Er is maar n klapper met aanwezige liedjes, dus het was erg onhandig om iets uit te kiezen. Na lang beraad besloten de dames van microbiologie "Like a Virgin" van Madonna te gaan doen. Het liedje schrijf je op een kaartje met je naam erbij, en als jouw kaartje aan de beurt is wordt je naam omgeroepen. Naarmate de avond vorderde werd het steeds drukker, steeds heter en werd het publiek steeds beschonkener. Het podium van twee bij twee meter raakte aardig vol met mensen die het liefst de microfoon uit de handen van de "uitvoerende artiesten" wilde rukken en de optredens van de kleinere zangers en zangeressen werd compleet overschaduwd door boomlange Hollandsche jongens die voor op het podium aan het lallen waren. Pas na meer dan een uur, terwijl een aantal die duidelijk later hun aanvraag hadden gedaan allang aan de beurt was geweest, waren de dames aan de beurt. Maar n van de microfoons bleek het te doen, en halverwege het optreden kwamen zatte kerels vragen aan Jocelyne of ze alsjeblieft op wilden houden . Ik geloof ook dat een aantal kerels aardig handtastelijk begonnen te worden. De sfeer was er in de loop van de avond dus niet beter op geworden.
Nee, volgens mij is karaoke best leuk, maar niet als het zo druk is en de bezoekers zo vervelend zijn. Tijd om een andere bar op te zoeken dus, iemand in voor een duet? .
Vrijdag met de trein naar Porto geweest. De reis per trein duurt bijna 4 uur, dus erg veel tijd om Porto te zien hadden we niet. Het eerste dat opvalt is dat Porto enorm verwaarloosd is. Het stikt van de mooie monumenten en gebouwen, maar die zullen ze toch echt eerst moeten zandstralen, de meesten zijn compleet zwart uitgeslagen van de uitlaatgassen. Een deel van het oude centrum staat op de wereld erfgoed lijst (gmap). Helaas is ook dat deel erg slecht onderhouden. Het lijkt qua stijl veel op de wijk Alfama in Lissabon (vast ook ongeveer even oud), maar veel van de gebouwen zijn aftands en verlaten.
Porto speelt een belangrijke rol in de geschiedenis van de port. De Portugese wijnen kunnen blijkbaar, vanwege de druivensoorten die er groeien, niet lang bewaard worden. De Engelsen bedachten gelukkig in de 17e eeuw een truukje om de wijn langer te bewaren: Het alcoholpercentage verhogen door brandewijn toe te voegen. In de valei van de Dourorivier worden de druiven verbouwd en wordt de wijn gemaakt, stroomafwaarts in Porto wordt de port een aantal jaren op eikenhouten vaten gelagerd en (vroeger) met boten naar het buitenland vervoerd. Nog steeds hebben vrijwel alle bekende porthuizen hun opslagruimtes aan de overkant van de rivier in Porto en zo'n huis moesten we natuurlijk bezoeken. De geur in die opslagruimtes is geweldig!
Eigenlijk het enige dat nog op het lijstje stond dat we niet verwezenlijkt hebben, is het bezoeken van een fadohuis. Fado is de blues van Portugal, al werd het vroeger niet gezongen door slaven, maar door hoeren, pooiers en ander "nachtschuim". De Portugezen menen het alleenrecht te hebben op een soort melancholie die ze zelf beschrijven als "saudade", wat eigenlijk gewoon een ongrijpbaar verzamelwoord is voor alles wat ellendig is, zoals de Duitsers het woord Sehnsucht kennen en de Amerikanen de blues. Dat we uiteindelijk niet in een fadohuis terecht zijn gekomen heeft meerdere oorzaken. Ten eerste begint het uitgaansleven in Portugal pas om een uur of n op gang te komen. Meestal heb je dezelfde dag te veel gedaan en wil je de volgende dag te veel doen om je daar in te storten. Ten tweede zijn de meeste fadohuizen erg commercieel ingesteld en komen er vrijwel alleen bejaarden en toeristen. De voordeur wordt bewaakt door oude mannen in pakken en erg interessant ziet het er niet uit. Ik heb ook zelf veel fado gehoord uit de speakers van restaurants en caf's, en mij irriteert het eerlijk gezegd erg gauw, al vindt Wipi het wel erg mooi.
Wat opvalt aan het Lissabonese uitgaansleven is dat ze erg laat uitgaan en veel buiten staan. De Bairo Alto heeft rond 2 uur 's nachts eerlijk gezegd de sfeer van Koninginnedag in Amsterdam, qua drukte en qua gelal. Om de vijf meter word je hash en coke aangeboden, jongens hebben flesjes bier of grote flessen wijn in de hand en veel dames staan erbij alsof ze een uur of drie voor de spiegel hebben gestaan. De Bairo Alto zelf is officieel autovrij, zeker 's nachts, maar de aanvoerwegen zijn om twee uur een factor tien drukker dan overdag.
Er valt nog veel meer op aan Lissabon (en Porto). Ze zijn gek op honden en overal ruik en zie je hondepoep. Het modaal inkomen van de Portugees is vergelijkbaar met de onze, maar het mininumloon ligt veel lager, je komt dan ook veel meer zwervers tegen en het ruikt op erg veel plaatsen naar pis. Als je een sigaret rookt, kom je gemiddeld twee mannen tegen die je om een sigaret vragen en als je nee zegt tegen een zonnebrilverkoper krijg je een enorm stuk hash te zien. De dames dragen veel strakkere broeken dan in Nederland en gaan volgens mij ook naar betere kappers. Iedere Portugese jongedame die losjes overkwam en waar we contact mee kregen (barvrouwen uitgezonderd), was een keer in Amsterdam geweest. Extreem grote zonnebrillen zijn helemaal hot. Alle buitenlandse televisieprogramma's zijn ondertiteld, maar Engels spreken de meesten maar matig.
Update
Wipi is rond tien uur vanavond aangekomen in Amsterdam. Zijn reis leek voorspoedig te gaan en hij kon zelfs, met het omkopen van wat treinpersoneel, een eerdere TGV pakken naar Parijs. In Parijs kon hij daardoor echter extra lang wachten, want de op regeltjes gestelde Fransen lieten het niet toe dat hij in een eerdere TGV stapte, ookal waren er plaatsen vrij. Wat gerommel in Brussel leverde extra vertragingen op, maar hij blijft volhouden dat de trein beter dan het vliegtuig is . We zullen het zien: Helaas had ik geen camera bij me tijdens de vlucht, maar als ik Wipi moet geloven maakt hij dat ruimschoots goed met foto's van zijn treinreis. Binnenkort volgt dus een uitgebreide "fotoreportage" van de reis, de foto's die nu binnendruppelen zijn in elk geval veelbelovend!
Zaterdag Wipi opgehaald van het station en heel rustig wat rondgelopen, hij moest immers bijkomen van de bijna 52 uur durende reis. De volgende dag zijn we naar de wijk Belm (spreek uit blaim) gelopen, waar de halve marathon van Lissabon op dat moment eindigde. Ze hebben daar het mooiste clostrumkloosterhof van de wereld en we hebben urenlang heerlijk in het zonnetje gezeten bij het fonteintje in het midden ervan. Ik ben dan ook aardig verbrand die dag. s Avonds met een Amsterdamse docent Portugese kultuurgeschiedenis afgesproken, die ons typisch Portugees eten heeft laten proeven. Een soort stoofpotje van 3 soorten worst, rundvlees, koolraap, groene kool, wortel en aardappelen. Bloedworst kon ik tot mijn verbazing wel binnenhouden, maar het eten ervan stond me toch tegen, de textuur is korrelig en de smaak wat wee, niet voor mij!
De dag erop tijdens de lunch en het diner afgesproken met een Portugese man die Wipi tijdens zijn trip had ontmoet, Pedro, een medewerker van de BPI bank. Ze hadden gelijk een band, hij heeft ook vliegangst . Pedro nam ons mee naar een visrestaurant waar we drie vissen deelden, erg goed! Dinsdag een rustige dag gehad, een klein wijkje ten noorden van Lissabon opgezocht en daar wat gelezen en rondgestruind. s Avonds de reis voor de volgende dag gepland: een tour door de omgeving van Lissabon en de kust aldaar. Dus dat betekende de volgende morgen vroeg opstaan, naar het vliegveld afreizen en een auto huren. 70 euro en alleen ik mocht rijden (anders kostte het nog 30 euro meer). In Portugal zijn de wegen superslecht aangegeven, op de kruisingen staan pas, in hele kleine lettertjes, de richtingen aangegeven, dus voor je het hebt kunnen lezen ben je er al voorbij. Dit leidde al gauw tot irritaties, maar ik geloof dat we het overleefd hebben . Ik ben die dag zuidelijker dan ooit gekomen, en westerlijker dan ooit (om precies te zijn het westelijkste stukje Europees vaste land Cabo da Roca!). Naast Cabo da Roca was vooral Sintra indrukwekkend. Toen het begon te schemeren zijn we het stadje binnen gereden en toen met de auto omhoog gereden naar het in de mist gelegen en van onderaf verlichtte paleis. Vooral de rit omhoog was sprookjesachtig in het donker. De rijksten der rijksten woonden daar vroeger, dus je rijdt langs door muren omlijste, supersmalle haarspeldbochten omhoog en af en toe doemt er het prachtige uitzicht over het stadje Sintra op.
Vandaag had ik alles wat ik wilde zien wel gezien, dus ik heb wat door de stad gestruind. Eerst wat op een terasje gezeten in een drukke winkelstraat, naast twee mooie dames die, in tegenstelling tot de gemiddelde straatmuzikant, erg goed konden spelen op hun viool. Toen omhoog gelopen via de basiliek naar de tuin bij de basiliek en de botanische tuin verderop. Toen met de touristische minitram naar Belm, en daar een boekje gelezen met uitzicht op de Taag. Die avond Pedro wederom ontmoet, met de taxi naar de grote brug gereden die lijkt op de hangbrug bij San Francisco, om daar wat te eten. De taxi's zijn hier een stuk goedkoper!! Na het eten een vrijkaartje gekregen voor een supersjieke club, waar je kunt loungen in bedstedes. Helaas moesten we vroeg weer weg, want morgen gaan we naar Porto met de trein.
Wat betreft drank, vrouwen en eten. Vrouwen zijn hier nog steeds een stuk mooier dan de Nederlandsche dames, maar zijn ook veel minder bereikbaar zeggen zelfs de locals. Vandaag dat nog even besproken met Pedro. Ze hebben hier vrijwel allemaal donker haar en donkere ogen, een fraai koppie en supermooie billen en benen, vast vanwege al dat gehuppel tegen de bergen op. Voor de liefhebbers van grote borsten is hier minder te halen ben ik bang. Het schijnt extreem moeilijk te zijn om met de dames in contact te komen. Ze gunnen je inderdaad geen enkele blik waardig en een glimlach kan er maar zelden vanaf. Als je wel wat terugkrijgt, zijn dat eigenlijk altijd buitenlandse meiden. Door de megagrote zonnebrillen kun je trouwens ook erg moeilijk oogcontact krijgen (kom maar op met je "smoesjes!" ).
Eten! Nou, als je wegblijft van de bloedworst en van de restaurantjes met een bediende met een drankprobleem kun je hier fantastisch eten. De vissen zijn hier zo vers, dat ik in de vitrine van n van de restaurants waar we aten, de vissen nog zag ademen op het ijs . Vis is dus de beste keus hier, al kun je bij de betere houtskoolrestaurants ook perfecte biefstuk krijgen (met een eitje erop). Bij elk restaurant krijg je meteen een bak brood voor je neus en een stel hapjes (vaak stokvisballetjes, olijven en kaas), als je ervan gebruik maakt, moet je ervoor betalen. Het eten is een stuk goedkoper dan in Amsterdam, maar we eten zo vaak en zo veel gangen, dat we toch een stuk duurder uitkomen.
Drank: Als je wijn bestelt, krijg je een karaf of fles. Zelfs als je alleen bent wordt blijkbaar van je verwacht dat je een fles wijn leegmaakt. De huiswijn is hier al heel behoorlijk, al zijn we ook naar een speciaal wijncaf geweest waar we de wat betere wijnen hebben mogen proeven. Ook zijn we naar het "portlandhuis" van Lissabon geweest. Ik heb geloof ik een late bottled vintage uit '92, '97 en een Colheita uit een ander jaar op. Portugezen drinken alleen wijn bij het eten, bier bij het uitgaan. Verder geen spannende dingen gebeurd met drank ben ik bang, ik ben aardig door de wol geverft.