In mijn ogen is de rede dat het zo moeilijk is om te parkeren in mijn wijk de grote bevolkingsdichtheid tegenover het kleine aantal parkeerplaatsen. Ik woon met drie gezinnen boven elkaar op zes meter straatlengte, ongeveer de ruimte die mijn auto in neemt als ik daarna ook nog weg wil kunnen rijden, en zo wonen de meesten in mijn straat. Daarnaast is niet de gehele breedte van de straat parkeerbaar. Daar zorgen een pleintje, een stel garages en van die plantsoentjes wel voor. Elke straat heeft ook drie op kenteken afgegeven gehandicaptenparkeerplaatsen, dus blijven er maar bar weinig vrij parkeerbare plekken over. Als dus meer dan een vierde à vijfde van de gezinnen in mijn wijk een auto heeft (en mijn buurman heeft er al twee), dan is de wijk al vol.
Vanaf vandaag is het eindelijk ook in mijn wijk betaald parkeren in de avonduren. Bedrijven krijgen 1 parkeervergunning per 10 medewerkers, bewoners met een garage krijgen er geen, bewoners zonder garage krijgen de eerste voor een tientje, de tweede voor dertig euro. Wie een auto heeft, neemt dus een parkeervergunning, want afschrikken doen dit soort bedragen niemand. Ik heb mijn parkeervergunning al maanden geleden per machtiging betaald maar dinsdag was mijn parkeervergunning nog niet binnen. "Gisteravond hebben we het opgestuurd, dus u moet ze woensdag in huis hebben". Woensdag niets, donderdag niets. Vrijdag vroeger naar huis gegaan, want als de postbode ze dan nog niet gebracht zou hebben, kon ik tenminste voor de schandalig vroege sluiting van hun parkeerhotline scheldend aan de telefoon hangen. Maar vrijdagmiddag was hij eindelijk binnen, en ook die van mijn onderbuurman trouwens. Die had twee dagen later dan ik gebeld en dus hadden ze hem verteld dat ze hem twee dagen later dan die van mij op de bus hadden gedaan. Het resultaat was natuurlijk dezelfde: te zien aan het feit dat geen enkele auto in mijn wijk vrijdagavond een vergunning achter zijn ruit had geplaatst, kwamen alle vergunningen pas de vrijdag voor de ingangsdatum aan. Goeie planning!
Volgens de gemeente is betaald parkeren het enige dat onze wijk nodig heeft om weer parkeerbaar te worden. Er zijn volgens de gemeente immers meer plekken dan "geregistreerde auto's" (wat dat ook mogen wezen, ik heb een lease auto, hoe registreren ze die?). Hoe ze precies verklaren waarom er in onze wijk een paar honderd auto's meer geparkeerd staan dan er plekken zijn (op hondenuitlaatveldjes, hoeken van straten, de stoep) is me dan ook een raadsel. Ze schuiven het geloof ik op wat niet ingeschreven mede-Europeanen (lees loodgieters), bewoners en bedrijven die in het bezit van een garage, te lui zijn om hun wagenpark 's avonds binnen te halen, en op bewoners en bezoekers van de buurwijken waar al wel betaald parkeren geldt. Ik denk eerlijk gezegd gewoon dat meer dan 25% van de gezinnen een auto heeft. Zo gek is dat niet, toch?
Ergens ben ik wel blij. De gemeente doet tenminste iets aan de parkeerdruk. Maar ik ben ook ontzettend sceptisch. Ik woon precies op de korte kant van mijn wijk en mijn vergunning is alleen geldig binnen deze wijk. Een straat naar het zuiden is voor mij dus al verboden gebied, terwijl daar juist best vaak prima parkeerplekken te vinden zijn. De gemeente gaf aan dat het makkelijker kunnen bekeuren van verkeerd geparkeerde auto's een van de redenen is waarom ze tot betaald parkeren zijn overgegaan. Dat betekent dus dat de parkeerdruk in mijn wijk met zo'n 200 auto's toe neemt. Die SUV's en busjes die vroeger op de grasveldjes tussen twee wegen in geparkeerd stonden, moeten nu allemaal een legaal plekje zien te vinden. Die auto's zijn 's ochtends voor negenen bijna allemaal alweer weg, dus je maakt mij niet wijs dat dat geen bewoners zijn die vanaf vandaag netjes in het bezit van een vergunning zijn!
In mijn straat is momenteel geen enkel plekje vrij en ik wed dat het verderop geen haar beter is. Als ik pech heb ga ik er qua parkeermogelijkheden dus niet op vooruit, en neemt de kans toe dat ik bekeurd word voor verkeerd geparkeerd staan (want hoe zie ik of plaatsen waar ik vroeger zonder bekeurd te worden kon parkeren, nu ineens tot verboden gebied zijn verklaard?). Nou ja, ik hou u op de hoogte. Misschien moet ik eens een petitie opstellen: weg met kinderspeeltuintjes en hondenuitlaattereintjes: platwalsen en parkeerplaatsen bouwen!
Vandaag, zoals ik u en mezelf beloofd had, maar eens Den Haag met een toeristisch bril onder handen genomen. Ik had me voorgenomen één van de wandelroutes in mijn toeristische gidsje te gaan lopen, maar bij nader inzien bleek dat boekje niet bepaald voor mij geschreven (en ik heb gisterennacht een lekke band gekregen, dus ik wilde vanaf huis beginnen). Het boekje is door een Nederlandse vrouw, type Sex and the City, in het Engels geschreven (zonder tussenkomst van native speaker) en van de 35 aandachtspunten op de route zijn er 3 bezienswaardigheden, 1 \"leuk om te doen\" en maar liefst 31 bouti[ek/que]jes en uitgaansgelegenheden. Hoezee! De vermelding van een Portugese speciaalzaak tegenover een kookwinkeltje bracht me echter wel op een idee. Wat me Amsterdam steeds meer deed waarderen, was dat ik precies wist waar, in welk leuke, kleine winkeltje, ik welk obscure ingrediënt kon scoren. Een uurtje Googelen op delicatesse- en kookwinkels en ik had mijn eigen wandeling al gauw op poten.
Mijn standaard wandelroute de stad in loopt via de Weimarstraat: Een lange winkelstraat iets ten noorden van mijn huis, die in een rechte lijn en onderbroken door drie cirkelvormige pleintjes in noordoostelijke richting het centrum in loopt. Hier had ik al langer een fantastische natuurwinkel (die IJ-bier verkoopt!) en een fijne viswinkel gevonden, dus die slaan we vandaag over. Bij het laatste pleintje rechts zit Casa Bocage, een Portugees winkeltje die niet bestaat omdat het zo hip is, maar omdat er blijkbaar genoeg Portugezen in Den Haag wonen om dit expatwinkeltje winstgevend te houden. Ik was de enige Hollander binnen en heb er chorizo voor in mijn Caldo Verde (groene/boerenkoolsoep) gekocht. Dat straatje uitlopen en je komt op de Piet Heinstraat, één van mijn toekomstige lievelingsstraatjes. Vrijwel elk winkeltje hier is bijzonder. De Britse expatwinkel voor al uw Twinningsthee, Heinzproducten in blik (cock-a-leekie soup anyone?), bakproducten en natuurlijk clotted cream. De Balkansupermarkt waar ik Slowaakse Krainerwurst heb gekocht (een knoflookworst van varkensvlees, rundvlees en spek), een slijterij gespecialiseerd in Jenever en daar tegenover een Russische supermarkt genaamd Moskou. Aan het eind van de straat, net voor je afslaat naar de Paleistuin (door Google Maps ook wel de Paleis Tuin genoemd) zit Italy, het walhalla voor de pastaliefhebber. Ze hebben de grootste verzameling De Cecco pasta's die ik ooit gezien heb (ik zocht al zo lang naar orrechietti en miste mijn bucatini ontzettend) die de helft in beslag neemt van de indrukwekkende vijf bij twee meter grote pastamuur. Ze verkopen meer soorten salami dan ik ooit ergens anders gezien heb, verkopen zoete en pittige verse worst voor in de risotto of de pastasaus, pancetta (maar geen guanciale), hebben een aparte wijnafdeling, en zijn traiteur. Aanrader!
Omdat ik toerist ben moet ik ook de saaie dingen doen. Dus de Paleis[t/ T]uin. Wat een totaal zinloze bedoeling! Een suf parkje met veel gras, een meertje, wat lelijke, moderne kunstvoorwerpen, en de totaal niet indrukwekkende achterkant van het Paleis Noordeinde bewaakt door twee totaal niet indrukwekkende marrechauses. Gelukkig komen we hierna het mooiste stukje van Den Haag binnen: Prinsestraat/molenstraat. Met En Garde, een iets te pretentieuze kookwinkel alla Duikelman, maar helaas kleiner, A Pipa, een Portugese speciaalzaak die ik maar overgeslagen heb, de Italiaanse deli La Strada en de Italiaanse lunch/paninizaak Sapore (Panini Coppa, jummie!!). Mijn Porkert gehaktmolen heeft twee nieuwe bladen, mijn buik is vol, en ik kan vol goeie moed aan de terugweg beginnen. Via de Lyonaise Traiteur Le Gone natuurlijk, en een Italiaanse deli waarvan ik de naam ben vergeten .
Goed, ik heb er dan al een kilometer of vijf opzitten, echt toeristisch voelt dat culinair shoppen niet. Ik had u toeristisch beloofd. Een museum, geen toeristisch dagje zonder museum! Panorama Mesdag was nog een uurtje of twee open, ik was in de buurt, had er als kind veel over gehoord, en dacht: waarom ook niet. Zes euro, als dit niet goed is... En inderdaad, het begint crap. Meneer Mesdag is helemaal niet zo'n goeie schilder. Weinig spannende portretten, zeezichten met weinig contrast, saai stilleventje, het twintigtal schilderijen waar je eerst langs moet doen niet veel goeds vermoeden. Ook de dertigtal aquarellen in een zijzaaltje zijn absoluut niet aan mij besteed. Maar dan loop je die trap op naar het uitkijkplatform en schrik je. "Immersive" noemen de Engelsen het. Een immens schilderij, 120 meter lang, 14 meter hoog, is als een cilinder met een diameter van 40 meter om een klein, omheind strandpaviljoentje gebouwd. Het dak van het strandpaviljoen ontneemt je het zicht op de bovenkant van het schilderij, de iets meer dan 10 meter zand om je paviljoen die van de onderkant, dus het duurt even voor je in de gaten hebt dat het een schilderij is. Niet dat alles levensecht is geschilderd. Het duingras lijkt met een roller geschilderd, de rode huisjes van Scheveningen zijn te roodbruin en hebben te weinig detail, maar alles is wel in de juiste proporties. Het is zoveel indrukwekkender dan een 3D bril op je computer aansluiten, 3D Imax films, of zelfs die meebewegende vliegsimulator in het wetenschapsmuseum te München. En dat aan het eind van de 19e eeuw! De eerste vijf minuten kon ik alleen maar glimlachen, het moet maanden geleden zijn dat ik zo onder de indruk was. In werkelijkheid veranderen dingen van relatieve grootte als je dichterbij komt, in zo'n panorama verandert natuurlijk alles even snel, dus als je loopt voel je je even heel gek, alsof de natuurkunderegels er ineens geen zin meer in hebben; je zou er zeeziek van kunnen worden. En natuurlijk staat de werkelijkheid niet stil, en is er ook niet zo veel tegelijkertijd te zien. Je blijft nieuwe dingen zien, een toesnellende stoomlocomotief, een dame onder een parasol, een vechtend paartje. Dat men in de 19e eeuw het concept "virtual reality" al zo goed onder de knie had!
Eenmaal bij het panorama Mesdag is het Vredespaleis ook in de buurt, en als echte toerist, ookal doen de voeten nog zo'n pijn, kon ik een kleine omweg niet weerstaan. Best een mooi paleis, maar gek genoeg is dat vredesmonument dat buiten de poorten ligt en waar elk land letterlijk zijn eigen steentje heeft bijgedragen, veel indrukwekkender, al snap ik de symboliek niet zo, mij lijkt het te veel op een grafmonument, en ik hoop dat ze oorlog, niet vrede begraven. Al met al een flinke wandeling
Taalles met alleen bejaarden. Och arme. Gelukkig druppelden heel langzaamaan ook wat jongere dames binnen en ebden mijn angsten geleidelijk weg (waarom doen haast alleen vrouwen aan taalcursussen?). De Mediteraans ogende dame van ongeveer mijn leeftijd die voorbij kwam wandelen bleek zelfs mijn "juf" te zijn, en Bas zag dat het goed was.
We zijn met zeven cursisten. Een oudere Franse dame die geen Nederlands kan, een jongeman van mijn leeftijd die veel werkt met Italiaanse bedrijven, drie dames van tussen de 30 en de 40 en een grappige kerel van rond de 45 die me nog een keer de slappe lach gaat bezorgen met de moeilijke kop die hij trekt als hem iets in het Italiaans gevraagd wordt. De eerste les is vooral opstarten. Dus we roepen wat Italiaanse woorden die we al kennen, zeggen elkaar veelvuldig gedag en vertellen hoe het met ons gaat, bene bene! De lerares spreekt voornamelijk in het Italiaans en we worden ontmoedigd al te veel in het Nederlands of Engels te vragen. Volgende week gaat het denk ik pas echt van start, dan zijn ook de lesboeken er en krijgen we huiswerk. Helaas wel zonder de vriendelijke Franse dame. Die voelde zich wat al te bezwaard dat de hele les in het Engels moest voor haar alleen (voor sommige Hollanders is twee vreemde talen misschien wat te veel van het goeie).
De whisky van mijn promotie is op en de sleur begint het te winnen van mijn "ik heb rust nodig na mijn promotie" routine. Aangezien ik nu al zes maanden in Den Haag woon en jullie nog steeds niet heel veel positiefs over deze stad kan vertellen, heb ik besloten om eens de toerist uit te hangen in mijn eigen stad. Komende weekenden ga ik musea bezoeken, op park- en tuinbankjes zitten, en "oooeeeeeh" of "aaaaah" roepen bij het aanschouwen van de vele oude gebouwen die deze stad rijk is.
Ik vrees ook dat mijn beeld van de Hagenees wat te negatief gekleurd is door het kleine percentage idioten dat me het liefst al toeterend overrijdt in een verlaagde pooierbak met nepuitlaten. Het wordt dus tijd voor een avondbesteding met hoopgevende Hagenaars, zonder al het gezweet en het irritante fanatisme van een (groeps)sport. Morgen begint mijn cursus Italiaans Niveau 1 in groepjes van 12 in Scheveningen en ik ben erg benieuwd!
Net terug uit het geweldige Hamburg. Hoogtepunt: kerstmarktje aan de Alster met Gluhwein mit schuss (rum) en een gigantische Krakauerbratwurst gebakken door een grote vriendelijke man op een hangende gril (de worst, niet de man) boven een knapperend houtskoolvuur. Als m'n nieuw aangelegde voorraad bratwurst op is zal ik ze zelf moeten maken, of terug naar de Heimat moeten rijden.