Twee weken geleden hebben we een mini-velddienst gehad in Zuid-Limburg; de leukste tot nu toe. Voordat we woensdagavond vertrokken kregen we eerst nog kliminstructie op de 10-metertoren. Ditmaal geen verzette fysio-afspraken, dus er was geen ontkomen aan: ook ik moest de toren op drie manieren beklimmen. Eerst langs een diagonaal opgesteld buizenframe, daarna langs de eerder beschreven klimwand en tot slot langs een wiebelend en verend touwladdertje met smalle sporten waar je makkelijk in verstrikt raakt. Opperste concentratie was vereist. Ondanks wat momenten van beperkte vreugde, viel het me niet heel erg tegen. Maar wat zou ons te wachten staan in Limburg? Na een busreis van een uur of twee kwamen we daar achter.
We stapten tegen een uur of tien 's avonds uit in Simpelveld nabij het stationnetje van de Miljoenenlijn. Toen dacht ik nog dat ik alleen een verkenning moest uitvoeren, maar de kapitein had nog een extra opdracht voor me in petto: bielzen tellen tot Wijlre. Voor een natuurkundige een peuleschil! Vol overgave stortte ik mij op dit contemplatieve rekenavontuur dat me deed denken aan een van de laatste projecten bij TNO: het in kaart brengen van railverkeersgeluid. Daarvoor moest ook nog wel eens wat telwerk worden verricht, maar dan vanachter een bureau. Na deze telmantra (7160 bielzen) stapten we op de fiets voor een nachtelijke rit naar Geulhem. Daar aangekomen betrokken we ons natuurlijk pantseronderkomen, een grot. Na een uurtje of vier pitten kon het echte werk beginnen.
Na het ontbijt werden we de grot ingestuurd. De kapitein toonde ons een route op een of andere prehistorische grottekening en gaf ons de opdracht die te volgen. Meer als makke schapen dan uit volle overtuiging gingen we de uitdaging aan, om na nog geen honderd meter te verdwalen. Dit ging niet werken. Gelukkig was er een alternatief. Vanaf nu zouden we een kabel volgen. Dit bleek succesvol. Met twee kaarsen gingen we op weg. Halverwege de route werden we opgewacht door sportinstructeurs met een klimopdracht. Eenmaal weer buiten werd e.e.a. gevalueerd. Belangrijkste leermomenten: wees altijd kritisch en duik niet als een naeve discipel een grot in op basis van e.o.a. vage tekening, let op elkaar (in een grot raak je erg makkelijk iemand kwijt...) en maak afwegingen & neem beslissingen (steek ik bijvoorbeeld beide kaarsen tegelijk aan (dooft een kaars, dan kan ik m weer aansteken met de andere) of steek ik ze na elkaar aan (dan kan ik meer meters maken met licht)). Kortom, een leerzaam avontuur.
Omdat we nog niet fysiek waren uitgedaagd en natuurlijk niet voor niets onze fietsen hadden meegenomen werd het tijd voor een ritje door de Limburgse heuvels. Gezegend met een local in onze groep viel deze uitdaging best mee. We arriveerden vrij vroeg in Margraten voor een meer inhoudelijk moment. Op de Amerikaanse militaire begraafplaats kregen we een rondleiding door een bevlogen gids. Deze rap sprekende charmeur was buitengewoon goed op de hoogte van de geschiedenis en wist iedere vraag met een uitgebreid antwoord te pareren. Wat mij het meest is bijgebleven is het verhaal van de jonge Amerikaanse officier die in 1944 de omgeving van Margraten verkende op een geschikte locatie voor een begraafplaats. Stel je toch eens voor dat op dit moment een Nederlandse officier in Afghanistan op zoek gaat naar een stuk woestijn om de honderden, zo niet duizenden, Nederlandse militairen te begraven die naar verwachting gaan sneuvelen in de strijd tgen de Taliban en vr vrede en veiligheid! Je kunt het je nu niet voorstellen, maar in '44 was het realiteit. Ik heb in ieder geval een verhaal om bij stil te staan komende vrijdag!
Van een moment van bezinning naar een serieuze fysieke prikkel: schakelen gaat snel bij de krijgsmacht. Na een paar kilometers stoempen kwamen we aan op een fraaie locatie in de bossen bij Vijlen. Daar hadden dezelfde sportinstructeurs van vanmorgen een nieuwe uitdaging voor ons in petto. Tussen drie bomen was een touw gespannen waarover wij in apenhang en catcrowl moesten bewegen. Niet goed? = Opnieuw! Omdat alle buddyparen voor ons faalden sloeg bij mij de schrik om het hart. Gelukkig viel het mee en slaagden mijn buddy en ik erin om de overkant te bereiken. Daarna wachtte een volgende hindernis. Met een munitiekistje naar keuze moesten we een route van 400 meter heuvel af en heuvel op afleggen. Natuurlijk kozen wij per ongeluk het zwaarste kistje dus dat werd een pittige uitdaging. Mede als gevolg van een knieblessure bij m'n bud kwamen we in relatief langzame tijd weer over de streep. Reden voor de kapitein om mij nog eens uit te dagen:
K: Van der Laan, hier komen!
WP in gedachten: Wat zullen we nu weer krijgen?
K: Die overgang van apenhang naar catcrowl ging niet goed. Ga die nog maar eens oefenen!
WP in gedachten: O.K. dat valt gelukkig mee.
Na een paar keer oefenen dacht ik klaar te zijn.
K: Nee Van der Laan, je bent er nog niet. Kom eens hier.
WP in gedachten: Ow nee, toch niet nog een keer heuvel op, heuvel af?
K: Kies een bud uit met wie je nog een keer gaat rennen!
WP in gedachten: Ow ja, dus toch. Hmmm, laat ik Huijbers maar kiezen die vindt dit wel leuk.
WP hardop: Kapitein, ik kies voor Huijbers.
K: Nee Van der Laan, die vindt dit te leuk. Ga maar met Boel. (Boel was de eerste keer al helemaal stuk gegaan...)
Daarna volgende een fantastische race waarbij ik eerst samen met Boel het munitiekistje dragend de heuvel afdenderde. Nauwelijks onze eigen benen bijhoudend kwamen we beneden aan. Daar nam de kapitein het van me over. Dat leek in eerste instantie wel relaxt, tot ik bedacht dat ik natuurlijk Boel de heuvel op zou moeten aflossen. Aldus geschiedde. Op het punt dat we weer naar boven moesten, kreeg ik het commando om van Boel over te nemen en samen met de kapitein omhoog te rennen. Toen gebeurde een wonder. Mijn vermoeide benen voelden herboren en terwijl ik de kapitein luid aanmoedigde, duwde ik hem en het munitiekistje naar boven. Na een recordtijd van 2m27s kwamen de kapitein en ik hoestend van inspanning weer boven. Jawel, dat moet gezegd: ook ik had er best wat mee geleden In ieder geval dusdanig dat ik op de terugtocht naar de grotten voor het eerst in m'n leven kramp kreeg in m'n benen... Bij de grotten aangekomen ruimden we de fietsen in de truck en verplaatsten ons naar het restaurant. Na de maaltijd ving de terugtocht aan.
Vorige week hadden we velddienst 4. Deze velddienst stond in het teken van het beveiligen van een zendercomplex t.b.v. de luchtverkeersleiding. Voordat ik daar mee over schrijf, eerst een korte inleiding. Onze velddiensten passen namelijk in een groter verhaal. Dat verhaal gaat over een conflict tussen Holland (grofweg Noord- en Zuid-Holland, Utrecht, Overijsel, Drenthe, Friesland en Groningen) en Zuidland (grofweg Zeeland, Brabant, Gelderland en Limburg). Holland beschikt over aardgas. Zuidland over een haven waar olie binnenkomt. Olie wordt schaarser en dus duurder. Zuidland verwacht meer geld en/of aardgas voor haar olie. Holland gaat hiermee niet akkoord en beroept zich op e.o.a. oude overeenkomst waarbij olie en aardgas in een vaste verhouding worden uitgewisseld: het conflict is geboren. Dit noemen we de algemene crisis toestand of ACT. In de loop van de tijd zijn er charges uitgevoerd vanuit Holland tegen Zuidland. Breda hoort bij Zuidland. Wij zitten op de KMA in Breda en worden als cadetten versneld opgeleid om Zuidland te verdedigen. Na iedere charge, die altijd nt voor een velddienst wordt uitgevoerd, worden wij ingelicht. Het verhaal waarin de huidige toestand n.a.v. zo'n charge wordt toegelicht heet een bijzonder crisis toestand of BCT. In het afgelopen BCT werd ons meegedeeld dat er Hollandse verkenningseenheden waren gesignaleerd op de Veluwe. Daar bevindt zich het hart van de Zuidlandse luchtverkeersleiding. Die moest door ons samen met twee opleidingspelotons van de landmacht worden verdedigd.
In tegenstelling tot de vorige velddiensten moesten wij nu zelf bedenken hoe we die beveiliging precies wilden vormgeven. Voor de pelotonoudste (PO), opvolgend PO (OPO) en groepsoudsten (GO's) een uitdagende klus. Het lijkt heel simpel: de PO krijgt een opdracht van de compagniescommandant (CC), werkt die uit op groepsniveau, geeft 'm door aan de GO's, die 'm op hun beurt op individueel niveau uitwerken en aan hun mannen doorgeven. In de praktijk is dat behoorlijk lastig: je mannen vragen aandacht, de site wordt onder vuur genomen en de OPO wil weten wat je allemaal nodig hebt. Als je dan tussen die bedrijven door je bevel hebt uitgewerkt (ondanks allerlei geheugensteuntjes in de vorm van instructiekaarten voorwaar geen sinecure) en je wilt het aan je mannen doorgeven, loopt de helft wacht, zitten er twee op de WC en ligt de rest te luieren bij hun tent. En de tijd dringt... Legio leermomenten in ieder geval! (Begin met een waarschuwingsbevel, houd je groep bij elkaar, werk efficint volgens de hirarchische lijn etc. enz.)
Nadat m'n GO-schap was overgedragen op een groepsgenoot werd ik de rechterhand van de nieuwe PO. Die toonde zich daarmee een ware Machiavellist door mijn kersverse ervaring met het uitwerken van bevelen gelijk in te zetten voor eigen doeleinden Buitengewoon praktisch en voor mij een mooie gelegenheid om meer ervaring op te doen. Op die momenten maak je natuurlijk nog steeds fouten, maar je krijgt ook een goed gevoel bij zulke spitsvondigheden.
Een mooi moment tijdens velddienst 4 dat me ook is bijgebleven was de burgerdemonstratie bij het hek van onze site. Rond een uur of zeven 's avonds stonden er ineens een stuk of tien Zuidlandse demonstranten aan de poort te rammelen. Zij waren het niet eens met ons optreden en kwamen verhaal halen. I.p.v. hun dat verhaal te geven, werden we bevangen door een algehele lethargie. Het grootste gedeelte van ons peloton verzamelde zich rond het hek, op de commandopost brak paniek uit en zelf zat ik het gebeuren vanachter een schutting te bekijken en te bedenken hoe we nu eigenlijk moesten reageren. Daar ging redelijk wat tijd overheen en het was dan ook dankzij de geniale inval van een onzer pelotonsgenoten dat wij uit onze slaap ontwaakten en de demonstranten zo ver kregen dat ze aftaaiden. Hij liep gewoon met zijn geweer op de rug naar de demonstranten toe en knoopte een gesprek aan. Na een korte conversatie waren ze vertrokken. "Het is geen rocket science..."
Voor ik afsluit met het Oranjebal van afgelopen donderdag nog een fraaie blunder mijnerzijds. 's Avonds nadat de zon was ondergegaan en het behoorlijk donker was geworden, werden we aangevallen. Er klonken veel schoten en ik lag enigzins besluiteloos tussen wat tentjes. Nog geen minuut geleden had ik namenlijk het bevel over een deel van mijn groep overgedragen op een andere GO, omdat ik voor de PO nog een bevel moest uitwerken. Het tweede deel van mijn groep was nog niet terug van een externe opdracht, dus daar lag ik dan met m'n paperassen en zonder manschappen. Zo goed en zo kwaad als dat ging bergde ik m'n paperassen op en kroop naar een veiliger plek. Van daaruit kon ik echter niet veel betekenen. Dat zou spoedig veranderen. Na een minuut of twee rolde een cadet uit een andere groep kermend een heuvel af. Er werd geroepen dat hij een open borstwond had en ik lag het dichtst bij. Er zat niets anders op: ZHKH. Zelfhulp, kameradenhulp. Verrukt met deze kans om iets te betekenen snelde ik naar hem toe. Totdat ik in mijn rug werd geschoten... Bezint eer u begint! In alle opschudding was ik de zogenaamde PAMAN-procedure op slag vergeten die begint met de P van persoonlijke veiligheid... Nu lag ik kermend naast hem te wachten op het einde van de oefening...
Tot slot nog een vrolijke noot. Op de donderdagavond na onze velddienst was een Oranjebal georganiseerd. Dat is een feest ter ere van de verjaardag van de koningin. Voor de eerste keer een officieel feest meemaken is hartstikke interessant. Je kijkt alleen al je ogen uit bij alle ceremonile tenues. Daarnaast is het natuurlijk leuk om kaderleden en andere officieren in een ontspannen setting te ontmoeten. Zo zijn er mooie foto's geschoten van een trotse kapitein met n van zijn special forces en van de gouverneur die mij naar deze blog vroeg! Eindelijk een ontspannen afsluiting van twee wederom inspannende weken.
Het is alsof het stoute, jongere zusje van de Pipettes eindelijk haar verhaal doet. Net zo retro, maar toch een stuk volwassener. Haar muziek lijkt een soort kruising tussen nachtclub jazz en blaxploitation soul, met uiteraard een wat modernere, meer Fugees achtige benadering als het gaat om de beat. Haar meest bekende nummer schijnt dus momenteel rehab te zijn, al vind ik de clip van de titelsong van haar album Back to Black een stuk gaver en ook You Know I'm No Good is heerlijk retro! Ow, en kan iemand me vertellen welk nummer ze hier overduidelijk gejat heeft??
Het kan me ineens niet meer schelen dat de terugkomst van die lelijke alienzonnenbrillen mij de toegang tot de ziel der dames ontzegt, dat het weer hip raken van die witte cowboylaarsjes zelfs de mooiste benen tot iets gruwelijks om kan toveren, of dat de herboren rode jurk met miniscule witte stipjes zelfs de meest voluptueuze vrouw kan veranderen in een sigaarrokende moeder van Johnny, Kees, Kees, Henkie en Toet. Zolang dit soort topmuziek ook weer helemaal terugkomt, neem ik die ellende allemaal voor lief! Verwacht veel requests op Itsradio!
Okay, het is geen nobelprijs, maar veel beter kun je het vermoedelijk niet doen tijdens je promotie.
Petje af Bas !
Het meest opvallende onderzoekje dat aangehaald wordt in het artikel is een vervolgonderzoek op gedrag bij driejarige kinderen twintig jaar geleden. Toen dit onderzoek afgenomen werd was politiek het laatste waar de wetenschappers aan dachten en werd er geen rekening gehouden met een vervolg. Twintig jaar later bleek er echter een groot verschil te zitten in de kindprogressieven en kindconservatieven. Progressieven waren als kind vooral goed in communiceren, hadden leuke contacten met vriendjes, waren zelfverzekerd, impulsief en konden tegen een stootje. De kinderen die later opgroeiden tot conservatieven waren zwakke wezens, snel beledigd, besluiteloos, angstig, star, terughoudend en kwetsbaar. Eigenlijk verandert er dus bar weinig in twintig jaar .