In vorige vakanties naar Italie leefde ik vooral van grote stad naar grote stad. Grote steden staan immers uitgebreid in reisgidsen en het zijn ook vaak de plaatsen waar je al eens over gehoord heb. Voor de verandering pak ik het dit jaar anders aan. Ik ga het “platte land” verkennen, alhoewel plat... Ik ga proberen zoveel mogelijk in agriturismi te slapen (of voor zolang het leuk blijft). Een agriturismo is een boerderij die, om wat geld bij te verdienen, ook kamers of appartementen verhuurt, en het concept is behoorlijk populair in Italie. Het agriturismo dat ik met Francesco aangedaan heb ligt aan het Comomeer, maar dan bijna een kilometer hoger. Haarspeldbochten, 20% hellingen, mijn auto heeft nog nooit zo hard moeten werken. 2 uur rijden over 60 kilometer weg . Een Engelsman en z'n Braziliaanse vriendin hadden schijnbaar op hun motoren doodsangsten uitgestaan (vooral de man, aangezien z'n tank leeg en dus z'n voorkant licht was) en het was nog maar de vraag of hij de berg weer af durfde te rijden de volgende ochtend. Dit is een van de grotere agriturismi, maar daarom niet minder mooi. Het gebouw is prachtig, iedereen heeft z'n eigen voordeur naar buiten, vaak met een klein terrasje en een paar stoelen. Buiten zijn meerdere grote terrassen, eentje overdekt met hangende druiven. Ze maken kaas van melk van hun eigen geiten (wat duurt dat melken lang!) en ze verbouwen hun eigen groenten. Verder loopt er nog ergens een ezel rond, en word je de hele ochtend wakkergehouden door hanen (dat laatste geldt voor alle agriturismi kan ik je nu na 3 agriturismi vertellen). De eerste dag hebben we niet veel meer gedaan dan wat lopen in de bergen en hebben we het “huisvrouwkoken” van ons hotel uitgeprobeerd: kazen, pure met kalfsstoofpot, chocoladetaart met peren. 's Avonds heerlijk buitengezeten met een netbook, een grappa en een biertje. Uilengeoehoe op de achtergrond, een gigantische loebas van een schaapshond naast me, en de instructies hoe de lichten uit te doen, aangezien ik de laatste was .
Dinsdag 30/8
Maandagnacht voor het eerst in tijden gesnurkt. Ik ben een lattenbodem gewend, en blijkbaar zorgt dat ervoor dat ik niet op mijn rug slaap, maar deze zachte verenbodem laat me zonder problemen op mijn rug slapen en dan snurk ik ontzettend. Francesco maakt me 's nachts wakker om zelf te kunnen slapen. Anyhoo, vroeg opgestaan, koffie gedronken en wat getyped. Ontbeten. Kaas, brood , honing, salami. Naar beneden gereden vanuit Schignano naar Argegno, verkeerd doorgereden naar Brieno. Kerkje bekeken, toen teruggegaan naar Argegno. Net de boot gemist omdat de kaartjesverkoper sloom en de boot snel was. Even Argegno bekeken, niet veel waard om 1.5 uur te wachten, doorgereden naar Menaggio (a trois). Boot naar Belagio, superdruk, fucking Amerikanen, kak-Hollanders en Britten. Eiland overgestoken naar de andere kust en aan een rustige haven de benen in het water laten zakken. Half uur later keken we achterom, zater er nog 10 anderen om ons heen. Terug, focacchia achtige pizza gegeten, daarna een soort cannelino en nog een ding met cannel... (zoet gebak gevuld met gedroogd fruit). Door naar Varenna. Botanische tuin, water gedronken uit de fiumi di latte. Terug naar Menaggio, gegeten. Eerst gedroogde vis op nat polenta toast. Niet goed. Daarna F iets met gnocchi en een beest en kaas (heeeeerlijk), ik had cozze alle romana, met als contorno gekookte aardappelen. Alla romana betekent met tomaten en rode pepers gekookt. Super, maar veel bekijks van de Duitse kinderen naast ons... (overhoorde moeder zeggen: maar je hamburger leefde eerst ook). Francesco reed naar het agriturismo omdat ik een 0.4 bier op had. Hij kon slecht zien in de enge bochten (donker),maar toen ik de breedstralers aanzette ging het al een stuk beter!
Uiteindelijk samen in de wifiruimte gezeten. F heeft z'n chinadocumenten ingevuld, ik een hotel gezocht. F heeft een agriturismo bij Maranelo (Ferrari) gevonden, ik heb zelf gebeld en helemaal overtuigend een kamer besteld. F naar bed, ik type dit verhaal.
Zaterdag 26/8
Zaterdag vertrok ik rond 8:15. Iedereen voorspelde veel vertragingen vanwege de vele wegwerkzaamheden, dus ik wilde vroeg op pad. Er waren inderdaad veel werkzaamheden, maar ik heb zelden minder dan de maximaal toegestane snelheid hoeven rijden dus ik was, inclusief twee keer stoppen voor wat benenstrekken, eten en aftappen, maar een kwartier later dan de door mijn gps voorspelde tijd bij Francesco, rond 14:45. Francesco is net verhuisd, maar kon niet alles in z’n auto kwijt, dus naast vakantievoertuig, deed mijn auto ook dienst als verhuiswagen van z’n laatste spullen uit Amsterdam. Na het uitladen was het tempo gelukkig lekker laag. Taart eten met perzikken en een zuur soort pruimen, koffie, en wat bijpraten, daarna een tour du Basel. Een niet al te grote stad, mooie oude gebouwen, doormiddengehakt door de rijn, en daardoor voorzien van een paar erg mooie uitzichtpunten. Leuk: een boot die de rivier oversteekt door aan een kabel die hoog boven de rivier is gespannen te hangen en z’n roer te draaien. Zonder motor toch een heel stabiel pontje. Hoogtepunt voor mij: Globus, een soort delicatesse-bijenkorf. Dus een supermarkt voor mensen met geld. Gedroogde morielen, caviaar, wat je maar hebben wil . Dit MOET de Hollandse bijenkorf invoeren! Nu de frank een euro is echter niet uit eten gegaan in Zwitserland (wel een lokale aufschnitt teller besteld, maar geweldige carne salata), maar gelukkig heeft Benadetta ons een geweldige spaetzle-ovenschotel met zeer goede, Hollandsche kaas en gebakken uien gemaakt en voor we het wisten was het bedtijd.
Bij 't uitchecken de volgende ochtend dus even gevraagd waar de slijter zat die de ober de vorige dag had aangeraden. Geen slijter, volgens de hoteleigenaar, mevrouw stoker zelf. Hij belde even naar mevrouw Fochs: Twee "Gäster" waren geďnteresseerd in haar schnaps, of ze die Vormittag thuis was. Weinstraße 20, net tien huizen verwijderd van datzelfde hotel aan diezelfde straat. Meer dan een plakkaat aan de wand van een woonhuis tussen nummer 22 en nummer 20 was er niet, en aanbellen had geen effect. Mevrouw was even bij de rijdende bakker, de Duitse variant van onze ouderwetse melkboer. 10 uur is immers niet Vormittag. Maar we hielden vol, en de mevrouw die bij thuiskomst uiteindelijk hallo riep vanaf nummer 22 deed de garagedeur bij nummer 20 van binnen open. We stapten een kleine L-vormige ruimte binnen. Links een bar vol flessen van iets sterkers met ernaast een vitrinekast vol medailles en bekers, gewonnen bij verschillende schnapsconcours, en rechts een honderdtal flessen op tafels, klaar om verkocht te worden. Gele pruimenschnaps, de fameuze Mirabelle van gisteren, blauwe pruimenschnaps waarvan ik alweer de naam vergeten ben, twee soorten appelschnaps (een met kruiden, een zonder), Williams schnaps met peren en twee speciale schnaps op basis van wijnrestproducten. De Weintrester, feitelijk een Duitse grappa, gemaakt door de restsuikers in de schillen die overblijven na het persen van de druiven (de pomace in het Engels) te fermenteren, en de Weinhefe, voor zover ik het technische Duits begreep dat mevrouw bezigde het destillaat van het gist en de aanhangende wijn die je uit de wijn filtert aan het eind van het fermenteerproces. Vooral dat laatste was mevrouws expertise. Ze distilleerde dat zelfs twee maal, gooide veel van wat er aan het begin en aan het eind uit de ketel komt lopen weg, om een zo mooi mogelijk product te verkrijgen, en had daarmee al jaren een gouden medaille gewonnen op het landelijk concours. Het was haar medicijn. In gist zaten bepaalde olieën, en die zaten nu ook in deze schnaps, en ze waren geloof ik goed voor je maag.
Nee, ze deed de distillatie niet in deze ruimte, maar verderop. Ze wees naar buiten, de straat in. Ze bracht het alsof er een industrieel complex aan nummer 20 vast zat. In plaats daarvan liep ze de deur uit waarmee wij binnengetreden waren en nog geen meter later opent ze de deur van een ruimte van 3x3 meter. Een prachtige koperen ketel met roest vrij stalen accesoires, ongeveer naar dit ontwerp, met dubbele bodem, in dit geval gestookt op olie, nam haast de de helft van de ruimte in beslag. Leuk zo'n ketel, maar buiten bedrijf is buiten 't hart zegt het aangepaste spreekwoord, en er moet natuurlijk wel geproefd worden. Graag had ik alles geproefd, maar toen ze rond kwart over tien om te proeven al een vol glas Weinhefe inschonk, durfde ik dat al niet meer aan. Ik moest immers naast de übergetrainde Wipi nog de stad Trier en de natuur van Luxemburg verkennen, en dat kan ik vast niet met 6 glazen schnaps in mijn ochtendmik volhouden. Dus ik richtte me op de twee wijnrestproducten. Weinhefe en Weintrenner. Exact dezelfde oorsprong, net een ander punt in de levenscyclus van de wijn, een behoorlijk groot verschil in smaak. De Weinhefe ruikt frisser, fruitiger, zachter, de Weintrester smaakt duidelijk alcoholischer, rauwer, heeft een veel sterkere geur, maar is vermoedelijk nog steeds een van de beste en meest geraffineerde grappa's die ik ooit geproefd heb. Ik ben met twee grote flessen naar huis gereden en heb er nu al spijt van, ik schrijf haar telefoonnummer op en als ik ooit nog eens in de buurt kom neem ik wel het gehele sixpack aan smaken mee!