Ik vermoed dat mijn fascinatie is ontstaan rond de tijd dat Honneponnetje uit kwam. In deze film riep Nada van Nie "Neuken!?" in een tram vol oude dametjes. Zo'n leuk, jong, onschuldig meisje, en dan zo'n grof woord in de mond nemen, daar moest wel ophef over ontstaan. En dus werden reporters het land ingestuurd om toevallige voorbijgangers te vragen of ze "neuken" een vies woord vonden en waarom. Vrijwel iedereen vond het natuurlijk maar een ranzig woord, maar waarom het zoveel smeriger was dan vrijen of de liefde bedrijven, daar, tja, daar hadden ze niet over nagedacht. Het domste antwoord is me altijd bijgebleven. Een vrouw van zo rond de veertig antwoordde dat "neuken" gewoon een lelijk woord was. Het klonk zo vies. "Dus u vindt keuken ook een vies woord?", vroeg de reporter bijdehand. Waarop de vrouw, die hopelijk inzag dat ze keihard door de mand was gevallen maar nu niet meer terug kon, "ja, keuken is ook een vies woord" antwoordde.
Nu ben ik inmiddels een beetje afgedwaald, maar deze blog was eigenlijk bedoeld om het interessante stuk "Why we curse. What the F***?" dat Steven Pinker in The New Republic" heeft geschreven, aan de man (en aan de vrouw, voor alle tuinbroekendragers) te brengen. Steven Pinker is psychologieprofessor in Harvard en heeft nog veel meer interessants gepubliceerd, o.a. in de LA Times, NY Times, The Times, Time, Slate en zelfs Nature. Ook is er pas een nieuw boek van hem uit waar ik wel benieuwd naar ben, na het lezen van dit artikel.
Mooie gezichten zijn dus magnetisch, en magnetisme kun je meten moeten de auteurs van het artikel Can't Take My Eyes off You: Attentional Adhesion to Mates and Rivals hebben gedacht. Een stel heteroseksuele studenten werd voor een scherm gezet waarop eerst voor een seconde een X te zien is, dan voor een halve seconde in één van de kwadranten een foto van een mooie man, een mooie vrouw, een gemiddelde man of een gemiddelde vrouw, en vervolgens een cirkel of een vierkant in een ander deel van het scherm. Het was de taak van de proefpersoon om zo snel en accuraat mogelijk na te gaan of ze een cirkel of een vierkant aangeboden kregen. De tijd die er nodig is om van het gezicht weg te kijken en de vorm te identificeren is dan letterlijk een maat voor de aantrekkingskracht die van het gezicht uitgaat.
Bij het lezen van het artikel blijkt maar weer eens dat korte samenvattingen in populair wetenschappelijke bladen nogal kort door de bocht zijn. Daarin wordt bijvoorbeeld gesteld dat vrijgezellen vooral lang kijken naar aantrekkelijke exemplaren van het andere geslacht en dat gebondenen uit jaloezie vooral naar mooie figuren van hetzelfde geslacht blijven kijken. In het artikel zelf lijkt daar geen sprake van te zijn en ligt het allemaal veel ingewikkelder. Daar moet je de vrijgezel toch eerst geil maken voordat hij anders reageert, en moet je mensen in een relatie eerst jaloers zien te krijgen. Al met al valt me het attention-adhesioneffect een beetje tegen. De gemiddelde reactietijden zijn zo rond de 520±150 ms, terwijl de spreiding tussen de verschillende groepen en tussen mooi/niet mooi en man/vrouw vaak nog geen 30 ms is. Alleen de geilgemaakte vrijgezellen doen het goed, met een extra 100ms reactietijd. Dus al wordt de suggestie gewekt dat Esmarel hierboven bij mij een reflex teweegbrengt, lijkt me die 100ms extra wel heel weinig om mijn gestaar te verklaren .
Toen ik al surfend op digg een verzameling meest afgelegen, bewoonde eilanden vond, combineerde ik die aantrekking tot eilanden met m'n huidige grootste hobby en kwam ik al gauw op het eilandje in de lijst terecht, waar ze in elk geval internet hebben. Pitcairn, een eilandje van 5 vierkante kilometer in de Grote Oceaan, halverwege Paaseiland en Tahiti. Het behoort toe aan het Verenigd Koninkrijk en veel van z'n inwoners stammen rechtstreeks af van de achttiende eeuwse muiters van het schip "the Bounty". Pitcairn heeft zelfs z'n eigen top level domain: .pn. Een leuk detail: waar haalt een superklein landje zoal z'n geld vandaan? Uit de verkoop van postzegels aan postzegelverzamelaars natuurlijk .
Als je denkt dat een klein, Noord Hollands dorpje al verstikkend is, dan zul je je op Pitcairn wel helemaal niet prettig voelen. Met 48 inwoners uit 9 families is het 't kleinste rechtsgebied ter wereld, en met 5300 kilometer afstand tot het dichtstbijzijnde vaste land is het er niet eenvoudig ontsnappen. Maar met Pitcairn is meer aan de hand. De toenmalige burgemeester en nog zeven mannelijke eilandgenoten verspreid over drie generaties — half de volwassen, mannelijke bevolking — zijn in 2004 aangeklaagd voor maar liefst 55 zedendelicten. Deze zouden zich over de laatste 40 jaar hebben uitgespreid en het zou vooral om verkrachtingen en aanrandingen van minderjarigen gaan. Acht vrouwen getuigden, maar vermoed wordt dat dit niet de enige slachtoffers zijn. Zoveel mannen werden aangeklaagd, dat tijdelijk zelfs een vrouw, de zus van één van de beklaagden, voor het eerst in de geschiedenis van Pitcairn burgemeester werd. Gelukkig werden twee mannen niet veroordeeld, zodat Pitcairn nu gewoon weer een mannelijke burgemeester heeft .
Stel je voor. De helft van de volwassen mannelijke bevolking is een veroordeeld zedendelinquent en de helft van de vrouwelijke bevolking is door hen verkracht. En in de twee jaar dat deze zaak liep, zat niemand van de beklaagden vast. Dat noem ik nog eens een broeikas! En al roept Colleen McCullough "It's Polynesian to break your girls in at 12", dan is het nog steeds vreemd dat a) de halve vrouwelijke bevolking er zodanig over klaagt dat er een rechtszaak van komt en b) dat er ook zedendelicten werden gepleegd met nog veel jongere meisjes.
Normaal hebben twee mannetjes die kort na elkaar met hetzelfde kwartelvrouwtje van bil gaan evenveel kans om de vader van haar kroost te worden. Laat men nu ieder van vijf opeenvolgende wilde nachten voorafgaan door een kort verpozen in een speciaal ingerichte kamer, dan associeert het mannetje deze ruimte met "vozen-in-het-verschiet" en presteert hij het de zesde keer om maar liefst in 72% van de gevallen de vader te worden, tegenover de magere 28% kans die het niet-geconditioneerde heerschap moet aanvaarden.
De conclusie die men in Science trekt is dat het Pavlov-mannetje in de anticipatie van deze amoureuze aangelegenheid iets met z'n sperma uitvogelt, bijvoorbeeld de concentratie zwemmertjes of het volume verhoogt. Maar kan de verklaring niet veel eenvoudiger? Is het niet logischer om aan te nemen dat het mannetje dat níet zes dagen lang aan z'n zelfverzekerdheid met het schonere geslacht heeft mogen werken, zich gewoon een hoedje schrok toen hij dat gewillige schoon daar plotseling zo smachtend op hem zag wachten? Is het niet mogelijk dat deze overrompelde, minder ervaren knaap hierdoor gewoon slecht presteerde onder de lakens en dat hij daardoor wat van zijn zaad verprutste tijdens z'n gepruts?