Tijdens sommige delen van je slaap zijn de ledematen verlamd om te voorkomen (denk ik) dat je niet uitvoert wat je aan het dromen bent. Soms loopt echter het in slaap vallen niet helemaal synchroon met het verlammen en verslappen van de spieren, zodat je al verlamd bent voor je daadwerkelijk in slaap gevallen bent. De verlamming wordt dan bewust meegemaakt en geeft soms het gevoel dat je lichaam aan het vallen is; vaak schrik je van het vallen dan weer helemaal wakker. Als dit effect optreedt tijdens een dagdroom, bijvoorbeeld tijdens een saai praatje, dan zou het gevoel kunnen lijken op een bijna dood ervaring. Het sterke licht wordt dan verklaard door het feit dat je maar half in slaap bent gevallen en nog steeds in staat bent om te zien, het dromerige gevoel omdat delen van je hersenen al wel in een droomtoestand zijn.
In een vergelijkend onderzoek tussen een groep van 55 mensen die een BDE hadden gehad tijdens een traumatische gebeurtenis en een groep van 55 mensen die nog nooit een BDE hadden ondergaan komt naar voren dat de bijna doders veel vaker minstens één keer een geval kunnen melden waarbij werkelijkheid en droom door elkaar heen liepen. Hieruit zou je kunnen concluderen dat, om een bijna dood ervaring te kunnen krijgen, er iets mis moet zijn met het mechanisme dat je slaap reguleert.