Een paar keer per jaar wordt de maandmeeting op kantoor vervangen door een maandmeeting buiten de deur. Als je pech hebt in het midden van het land in zo’n vreselijk ongezellig congresgebouw. Altijd in een veel te grote zaal, altijd hetzelfde lopend buffet met sneetjes stokbrood, aardappelsalade en beenham. Ongeveer eens per jaar hebben we geluk. Dan gaan we naar een echt restaurant waar je niet met je bord hoeft te leuren als een straatmuzikant met zijn pet. Morgen bijvoorbeeld, bij “Minang Kabau Baru”. Aangekondigd met de geweldige woorden: “Dit keer geen Chinees, maar een goede Indonees!”. Alsof er in Nederland, buiten de “Chinatowns” in Amsterdam, Rotterdam en Den Haag ook maar enig verschil tussen een Chinees en een Indisch restaurant bestaat .
Maar klopt wat ik zeg eigenlijk wel? Ik weet dat veel van de eigenaren van Chinese restaurants uit Hong Kong afkomstig zijn, dat ik op vakantie in het buitenland vrijwel geen enkel gerecht op de kaart van een Chinees restaurant herken en ik weet dat dat komt omdat de meeste gerechten die wij als Chinees herkennen een Indonesische naam dragen. Maar zijn de Indisch klinkende gerechten wel Indisch?
Tristan Mostert schreef er een erg interessant artikel over dat kort samengevat het volgende beweert: Chinees-Indisch is in de jaren 50 door slimme Chinese restaurateurs uitgevonden om de Hollander in hun restaurants te krijgen. Men nam de Nederlands-Indische gerechten (op zichzelf al weer anders dan de Javaanse keuken, omdat het meer Nederlandse, Chinese en Portugese invloeden bevatte) die vanwege het koloniale verleden al bekendheid genoten en maakten ze geschikt voor de Hollandse smaak. De Indische restaurants wilden hun trotse keuken niet aanpassen aan de kaaskoppensmaak, maar de Chinese koks hadden daar natuurlijk geen moeite mee; het was immers niet hun keuken. Men vergrootte de porties, verminderde de scherpte, verving exotische ingrediënten voor Europese substituten en kookte het op een minder gecompliceerde, snellere, Chinese manier in plaats van op de Indonesische manier. En dat sloeg aan. Het sloeg zelfs zo goed aan dat we in Nederland denken dat we Chinees krijgen als we naar de Chinees gaan. Niets is minder waar: de Chinees-Indische keuken is zo Nederlands als erwtensoep en Hemaworst en nergens anders ter wereld te krijgen. En het is nog lekker ook! Dus misschien had ik die twee Italianen naast me in het vliegtuig naar een goudeerlijke, oer-Hollandse Chinees moeten sturen, toen ze me vroegen welke Hollandse gerechten ze allemaal móesten proberen!