Vandaag, zoals ik u en mezelf beloofd had, maar eens Den Haag met een toeristisch bril onder handen genomen. Ik had me voorgenomen één van de wandelroutes in mijn toeristische gidsje te gaan lopen, maar bij nader inzien bleek dat boekje niet bepaald voor mij geschreven (en ik heb gisterennacht een lekke band gekregen, dus ik wilde vanaf huis beginnen). Het boekje is door een Nederlandse vrouw, type Sex and the City, in het Engels geschreven (zonder tussenkomst van native speaker) en van de 35 aandachtspunten op de route zijn er 3 bezienswaardigheden, 1 \"leuk om te doen\" en maar liefst 31 bouti[ek/que]jes en uitgaansgelegenheden. Hoezee! De vermelding van een Portugese speciaalzaak tegenover een kookwinkeltje bracht me echter wel op een idee. Wat me Amsterdam steeds meer deed waarderen, was dat ik precies wist waar, in welk leuke, kleine winkeltje, ik welk obscure ingrediënt kon scoren. Een uurtje Googelen op delicatesse- en kookwinkels en ik had mijn eigen wandeling al gauw op poten.
Mijn standaard wandelroute de stad in loopt via de Weimarstraat: Een lange winkelstraat iets ten noorden van mijn huis, die in een rechte lijn en onderbroken door drie cirkelvormige pleintjes in noordoostelijke richting het centrum in loopt. Hier had ik al langer een fantastische natuurwinkel (die IJ-bier verkoopt!) en een fijne viswinkel gevonden, dus die slaan we vandaag over. Bij het laatste pleintje rechts zit Casa Bocage, een Portugees winkeltje die niet bestaat omdat het zo hip is, maar omdat er blijkbaar genoeg Portugezen in Den Haag wonen om dit expatwinkeltje winstgevend te houden. Ik was de enige Hollander binnen en heb er chorizo voor in mijn Caldo Verde (groene/boerenkoolsoep) gekocht. Dat straatje uitlopen en je komt op de Piet Heinstraat, één van mijn toekomstige lievelingsstraatjes. Vrijwel elk winkeltje hier is bijzonder. De Britse expatwinkel voor al uw Twinningsthee, Heinzproducten in blik (cock-a-leekie soup anyone?), bakproducten en natuurlijk clotted cream. De Balkansupermarkt waar ik Slowaakse Krainerwurst heb gekocht (een knoflookworst van varkensvlees, rundvlees en spek), een slijterij gespecialiseerd in Jenever en daar tegenover een Russische supermarkt genaamd Moskou. Aan het eind van de straat, net voor je afslaat naar de Paleistuin (door Google Maps ook wel de Paleis Tuin genoemd) zit Italy, het walhalla voor de pastaliefhebber. Ze hebben de grootste verzameling De Cecco pasta's die ik ooit gezien heb (ik zocht al zo lang naar orrechietti en miste mijn bucatini ontzettend) die de helft in beslag neemt van de indrukwekkende vijf bij twee meter grote pastamuur. Ze verkopen meer soorten salami dan ik ooit ergens anders gezien heb, verkopen zoete en pittige verse worst voor in de risotto of de pastasaus, pancetta (maar geen guanciale), hebben een aparte wijnafdeling, en zijn traiteur. Aanrader!
Omdat ik toerist ben moet ik ook de saaie dingen doen. Dus de Paleis[t/ T]uin. Wat een totaal zinloze bedoeling! Een suf parkje met veel gras, een meertje, wat lelijke, moderne kunstvoorwerpen, en de totaal niet indrukwekkende achterkant van het Paleis Noordeinde bewaakt door twee totaal niet indrukwekkende marrechauses. Gelukkig komen we hierna het mooiste stukje van Den Haag binnen: Prinsestraat/molenstraat. Met En Garde, een iets te pretentieuze kookwinkel alla Duikelman, maar helaas kleiner, A Pipa, een Portugese speciaalzaak die ik maar overgeslagen heb, de Italiaanse deli La Strada en de Italiaanse lunch/paninizaak Sapore (Panini Coppa, jummie!!). Mijn Porkert gehaktmolen heeft twee nieuwe bladen, mijn buik is vol, en ik kan vol goeie moed aan de terugweg beginnen. Via de Lyonaise Traiteur Le Gone natuurlijk, en een Italiaanse deli waarvan ik de naam ben vergeten .
Goed, ik heb er dan al een kilometer of vijf opzitten, echt toeristisch voelt dat culinair shoppen niet. Ik had u toeristisch beloofd. Een museum, geen toeristisch dagje zonder museum! Panorama Mesdag was nog een uurtje of twee open, ik was in de buurt, had er als kind veel over gehoord, en dacht: waarom ook niet. Zes euro, als dit niet goed is... En inderdaad, het begint crap. Meneer Mesdag is helemaal niet zo'n goeie schilder. Weinig spannende portretten, zeezichten met weinig contrast, saai stilleventje, het twintigtal schilderijen waar je eerst langs moet doen niet veel goeds vermoeden. Ook de dertigtal aquarellen in een zijzaaltje zijn absoluut niet aan mij besteed. Maar dan loop je die trap op naar het uitkijkplatform en schrik je. "Immersive" noemen de Engelsen het. Een immens schilderij, 120 meter lang, 14 meter hoog, is als een cilinder met een diameter van 40 meter om een klein, omheind strandpaviljoentje gebouwd. Het dak van het strandpaviljoen ontneemt je het zicht op de bovenkant van het schilderij, de iets meer dan 10 meter zand om je paviljoen die van de onderkant, dus het duurt even voor je in de gaten hebt dat het een schilderij is. Niet dat alles levensecht is geschilderd. Het duingras lijkt met een roller geschilderd, de rode huisjes van Scheveningen zijn te roodbruin en hebben te weinig detail, maar alles is wel in de juiste proporties. Het is zoveel indrukwekkender dan een 3D bril op je computer aansluiten, 3D Imax films, of zelfs die meebewegende vliegsimulator in het wetenschapsmuseum te München. En dat aan het eind van de 19e eeuw! De eerste vijf minuten kon ik alleen maar glimlachen, het moet maanden geleden zijn dat ik zo onder de indruk was. In werkelijkheid veranderen dingen van relatieve grootte als je dichterbij komt, in zo'n panorama verandert natuurlijk alles even snel, dus als je loopt voel je je even heel gek, alsof de natuurkunderegels er ineens geen zin meer in hebben; je zou er zeeziek van kunnen worden. En natuurlijk staat de werkelijkheid niet stil, en is er ook niet zo veel tegelijkertijd te zien. Je blijft nieuwe dingen zien, een toesnellende stoomlocomotief, een dame onder een parasol, een vechtend paartje. Dat men in de 19e eeuw het concept "virtual reality" al zo goed onder de knie had!
Eenmaal bij het panorama Mesdag is het Vredespaleis ook in de buurt, en als echte toerist, ookal doen de voeten nog zo'n pijn, kon ik een kleine omweg niet weerstaan. Best een mooi paleis, maar gek genoeg is dat vredesmonument dat buiten de poorten ligt en waar elk land letterlijk zijn eigen steentje heeft bijgedragen, veel indrukwekkender, al snap ik de symboliek niet zo, mij lijkt het te veel op een grafmonument, en ik hoop dat ze oorlog, niet vrede begraven. Al met al een flinke wandeling