Ik ging ongeveer als volgt te werk: een soepkip van 1.5 kilo in een pan met ruim, koud water (zo'n vijf liter, maar liever meer). De kip onder duwen met bijvoorbeeld een zware metalen stoommand en het water langzaam, heel langzaam aan de kook brengen, maar het nooit tot een "rolling boil" laten komen. Het eerste uur het schuim van het water afhalen met een zeefje of een schuimspaan en pas de overige ingrediënten toevoegen als je zeker een kwartier geen schuim meer hebt gezien. Dan toevoegen: een grote ui, 3 of 4 worteltjes, 4 stengels bleekselderij, het wit van een prei, een stuk of twintig peperkorrels, paar jeneverbessen, 10 takjes tijm, 10 takjes peterselie, paar blaadjes laurier, beetje foelie, twee teentjes knoflook en alles wederom onderduwen met de zeef. Zachtjes laten borrelen en af en toe water dat verdampt is aanvullen. Na een uur of vijf a zes, als het oude kippenvlees wel gaar is, haal je het borst, dij en pootvlees van de kip (dat bewaar je), en doe je het karkas weer terug. Koken tot de botten broos zijn, of je het helemaal zat bent (bij mij waren de botten na 10 uur nog niet broos ). Dan de bouillon filteren door een zeef bedekt met kaasdoek, en in de koelkast laten afkoelen. Vet (schmaltz) erafpakken, en klaar is Kees.
Smaakt het tijdens het koken niet zo bijzonder? Dan kan dat kloppen, er zit nog geen zout in . En m'n volgende culinaire experiment? Ragout van biologische lamstongetjes, ik ben reuze benieuwd .