel het grootste deel van de tijd binnen het lichaam van de mannetjeseend, vult het zich met lymphenvloeistof tot een lange kurkentrekkervorm, en wordt het sperma niet door een centrale buis, maar langs een spiraalvormige groef richting vrouw verplaatst. Dat bepaalde Argentijnse eenden joekels van piemels hebben,
wist u natuurlijk al, maar de reden hiervoor werd door de heren wetenschappers eigenlijk nooit bij het vrouwtje gezocht. Nee, mannen houden van competitie — getuige in het openbaar op televisie jankende Alkmaarders toen AZ de schaal aan zich voorbij liet gaan — en de correlatie tussen de piemelgrootte van een eendensoort en de verkrachtingsfrequentie werd dan ook altijd gezocht in een competitie tussen mannetjes om hun zaad zo dicht mogelijk bij het eitje af te leveren. Er was een
vrouw voor nodig om de simpele vraag te stellen: "Wat een joekel, waar laat zo'n vrouwtjeseend dat?".
De heren biologen waren zo gebiologeerd door het groots tussen de flippers, dat ze de vrouwtjeseend helemaal vergaten. En wat blijkt? Hoe groter en vreemder de piemel van de mannetjeseend, hoe complexer het oviduct (het vaginaequivalent in vogels) van het vrouwtje. Zo draait de vrouw van binnen soms ook als een kurkentrekker, en lijken enkele eendendames van binnen zelfs een beetje op een doolhof, met veel zijingangen die doodlopen. Draait het mannetje rechtsom, draait het vrouwtje fijn linksom en natuurlijk vice versa. Het vrouwtje heeft zichzelf dus effectief een soort verkrachtingsbevruchtingsbeveiliging ontworpen, waardoor alleen de mannen die er echt de tijd voor nemen (en van het vrouwtje de tijd krijgen, want de vrouwtjeseenden zijn eigenlijk wel monogaam), een fatsoenlijke kans krijgen om vader te worden.
Een mooi voorbeeld van hoe een vrouw de wetenschap kan helpen door buiten de doos te denken .