Deze maand ging alles ineens in de stroomversnelling. Door de loopbaanoriëntatiecursus werd ik met de neus op de feiten gedrukt dat ik toch echt een baan moet gaan zoeken en ik heb al iets heel interessants op het oog. Het eerste genetwerk is al begonnen en Ans kan trots op me zijn. Deze week de gevreesde thesis.tex voor het eerst geopend en al m'n artikelen plus een appendix erin geplempt. 68 pagina's al, dat schiet lekker op! Vandaag de eerste draft van m'n vierde artikel met Annalisa afgerond en naar Peter, de derde auteur, gestuurd. Ook hebben we besloten dat een verhaal dat niet binnen de vier pagina's paste (de eis voor een zogenaamde "letter") z'n eigen short communication krijgt. Als het tenminste daadwerkelijk waar is dat iedereen tot nu toe zoiets compleet triviaals over het hoofd heeft gezien en als ik tijd genoeg heb.
Natuurlijk zal ik de laatste maand nog flink in de stress zitten, maar voorlopig houd ik het binnen de perken.
Update
Peter had maar een paar opmerkingen. Vond het wel een mooi verhaal geloof ik. Morgen nog even hard buffelen en dan hopelijk woensdag opsturen naar PRL.
Update 2
Donderdag nog 1 keer doorlezen op spelfouten en dan kan artikel vier de deur uit! Meteen maar eens m'n promotie aanvragen op de Kruislaan. Ik heb eindelijk m'n diploma opgespeurd en Annalisa's handtekening binnen .
Update 3
Artikel 4 is de deur uit .
Nu ben ik geen ervaren muziekcriticus. Ik kan hooguit goed klagen over muziek die ik uiterst ruk vind (ja kutmuziek, u weet wie u bent!). Dus moet ik het anders aanpakken. Goed. Stel je voor ik heb helemaal nergens zin in. Ik zit onderuit gezakt op m'n stoel een beetje te surfen en zie er al drie uur tegenop om m'n was naar de wasserette te brengen. Ik open het openingsnummer van mijn nieuw aangeschafte album en na vijfenveertig seconden begint de gitaar te spelen. Vanaf toen ging het snel; voor het nummer uitgespeeld was, stond het album op m'n MP3-speler en liep ik fluitend in de zon richting wasserette. Lopend inderdaad, want fietsen zou te snel gaan. Het zonnetje schijnt, Thom Yorke klaagt met z'n kopstem en ik lach naar alle vrouwen, zelfs de lelijkerds. Echt zinnige dingen kan ik er verder niet over zeggen. Het is Radiohead 2007. Nieuwer, hipper, mooier. Niet te electronisch, niet te gitarig, soms zelfs funky maar nog steeds met veel weegeklaag. Waarom ik Thom Yorke wel trek en andere zeikbandjes zoals the Smashing Pumpkins niet, snap ik ook niet, maar ik begrijp u heel goed als u het maar niets vindt. Jammer Kate Nash, u bent verstoten van mijn veelspeellijst! Zo en nu ga ik de was ophalen, uiteraard lopend.
Dus zet ik uit stil protest m'n fiets weer waar ik hem achterliet toen ik eerst nog even stiekem een sigaretje moest roken voor ik aan de slag kon: onder het C-gebouw aan het water. Droog, altijd plek en ik kan er gewoon naartoe fietsen. Een fietsenrek? Waar je gewoon naartoe kunt fietsen? Het zou verboden moeten worden!?
God straft meteen, en mijn buurman trouwens ook, want ik mocht alsnog gaan lopen. Met nog zeventien minuten te gaan open ik alle sloten van m'n fiets en probeer weg te rijden. Een vier-cijferig slot met twee-centimeter-dikke kabel sluit mijn fiets en niet die van mijn buurman. Even twijfel ik om terug naar m'n werk te gaan en een fiets te lenen, maar over een uur moeten al m'n collega's naar een oratie en ik kan ze dan moeilijk laten lopen. Ik zag mezelf al in gedachten met een stethoscoop op het cijferslot naar klikjes luisteren, maar de tijd ontbrak me. Over vijftien minuten moet ik loopbaanoriënteren! Lopen dus, onderwijl m'n collega's bellend met de vraag of er een OV-optie is die ik misschien over het hoofd zie. Helaas.
Vijf minuten later krijg ik een telefoontje. Ik had in de consternatie mijn sleuteltje in het slot laten zitten en mijn collega's waren al bezig een slijptol te regelen om het slot van die onverlaat van m'n fiets af te slopen. Een uur later loop ik richting de aula voor de oratie, als ik een smsje krijg: "Je fiets is los. We nemen m mee naar de aula straks." Briljant, ik hoef niet eens terug te lopen! De stoere mannen van de fietsenkelder, die tot voor kort behendig mij en m'n klaarblijkelijk terroristische medefietsers ontweken, hebben m'n slot doorgeknipt, aangespoord door m'n lieve collega's . Wat een helden! .
Niet dat ik alle cursussen zelf gevolgd heb, sommige verhalen heb ik van tweede of derde hand. Mijn grote verbazing begon dan ook niet met een cursus die ik zelf gevolgd heb, maar met een video van een cursusje elektronische post managen, die ik een paar maanden geleden vond op het internet. De presentatie die Merlin Mann geeft aan uitgelaten techies van Google werd zo enthousiast ontvangen, dat ik haast een huisarts heb gezocht voor een verwijsbriefje naar de psychiater. Ben ik nou zo slim? Meneer praat een uur lang tegen honderden mensen die per stuk honderden euro's per uur kosten, over het zo snel mogelijk inventariseren van je binnenkomende mail. Geniaal, roepen de schapen. Zijn totaal overbodige praatje wordt ondersteund door compleet informatieloze, prachtige dia's. Nu heb ik niets tegen informatieloze dia's. Het is een goede manier om de aandacht bij jou, in plaats van bij het witte scherm te houden. Maar een uur doen over een boodschap die je in een minuut kunt uitleggen? Sorry tovenaar grijsbaard, je krijgt een minuut, en dan maak je plaats voor een lekker wijf die de overige 59 minuten volkletst. In elk geval is het dan niet erg dat m'n kop op standby gaat door gebrek aan zinnige invoer.
Als je mijn blog geregeld leest zul je mijn fietsanalogie al wel eens gehoord hebben, maar het is tijd om hem eens volledig uit de doeken te doen. Een praatje is als een auto die voor je rijdt en die je op de fiets moet zien bij te houden. De snelheid van de auto is dan de informatiedichtheid van het praatje. Als de auto te snel gaat ben je hem natuurlijk gewoon kwijt. Als je haast hebt, hoop je dat de auto een beetje doorrijdt, ben je relaxed, mag hij best wat langzamer rijden. Maar niets is onvergeeflijker dan een te langzame auto. Onder de vijf kilometer per uur val je als fietser om. Met te weinig input gaan je hersenen op zwart, letterlijk. Grote gapen maken zich van je meester, je wordt recalcitrant, kijkt verwoed om je heen op zoek naar informatie. Voed me, voed me! In hemelsnaam, schiet op, ik val om! Langzame sprekers en informatieloze praatjes komen uit de reet van de duivel!
Zelf heb ik dit soort workshops redelijk weten te ontwijken en als ik er toch aan blootgesteld word, verdruk ik het. Niet moeilijk, want zonder inhoud blijft er in je hoofd alleen leegte achter na zo'n presentatie. En onbestemde ergernis. De assessmenttraining van een half jaar geleden komt langzaam bovendrijven, brrr. Praatjes op de vorige drukkersmarkt. Of de wat minder actieve gedeelten van de onderwijscursus. Waarom ik dan toch naar loopbaanoriëntatiecursus ging? Omdat ik over vier maanden klaar moet zijn, omdat ik tijdens het schrijven van m'n CV erachter kwam dat ik geen idee heb hoe zoiets eigenlijk moet, omdat ik naast m'n plan om de loterij te winnen eigenlijk niet zo goed weet wat ik moet gaan doen als dat nu eens niet gebeurt. Maar voornamelijk, om me te dwingen over m'n toekomst na te denken.
Ik ging er heen om daadwerkelijk iets te leren. Ik had er zin in, zette mijn natuurlijke aversie tegen dit soort bijeenkomsten aan de kant alsof ik Allen Carr voor het eerst ging lezen. Ook zo'n opendeurboek. Even vertrok m'n gezicht toen Ans, de werkgroepleider, meldde dat we iets gingen leren over netwerken. “Netwerk? Ow u bedoelt die moreel verfoeilijke 'vriendenkring' gebaseerd op wederzijds nut in plaats van sympathie en affectie?”, zag ze me denken. Maar Ans stelde ons routineus gerust dat het wel mee ging vallen en als Ans je gerust stelt, dan ben je gerust.
Vooral veel dingen doen. Dat is het antwoord op trage auto's. Ga kleine rondjes rijden, op 1 wiel fietsen, op je zadel staan. In eenrichtingsverkeerwerkwinkels kan dat natuurlijk niet. De spreker heeft het scherm, het krijtbord of het flap-over-ding en jij mag alleen maar luisteren, meeschrijven en omvallen. Maar bij Ans moet het. Spelletjes om elkaars naam en achtergrond te leren, of in kleine groepjes je levensloop lopen. En dan niet zittend op een stoel praten over jezelf. Nee, met een soort ganzenbordlook-alike-lint daadwerkelijk over je leven lopen. Niet: schrijf je vijf beste eigenschappen op, maar: hier heb je een kaartspel en aan het eind van het spelletje heb je je vijf beste eigenschappen. Spontaan, Eerlijk, Handig, Genieter en Behulpzaam. Had ik je zo ook wel kunnen vertellen. Maar door je zo actief bezig te laten zijn met denken over jezelf, bereidt ze je alvast voor op de volgende activiteit, iets dat nog het meest op massahypnose lijkt. Met je ogen dicht, totaal ontspannen op een stoel zitten terwijl Ans je met haar zachte stem probeert te overtuigen dat je door een zonnige stad naar je nieuwe baan loopt. Hypnose werkt bij mij helaas niet, maar het zette me wel keihard aan het denken. Je moet toch iets bedacht hebben voor als je zodirect je ogen open mag doen en een A3tje vol moet kalken.
Waar ik liep? In een grote, oude stad. Zuid-Europa, Amerika, of misschien gewoon Amsterdam in die zeldzame momenten dat de zon schijnt. Wat ik op mijn werk deed? Met 3 à 4 man aan hetzelfde probleem werken. Iets dat prachtige plaatjes opleverde en waar iemand om stond te springen. Iets waar ik helemaal indook, zoals toen ik m'n 3D-engine aan het schrijven was, of m'n Monte Carlo simulatiecode. Ik besefte ineens dat mijn ideaalbeeld van nu bijna hetzelfde is als die van tien jaar geleden, alleen ben ik nu veel cynischer. De universiteit heeft in elk geval al lang afgedaan. Er is geen differentiatie in persoonlijke kwaliteiten. Iedereen moet overal goed in zijn en elk stapje op de ladder is beter in alles dan die daaronder. Iedereen is een eilandje van kennis en kunde. Iedereen schrijft artikelen, presenteert op conferenties, schrijft simulatiesoftware, probeert uit die software iets zinnigs te halen, geeft les, managet, leest de literatuur, etc. Een beetje verstandige manager had onze afdeling al lang in groepen gedeeld en binnen die groepen verschillende taken uitgedeeld. Maar ja, iedereen moet promoveren. En uiteindelijk moet iedereen professor worden... of falen.
Het bedrijfsleven dus? Waar kun je dat doen? Problemen oplossen met een handje vol mensen, waarbij ik dan de modellering voor m'n rekening neem. TNO? Ik moet een slag om de arm houden, maar hoe groter de organisatie, hoe meer er mis kan gaan in de hiërarchie. Philips Natlab? Eindhoven. Consultancy? Ik wil best werken, maar ik werk om te leven en niet andersom. Maar ik ben geloof ik op het goede spoor en ik heb er goede hoop in dat ik het over een maand wel weet .
Ans trapt een hoop open deuren in, en de hele cursus past vast op een A4tje. Maar ergens is het ook wel nuttig om zo gedwongen te worden over je toekomst na te denken, want je neemt al gauw de makkelijkste weg. Ik had al bijna op een baan gesoliciteerd omdat m'n CV er zo goed bij pastte. Het is ook best nuttig om eens met anderen over de toekomst te praten en ik merkte gaandeweg dat ik echt toe was aan een nieuwe baan met nieuwe mensen. Zou ze het gebracht hebben zoals Merlin Mann, uw blogger zou nu in het ziekenhuis liggen met een doorgekauwde pols, beide schoenveters strak om z'n nek gebonden. Maar dit was eigenlijk best leuk, en ik heb zin in de volgende keer .