Vorige week zondagavond ben ik redelijk vroeg vertrokken i.v.m. de velddienst die maandag begon. Terwijl ik aan kwam fietsen op m'n gare stationsros zag ik de eerste jongens van m'n groep al. Eén nam bij de poort nog innig afscheid van z'n vriendin terwijl een ander met z'n tas richting het kasteel sjouwde. Op het moment dat ik ze zag, maakte een opgewekt gevoel zich van mij meester. Ik zag best op tegen de komende velddienst - de weersvoorspellingen waren bepaald niet zonnig en ik had een matig beeld van wat ons stond te wachten - maar de sfeer in onze groep is goed en dan kun je veel aan.
Maandagmorgen maakten wij ons gereed, haalden onze geweren op en stapten op de bus. Net als bij de eerste velddienst was het guur, koud en ijsregende het een beetje. Aangekomen op de Rucphense Heide stapten we uit de bus en verplaatsten ons tactisch in de richting van ons bivak. Daar moesten we op een slimme manier onze tenten zó opstellen dat we onszelf bij een mogelijk aanval goed konden verdedigen. Door miscommunicatie verliep dat niet zo vlot met als gevolg dat we onze tenten twee keer moesten afbreken voor we de definitieve opstelling hadden bereikt. Op zo'n moment vraag ik mij altijd af of dat nu de bedoeling van de opdracht is (mentale weerbaarheidstraining) of dat het werkelijk miscommunicatie is. Tijdens de evaluatie aan het einde van de dag bleek het toch dat laatste te zijn. Zuur, maar een goede les voor de volgende keer. 's Avonds aten we uit blik en bij het ondergaan van de zon deden we een tactische verkenning voor een waarneempost die we de volgende dag zouden bouwen. Al met al een leerzame dag die helaas toch nog afgesloten werd met een vervelende 'oefening'. Tijdens de verkenning hadden we ons gezicht gecamoufleerd met een dik soort schmink. Die moest er 's avonds voor het slapen gaan weer af. Zonder licht en washandjes is dat erg lastig. Bij inspectie bleek dan ook dat hier en daar nog resten 'camo' in onze oren, hals en ooghoeken zaten. Blijkbaar waren we erg 'gehecht' aan onze camo dus mochten we ons weer insmeren. En daarna weer schoonmaken... De volgende morgen verplicht scheren en daarna weer camo op i.v.m. een tactische verplaatsing. Jullie zullen begrijpen dat m'n gezicht behoorlijk begon te jeuken
De volgende dag was eigenlijk best leuk. We bouwden onze waarneempost met veel enthousiasme en waren dan ook best teleurgesteld toen we hem aan het einde van de middag moesten afbreken. Ik had me er namelijk al op ingesteld dat ik er 's nachts in zou plaatsnemen. Nu had de nacht blijkbaar een andere verrassing voor ons in petto... Na het avondeten pleegde we nog wat onderhoud en toen het donker was geworden kregen we een oefening in nachtelijk kaartlezen. M'n buddy en ik kozen voor een conservatieve benadering om i.i.g. te voorkomen dat we zouden verdwalen. Die kostte wel wat extra tijd, maar al met al waren we redelijk op tijd weer binnen. Tegen middernacht deden we nog een korte alarmoefening en dronken nog wat warms voor we onze slaapzak indoken.
Rond een uur of half twee werden we opgeschrikt door een aanval. Rondom onze tenten klonken explosies en er werd e.e.a. geschreeuwd. Als de gesmeerde bliksem probeerde ik al m'n kleding en uitrusting aan te trekken. Dat is voorwaar geen sinecure. Ik zal proberen te schetsen hoe dat gaat. Ik lig op m'n rug met alleen m'n onderbroek aan in m'n slaapzak. Rondom m'n enkels zit m'n broek, m'n sokken liggen naast m'n benen, m'n t-shirt ligt op m'n buik en m'n jasje ligt onder m'n rug met de mouwen naar buiten zodat ik er zo in kan schieten. Wel, dat valt nog vies tegen. De tent is erg klein, dus je hebt nauwelijks ruimte om je armen en benen uit te strekken en je mag geen licht gebruiken, dus alles gaat op de tast. Het eerste probleem deed zich voor bij de sokken. Ik had ze weliswaar snel te pakken, maar onder en boven laat zich niet zo makkelijk voelen dus pas toen ik ze aantrok merkte ik dat er iets niet goed zat. Hup, draaien die dingen. Vervolgens deed zich wat vertraging voor bij het aantrekken van m'n jasje. Daar had ik ook nog een bontje omheen i.v.m. de kou en dat maakte het een stuk lastiger om aan te trekken. Terwijl ik m'n armen door de mouwen wurmde hoorde ik nog meer schreeuwen buiten en werd er aan m'n tent 'geklopt'. Hierna deed ik m'n kisten aan, pakte m'n jas en gooide zo snel als dat kon m'n gasmaskertas, harnas, rugzak en geweer om m'n schouders. Jullie kunnen je wel voorstellen dat wanneer je als een Michelinmannetje bent aangekleed met je jas los het voorwaar geen gemakkelijke opgave is om ook nog tig hengels en een slaapzak (!) kundig om je nek te gooien. Met m'n linkerarm in een soort poliohouding en m'n geweer half om m'n nek hangend rende ik hals over kop op losse kisten naar de verzamelplek. Gelukkig was ik niet de laatste, maar dat werd ik daarna wel toen we op weg gingen naar ons schuilbivak.
Terwijl iedereen z'n geweer laadde rommelde ik nog met al m'n knopen, ritsen, veters en hengels. Nadat iedereen had geladen renden we zo snel als we konden naar ons schuilbivak. Daar hebben we vervolgens de rest van de nacht in onze slaapzakken tussen jonge boompjes doorgebracht. Zelf heb ik ongeveer anderhalf uur geslapen, omdat ik midden in de nacht en aan het begin van de ochtend de wacht moest houden. De volgende dag was ik redelijk gebroken, maar we konden met onze groep wel terugkijken op een geslaagde oefening: we hoorden van de majoor dat we als eersten op ons schuilbivak waren 's Morgens kregen we nog les in krijgsgevangennemen. De rest van de dag besteedden we aan het opruimen van het bivak, poetsen van onze geweren en uitrusting en het volgen van een les commandovoering. Met rode hoofden van de weggepoetste camo en inspanning gingen we slapen.
Donderdag en vrijdag waren leerzame dagen met lessen commandovoering, sport (zwemmen), een gasmaskeroefening in een zogenaamde maskeroefenruimte en een les in het herkennen van verschillende soorten munitie. Daarover later misschien meer. Nu gauw m'n spullen pakken en op naar Breda!
Onze ontgroening begon in de loop van de vorige week. De drie opleidingspelotons verzamelden op de binnenplaats waar het commando werd overgedragen op de "ontgroeningscommissie". Daarna werd een heel akelige sfeer gecreëerd en begon voor ons de ontgroening.
Die was meteen goed raak. Op de een of andere manier hangt om mij een aura van toegankelijkheid, want zo gemakkelijk als een omaatje in de trein mij vraagt op haar spullen te letten, zo gemakkelijk begon onze "ontgroenaar" zijn "taak" op mij uit te oefenen. Dat hield ik precies een avond vol, daarna schoot het in m'n rug. Tijdens deze "momenten van beperkte vreugde" (cit. kapitein), deed het mij veel goed de meelevende blikken van enkele ouderejaars te onmoeten. Ook moet worden vermeld dat ik goed in de gaten werd gehouden door EHBO'ers. Hoe dan ook, de volgende dag maakte ik mijn opwachting in het zogenaamde "mutantenpeloton".
In dit peloton zaten alle cadetten met kwetsuren. Enerzijds was ik erg blij dat ik in dit peloton terechtkwam, omdat mijn rug kon herstellen. Anderzijds baalde ik er enorm van, omdat m'n kameraden verbroederden terwijl ik luid het mutantenlied zingend in een telgangpas over het terrein schoof. Op die momenten heb je er een kapotte rug voor over om met je kameraden mee te doen. Terwijl zij fysiek werden uitgedaagd, werden wij mentaal op de proef gesteld. Dat gebeurde op uiterst creatieve wijze waarbij wijzelf soms mentale warming-ups moesten verzinnen alvorens het echte werk kon beginnen.
Een van de betere kanten van de Co-tijd is de kennis die je opdoet over de KMA. Zo kregen we een rondleiding langs de historische kilometer, een route langs allerlei historische bezienswaardigheden en wetenswaardigheden zoals het Huis van Brecht (oudste stenen huis van Breda, thans bibliotheek en ruimte voor de geestelijke verzorging, 2e helft veertiende eeuw), Het Voske (monument ter herinnering aan het 'Turfschip van Breda', 1590) en de Grote Zaal (de voormalige ridderzaal waar Nederland en Engeland Suriname om New York ruilden, 1667). Tijdens deze rondleiding kregen we ook uitleg over het verhaal achter de Henricuspoort. Alle cadetten nemen de houding aan als ze door deze poort lopen. Waarom? Zie: deze link.
Na ieder normaal onderdeel volgde steevast een vervelend, akelig of zelfs grensoverschrijdend onderdeel. Omdat je vantevoren niet weet hoe het normenoverschrijdende-activiteitenspectrum eruit ziet, is het moeilijk om je eigen grens te bepalen. Er zijn zoveel dingen "niet leuk", maar moet je die daarom weigeren? Bij die instelling, maak je het jezelf onmogelijk. Anderzijds zijn er activiteiten waaraan je absoluut niet mee wilt doen, maar die je onder grote druk wel worden opgedragen. Hoe ga je daar mee om? Wel, ik had vantevoren - zo goed en zo kwaad als dat gaat - mijzelf een beeld geschetst van een aantal normen die ik absoluut niet wilde overschrijden. Op de tweede avond was één daarvan aan de beurt. Ik werd fysiek onpasselijk, kreeg knallende koppijn en had het helemaal gehad. Als dit het corpsleven is, dan is het mooi geweest! Eenmaal buiten heb ik om een mentor gevraagd die ik vervolgens om een geestelijk verzorger (GV'er) vroeg. De mentoren vallen immers onder het ontgroeningssysteem en ik vertrouwde niemand meer en wilde met een normaal mens buiten de ontgroening spreken. Na een tijdje voet bij stuk houden werd mijn verzoek verhoord en kreeg ik een time-out. Ik moet zeggen dat de mentoren die ik vervolgens nog sprak uiterst professioneel en integer met mij omgingen, zodat ik opgelucht en zonder hoofdpijn weer verder kon. Een compliment voor de organisatie! De tijd na deze break was nog steeds niet altijd even leuk, maar zeker niet onterend of ondoenlijk.
Naast de kennismaking met de historie van de KMA, maakten we ook kennis met de verschillende commissies en hun besturen, de corpsliederen en -gebruiken. Soms op redelijk ontspannen wijze, meestal onder fysieke en/of mentale druk. Een tijdje voor het einde van de ontgroening kregen we een toets voorgelegd. Natuurlijk op gepaste wijze. Deze toets bestond uit een aantal onderdelen (algemene kennis, defensiekennis, corpskennis en KMA-kennis). Voor ieder onderdeel moest een voldoende worden gescoord. Samen met drie anderen heb ik deze toets gehaald Dat vervulde mij wel met enige gepaste trots, maar meer had ik er ook niet aan, want ik moest natuurlijk evenzogoed weer aan de gang met de rest om toch nog voldoende kennis op te bouwen... Na de nodige momenten van beperkte vreugde kwam het einde in zicht. De Co-tijd werd afgesloten met de inauguratie en een exquise diner.
De volgende dag besteedden we aan het schoonmaken van onze kamers en de rest van het kasteel. Die dag werden in het kader van een programma over legendes ook opnames gemaakt op het kasteel. Het schijnt dat aan het einde van de negentiende eeuw een vrouw verkleed als man de officiersopleiding heeft gevolgd. Binnnenkort zendt de NCRV daarover een documentaire uit. Tevens hebben we ‘s middags een evaluatie over de ontgroening gehouden met het kader.
De mooiste dag van de afgelopen week was echter de dag waarop we naar Oirschot gingen voor een schietoefening. Daar hebben ze verschillende schietbanen waaronder een 100-meterbaan waarop wij onze kunsten mochten vertonen. Dit was voor de meesten van ons de eerste keer dat met scherp werd geschoten. Spannend dus. We begonnen met een rondje warmschieten op een halve cirkel. Daarna stelden we de korrel en het vizier zodanig af, dat een kogel die wordt afgevuurd op de roos ook daadwerkelijk daar terechtkomt. Tot slot moesten we driemaal een target (blikken torso) beschieten vanuit drie verschillende posities (liggend, knielend en staand) waarvan minimaal 2 uit 3 raak. Vanuit de eerste twee posities schoot ik 2 uit 3, omdat m’n korrel nogal scheef stond. Nadat die door de majoor was recht gezet, schoot ik 3 uit 3. Ik moet zeggen: zo’n wedstrijdje tegen jezelf geeft best een kick als het goed gaat. Grappig detail: tussen twee oefeningen door huppelde er ineens een konijntje vrolijk over de baan. Blijkbaar zijn die beesten zo geconditioneerd, dat ze geen enkele angst meer hebben voor onze kogels Na de schietoefening kregen we sportles op een touwbaan op hoogte en op de internationale hindernisbaan. Gelukkig viel de hoogte van de touwbaan best mee, zodat ik zonder veel vrees de oefeningen kon doen. Daar waar het echt spannend werd (over een smalle balk lopen op ongeveer 6 meter hoogte), was gelukkig een net gespannen. Gouden tip: blijf vooruit kijken!
De laatste dag van de afgelopen week was het vervelendst. Na de Co-tijd hadden we, verpakt in plastic zakken, van de ouderejaars wat te eten en drinken gekregen. Nu geldt er de regel dat je geen eten op je kamer mag hebben, met als uitzondering houdbaar eten in een afgesloten verpakking. Hoe het ook zij, tijdens een toevallige inspectie stuitte de kapitein op open zakken chips die op tafel lagen. Hiermee werd de regel overtreden en woensdagmorgen voor vertrek naar de schietbaan werd ons meegedeeld dat we daarom het komende weekend niet naar huis mochten, maar in tentjes op het terrein zouden slapen, omdat we het kasteel niet waardig waren. Wij baalden enorm en op vrijdagmiddag, na inspectie, was het dan zover. Met al onze uitrusting, met uitzondering van het ‘blauw’ (dat is het dagelijks tenue), moesten we in no-time op een grasveld verschijnen om onze tentjes op te gaan zetten. Zo bevolen, zo gedaan. Toen de tentjes stonden, moesten ze weer worden afgebroken en opnieuw (maar nu goed!) worden opgezet. Na dit circus traden we aan voor een mars, maar na een toespraak van de kapitein en adjudant, kregen we een les commandovoering. Na de les kregen we nog een resumé van de avond en mochten we (gelukkig!!) naar huis. Die nacht zou de 5e nacht in 6 weken worden dat ik weer in m’n eigen bed zou slapen... Of zoals een collega-cadet het uitdrukte: ‘Ik dacht dat ik aan een opleiding was begonnen, maar dit begint meer op een uitzending te lijken.’
Hoi allemaal, allereerst wil ik jullie bedanken voor jullie leuke reacties en hoge waardering van de blog. Dat doet goed! Hieronder volgt deel twee van mijn soldatenfeuilleton. Veel leesplezier.
Wat sommigen misschien nog niet weten is dat mijn weken op de KMA niet op maandagmorgen, maar al op zondagavond beginnen. Voor 24:00 uur moeten we binnen zijn, zodat we de volgende morgen tijd genoeg hebben om te wassen, te ontbijten en onze kamers te kuisen. Om half acht militaire tijd, lees 07:25 uur, staan we in de houding en meldt de kameroudste de kamer aan voor inspectie bij de majoor. Gewapend met een zaklampje loopt die vervolgens langs de plinten op zoek naar stofnesten en zandkorrels. Dat klinkt nogal streng en dat is het ook, maar gelukkig is onze instructeur gezegend met een forse dosis droge humor die hij ook 's morgens vroeg aanwendt: “Sinterklaas al in het land?” bij een stel kisten die staan te drogen of “Goedemorgen Pino!” bij het vinden van een stofnest. Na de inspectie maken we ons op voor de eerste les die om 08:00 uur begint. Dat gaat meestal niet zonder slag of stoot.
We pakken onze spullen en lopen naar een van de zij-ingangen van Het Kasteel. Daar stellen we ons pelotonsgewijs op voordat we afmarcheren naar Het Uiltje, het gebouw waar we meestal les krijgen. Echter, dat pelotonsgewijs opstellen is nog lastiger dan je denkt. Soms ontbreekt er iemand, dan weer heeft er één kauwgom in z'n “gezicht” en een andere keer weet de pelotonsoudste (PO) niet precies wat de bedoeling is. Terwijl we zo staan te stuntelen om op tijd en netjes uitgelijnd in de houding te staan (“Peloton, geef acht!”, “Met verkorte tussenruimte naar rechts, richten!”, “Hoofd, front!”), worden we gadegeslagen door een van de instructeurs die vervolgens met luide stem duidelijk maakt dat we er nog niet veel van bakken. Na wat verbale correcties en opdrukoefeningen (optioneel) draaien we naar rechts (“Rechts, om!”) en marcheren af (“Voorwaarts, mars!”). Op naar de les.
Zo hadden we maandagmiddag zwemles. Nou ja, zwemles... Voor mij was dit het meest afmattende moment van de opleiding tot nu toe. Eerst werd het bad verdeeld in 5 banen: de beste zwemmers in het midden, de gemiddelde daarnaast en de matige aan de buitenkant. Ik besloot me bij de rij der gemiddelden aan te sluiten. We begonnen met een paar baantjes “warm zwemmen”. Ik zag iedereen duiken en besloot dat ook maar eens te proberen. Meestal ga ik te water zoals Paul de Leeuw laatst in “Katja tegen de rest” (handen bij elkaar en naar voren gericht, hoofd voorover en je vervolgens toch maar laten vallen i.p.v. te duiken), maar ditmaal lukte het me een geslaagde duik te maken. Dit was het enige moment van vreugde, want niet lang daarna moest ik me 15 keer opdrukken omdat ik m'n knieën had gebruikt bij het uit het water komen. Vervolgens had ik een heel bad voor mijzelf om terug te zwemmen, omdat de rest alweer aan de andere kant stond. En dan maar onder toeziend oog van iedereen proberen jezelf aan je armen omhoog te hijsen... Het doet veel deugd om dan een uitgestrekte hand van een medecadet te ontmoeten, die overigens door de sportinstructeur weer hard werd teruggecommandeerd... Leuk is anders. In de tijd die zou volgen, werd het alleen maar zwaarder met als absoluut dieptepunt een pittige sessie watertrappelen waarbij je je handen op je hoofd moest leggen, daarna uitgestrekt omhoog moest houden en vervolgens weer op je hoofd moest leggen. Ik kreeg kramp, vreesde te verdrinken en kon niet anders dan smokkelen met m’n armen. Gelukkig zonder consequenties, want ik zou werkelijk verzopen zijn. Na de les kregen we een paar minuten de tijd om omgekleed weer buiten te staan. Dat lukt natuurlijk nooit met 38 man, dus mochten we weer terug het zwembad in. Na een korte watertrappelsessie weer naar buiten, te laat volgens de instructeur, dus weer het zwembad in... Daarna was waarschijnlijk de gereserveerde tijd van het zwembad om en mochten we terug naar het kasteel om ons tenue weer aan te trekken. Een zware dag. Gelukkig zou de volgende dag leuker worden.
Op dinsdag kregen we een schietoefening in de de zogenaamde KKW-sim (een simulator voor kleinkaliber wapens). Hierbij moet je je een kleine dome voorstellen met een bioscoopscherm en twee projectoren. Daarvoor zijn tien plekken gemarkeerd waarop je je houding (liggend, knielend, staand) kunt aannemen en met een simulatorgeweer (Diemaco C8, een soort M16) op geprojecteerde mannetjes kunt schieten. Dit is werkelijk heel gaaf om te doen, omdat je een overzicht krijgt van je prestaties. Teveel verticale afwijking duidt op een verkeerde ademtechniek, teveel horizontale afwijking op een verkrampte afdruktechniek. Zodra je daarmee rekening houdt gaan je prestaties omhoog. Voor een beginneling deed ik het niet slecht. Met name het liggend schietend ging me goed af. Daarbij hoef je het geweer nauwelijks te dragen en heb je dus geen last van mogelijk trillende of verkrampte armen. Overigens duurde het even voordat ik m’n oefeningen kon doen, want aanvankelijk had ik een geweer dat weigerde. De manier waarop dat wordt geconstateerd is typisch militair. Op blaftoon: “Van der Laan, staat jouw geweer op triple?!”. Met twijfel in de stem: “Nee, majoor.” Brommend: “Hmmm, probeer nog eens.”Ik probeerde het weer, maar zonder resultaat. Dan twee majoors die door elkaar heen roepen: “Naar rechts!”. Omdat we bij deze les verschillende houdingen oefenden bewoog ik mij naar rechts. Dat was echter niet de bedoeling: “Niet naar rechts bewegen! Meer naar rechts schieten!” Nadat ik dat geprobeerd had, gaf het systeem nog steeds geen kik, dus mocht ik een plaats naar rechts opschuiven. Vanaf toen ging het goed en het werd echt gaaf toen we aan het einde van de les met z’n tienen een virtuele aanval moesten neerslaan. Een geslaagde ochtend.
Woensdagmiddag kregen we militaire zelfverdediging (MZV), oftewel: boksen. Sommigen van jullie beginnen nu waarschijnlijk al te lachen, en terecht Dit is zo’n onderdeel dat niet echt aan mij is besteed, maar aan de andere kant vind ik het ook wel leuk om te doen, omdat het allemaal nieuw is en ik dus erg veel kan leren. ‘t Is overigens vermoeiender dan je zou denken. Ik kan me nu voorstellen waarom die zwaargewichten op het einde van een gevecht alleen nog maar tegen elkaar aan kunnen hangen .
De donderdag stond in het teken van Militair Recht. Dit vak wordt gegeven door de adjudant en is best interessant. Er zijn drie soorten militair recht te onderscheiden: militair tuchtrecht, militair strafrecht en oorlogsrecht. Wij kregen les in de eerste twee. Militair tuchtrecht gaat over discipline en hoe je je behoort te gedragen als militair. Mede n.a.v. de commissie Staal is daar veel aandacht voor en met onze nieuwe minister van de Christenunie zal dat zeker niet minder worden. Echter, als je je als burger netjes gedraagt, hoef je je als militair m.i. niet zoveel zorgen te maken. Wel zijn er een aantal punten die je goed tot je door moet laten dringen: zo behoor je dienstbevelen altijd uit te voeren mits niet in strijd met het Wetboek van (Militair) Strafrecht en behoor je militair minderen altijd aan te spreken op hun gedrag. We leerden over de geldigheid van het militair tuchtrecht (tijdens diensttijd, op kazernes en in uniform) en dat je bij misdragingen gestraft kunt worden door de zogenaamde Tot Straffen Bevoegd Meerdere of TSBM. In ons geval is dit de commandant van het squadron. Bij het militair strafrecht stonden we (nu nog) minder lang stil. Ik weet nu in ieder geval wel dat er geen militaire rechtbank bestaat in Nederland, maar een militaire kamer die is gehuisvest in de rechtbank van Arnhem. Daar spreekt een burgerrechter recht volgens het militair strafrecht. Gelukkig werkt onze democratie redelijk door in de krijgsmacht!
Vrijdagmorgen kregen we voor het eerst een sportles op de hindernisbaan (de hiba). Dit is echt zo'n typische baan uit Amerikaanse Hollywoodfilms. Vandaag deden wij de eerste helft. Die begon met een minimaal 6 meter hoge klimtoren waar je overheen moest. Bij het zien van deze uit de kluiten gewassen ladder stond het zweet mij in m'n handen en nam m'n hartslag al bij voorbaat aardig toe. Gelukkig was ik niet de enige met hoogtevrees, dus besloot ik maar zo rap als ik kon in dit ding omhoog te klimmen, goed op m'n techniek te letten en vooral niet naar beneden te kijken. Dit hielp. Ik had 'm redelijk snel te pakken. Daarna volgde een soort grindbak met vier laag gespannen koorden. Die koorden hangen ongeveer op kniehoogte en zijn een meter of anderhalf van elkaar verwijderd. Een buitengewoon handig obstakel om flink over te struikelen Na deze eerste motorische oefening volgde een tweede: de evenwichtsbalk. Hierbij moet je denken aan een betonnen paal ter breedte van je kisten die over een gracht is gelegd. In eerste instantie leek het me niet zo'n probleem, maar toen ik een aantal jongens zag aarzelen en over die balk schuifelen werd het mij ook een beetje bang te moede. Gelukkig viel het erg mee zolang je je maar concentreert op het einde van de balk of de horizon en niet vlak voor je eigen voeten gaat kijken. Iedereen kwam droog over. Na de evenwichtsbalk volgde een stukje tijgeren door een zandbank waaroverheen een net was gespannen. Omdat je al tijgerend veel zand meesjouwt, was het begin van deze baan behoorlijk uitgehold waardoor je op handen en voeten kon beginnen. Aan het einde was die daardoor echter opgehoogd en kon je alleen nog maar laag tijgeren: zwaar! Hierna volgde een stenen muur met daarin op een hoogte van ongeveer 1,5 m vier vensters van ongeveer 1 m x 1 m. Hierbij was het de bedoeling op een soepele manier door de vensters te komen. Dat is nog best pittig, omdat je je natuurlijk nauwelijks kunt afzetten tegen een verticale muur Na deze muur kwam mijn favoriete hindernis: de Ierse Tafel. Een soort evenwichtsbalk met ongelijke leggers, waarbij de eerste legger op ongeveer 30 centimeter en de tweede legger op ongeveer 2 meter. Je neemt een aanloopje, zet af op de eerste legger en springt naar de tweede waarbij je je aan je armen omhoogtrekt zodat je met je buik tegen de tweede legger hangt. Vervolgens zwaai je een keer naar voren, daarna naar achteren en je gooit jezelf over de balk. Tijdens mijn achterzwaai hoorde ik een aanzwellend 'woow' achter me en voor ik er erg in had, lag ik al op de tweede balk. Een slimme medecadet gaf me een goede tip voor de volgende keer: probeer iets minder te zwaaien, want als je dat met 10 kilo op je rug doet, ga je er zelf heel rap achteraan Na de Ierse Tafel volgde nog een rioolbuis waar we op handen en voeten doorheen moesten. Slecht voor je rug, maar wel goed te doen. Al met al een gave ervaring! Vrijdagmiddag kregen we nog een kleine mentale training voor we naar huis mochten: kamer opruimen, vervolgens opstellen met bepakking, te langzaam, ga maar weer terug, vervolgens weer opstellen, nog steeds te langzaam, preek en naar huis met als laatste dienstbevel een bloemetje voor je moeder te kopen i.v.m. de was en de groeten over te brengen van de kapitein Het weekend was begonnen!
Tot slot: ik probeer altijd zo min mogelijk jargon te gebruiken, omdat het voor niet-ingewijden onbegrijpelijk is en je daarmee automatisch je publiek buitensluit. Echter, militair jargon is wel heel komisch. Als uitsmijter heb ik daarom een leuke link naar militair jargon toegevoegd. En geloof me: deze woorden en afkortingen worden echt gebruikt: link!
P.S. Geiteland staat nog wel in de lijst, wordt ook veel gebezigd op de KMA, maar is afgelopen week verboden door onze nieuwe minister van defensie Van Middelkoop.
Drie weken geleden, op maandag 5 februari meldde ik mij in alle vroegte bij de poort van Het Kasteel te Breda. Daar is de Koninklijke Militaire Academie (KMA) gevestigd waar ik de officiersopleiding bij de Luchtmacht volg. In de ochtendschemering kwamen van alle kanten jonge cadetten aangefietst of -gelopen. Door het park, vanuit de binnenstad of reeds op de parade voor de gracht: een mooi gezicht. Ik meldde mij aan, toonde de opkomstbrief en kon doorfietsen. In de Grote Zaal (GroZa), een statige zaal met veel zuilen, werden we ontvangen. Daar maakte ik gelijk kennis met militaire duidelijkheid.
Om een of andere reden wilde ik de commandant van ons peloton iets vragen. In principe stel je eerst je vraag aan je buddy (kameraad soldaat). Als hij het antwoord niet weet aan de groepsoudste (GO), dan aan de pelotonoudste (PO), dan aan de groepsinstructeur (een majoor) en dan pas aan de pelotonscommandant (een kapitein). Daarbij houd je ook de regels van aanmelden in acht: loop naar je meerdere, neem de houding aan, wacht terwijl je oogcontact zoekt, meld je aan (“De soldaat Van der Laan meldt zich, kapitein.”), op zijn commando neem je de rusthouding aan en stel je je vraag, na zijn antwoord neem je de houding weer aan en maak je rechtsomkeert. Enfin, een fors protocol voor een beginnend cadet soldaat. Ik was hiermee niet bekend en stapte nietvermoedend op de kapitein af, keek hem vriendelijk aan, groette hem met “hoi” en werd vervolgens in niet mis te verstane bewoordingen afgeblaft waarvan ik mij alleen nog het laatste “Verdwijn!” kan herinneren. Daar heb ik maar gehoor aan gegeven en na instructie van onze GO e.e.a. opnieuw geprobeerd. Nu met succes. Ik had mijn doop gehad en wist niet dat er nog meer dopen zouden komen.
De eerste twee dagen waren heftig en niet erg leuk. Je wordt van hot naar her gesjouwd en een programma wordt je bewust onthouden. Ik kan me nu niet eens meer precies alles herinneren, maar ik weet nog wel dat we door verschillende mensen werden toegesproken waarbij keer op keer duidelijk werd gemaakt dat we een vrije keuze hebben gemaakt, nu nog wegkunnen, er altijd veel cadetten afvallen, etc. enz. Geen vrolijke verhalen. Als je vervolgens ook nog eens onder de krijgstucht wordt gesteld, vraag je je wel even af waar je aan bent begonnen. Kies ik nu voor een aantrekkelijke baan met veel uitdaging en leer- en doorgroeimogelijkheden of ga ik de komende jaren m'n masochistische kant verder ontwikkelen? Hoe dan ook, ik liet me er niet door uit het veld slaan i.t.t. de eerste vlieger die toen al afscheid had genomen. Er zouden er nog meer volgen. Op de tweede dag haalden we ons tenue op in Utrecht en op de derde dag deden we een sporttest. Hierbij werd onze basisconditie en -kracht gemeten. Enerzijds moet je je daarbij vol geven, anderzijds is het verstandig om reserve te bewaren: je weet nooit wat komen gaat en met het oog op de eindmeting is het wel verstandig marge in te bouwen Hoe dan ook, op de shuttle-runtest scoorde ik 12,5 en dat deed m'n fysieke zelfvertrouwen veel goed. Op de vierde dag werden we 's morgen toegesproken door een hoge officier en op bivak gestuurd. Zijn praatje was wederom weinig bemoedigend en ditmaal werd veel nadruk gelegd op uitzendingen. Tijdens de voorlichtingsbijeenkomsten en testen in Soesterberg werd mij het beeld geschetst dat luchtverkeersleiders in principe alleen vanuit Nederland opereren, maar de afgelopen weken is duidelijk geworden dat dat een illusie is: alle militairen worden uitgezonden. Dat belooft nog wat met mijn vliegangst... Maar goed, in het kader van de door de krijgsmacht zo hoog aangeslagen integriteit heb ik dat tweemaal schriftelijk te kennen gegeven. Wordt vast nog vervolgd.
Toen we vertrokken voor ons bivak op het Van der Meerkamp in Rucphen begon het te sneeuwen. We pakten de bus in met onze spullen (harnas, helm en geweer) en voor we vertrokken mochten we nog 22 keer opdrukken omdat een onzer cadetten jarig was. Wijze tip: zwijg over je verjaardag, want je mag evenzoveel keer opdrukken met het hele peloton als je jaren oud bent geworden. Militaire humor kent geen grenzen. Aangekomen op het kamp moesten we per groep een boogtent opzetten. Mij viel de eer te beurt om dat voor onze groep te coördineren, maar wel nadat alle kennis (lees: militairen en cadetten met ervaring) uit onze groep was getrokken. Dat werd dus een debacle. Gelukkig was dat de bedoeling: in het leger leer je door fouten te maken. Na de evaluatie werd de kennis weer in de groep toegelaten en werden de tenten opgezet. 's Avonds aten we in de eettent.
De volgende dagen werd er veel gesport, kregen we les over normen en waarden, hygiëne en wapenonderhoud, deden we leiderschapsoefeningen, gingen op velddienst (lees: soldaatje spelen voor gevorderden) en kregen exercitieoefeningen. Een buitengewoon gevarieerd programma kortom waarbij voortdurend de klok in de gaten moest worden gehouden. Te laat? Ga maar in de voorligsteun en begin met opdrukken! Ook moesten we de uniformiteit scherp in de gaten houden: iedereen moet er hetzelfde uitzien. Is iemand een badge kwijt, dan moet het hele peloton zonder badge verschijnen. Helaas kom je daar pas achter op het moment dat het te laat is en kun je weer in de voorligsteun... Niet erg motiverend, maar zolang je het met het hele peloton doet ook weer niet heel erg vervelend.
Wel vervelend zijn de zogenaamd mentale trainingen. Zo werden we op een van de eerste avonden in een rap tempo naar de hei gemarcheerd waar we in het donker en de regen in twee uur tijd een put van 1,2 m x 1,2 m x 1,80 m moesten graven met ons pionierschopje. Een akelige opdracht als je niet precies weet hoe je pioschop werkt en je je handen lelijk openhaalt aan de scherpe randen en bloedblaren oploopt als je vingers tussen de scharnierende delen klem komen te zitten. Na ruim een uur vond de kapitein het resultaat niet goed genoeg en werden we gecommandeerd de hele boel weer dicht te gooien om daarna weer opnieuw te beginnen Ik kan er wel om lachen, al vind ik het absoluut zinloos en had ik liever in m'n bed gelegen, want erg veel slaap krijg je niet. En probeer je die tijdens de lessen in te halen, dan mag je naast je tafel gaan staan. Maar goed, zolang je inzet toont en onderweg geen reflecterende armbanden of andere parafernalia kwijtraakt kun je i.i.g. de opdrukdans en afblafceremonie redelijk ontspringen.
Het belangrijkste attribuut dat je nooit, maar dan ook nooit in de steek mag laten is je geweer. Dat draag je voortdurend op je lijf of heb je binnen een meter van je liggen. Veronachtzaam je dat gebod, dan ben je flink de sigaar. Twee jongens hebben een dag lang met een boomstam i.p.v. hun geweer mogen sjouwen en een derde mocht z'n buks opgraven nadat die eerst door zijn buddy een meter onder de grond was verstopt. En daarna weer lekker poetsen, want wee je gebeente als er een korrel zand is blijven zitten. De vrije-jaren-70-pedagogie is aan het leger voorbij gegaan Hier wordt de tere, verwende kinderziel met harde hand rechtgezet. Of zoals een van onze majoors het uitdrukt: “Wat je ouders in 20 jaar hebben verwaarloosd, kunnen wij niet in een paar weken rechtzetten, maar we doen ons best.”
Als je een bepaalde opdracht niet of niet op tijd haalt, luidt het steevast: “Niet goed? = Opnieuw!” Dat gaat door totdat het goed is of het kader (lees: de kapitein en zijn majoors) verveeld. Zelf kan ik hier ook over meepraten. Tijdens de eerste dagen kregen we de opdracht alle rangen, standen en aanspreektitels van de Luchtmacht, Landmacht, Marine en Marechaussee te leren. Dat is geen kattepis. Er zit een bepaalde logica in, maar die is m.i. vooral historisch van aard. Een echt systeem is er niet in te ontdekken, daarvoor zijn er teveel uitzonderingen. Het deed mij denken aan de werkwoorden bij Frans. Hoe dan ook, de eerste keer haalde ik de test niet. Gezien het adagium betekende dat dat ik de test nog eens moest doen. Wel, die tweede test kwam. Om twee uur 's nachts Gelukkig haalde ik hem die keer wel.
Op de laatste avond van het bivak moesten we nog eens de hei op om een kuil te graven. Dit keer duurde het minder lang, maar we moesten wel een stuk of vier keer opnieuw beginnen. Daarna kregen we nog een soort preek over mentaliteit, doorzettingsvermogen en inzet. Erg slaapverwekkend en dat kwam goed uit, want daarna mochten we onder de naakte hemel in onze slaapzak. De dag van vertrek begon met een mars van een kilometer of zeven in een stevig tempo en een waardeloze formatie waarbij de lange cadetten voorin liepen, de kleine achterin en de zwakke ertussen. Ik had mazzel, omdat ik voorin liep, maar achterin gingen een aantal meiden helemaal kapot. Hierna moesten we het kamp opruimen en aanvegen. De inspectie werd uitgevoerd door e.o.a. commando die er lol in had z'n laarzen van modder te ontdoen op het trottoir dat we net hadden aangeveegd: “Hmm, dit is nog niet schoon!”. Voorts wenste hij ons vooral geen succes. Erg bijzonder allemaal. Gelukkig hadden wij Het Kasteel met warme douches in het vooruitzicht.
Op Het Kasteel poetsten we al onze spullen en namen een douche. De volgende dagen poetsten we onze wapens een paar keer, kregen we nog sportles en een college door de afdeling persooneelszaken. Op vrijdagmiddag, nadat we onze kamers spik en span hadden opgeruimd en klaar stonden voor inspectie kregen we te horen dat we ons in burger mochten opstellen op de Binnenplaats (BiPla) voor vertrek! Dat was niet tegen dovemansoren gezegd. In no-time stond iedereen op de BiPla en mochten we naar huis!
Aan het einde van m'n vakantie gaf Willem, een andere vriend, een feestje. Ik had er veel zin in en reed op m'n fiets naar Den Haag. Daar aangekomen werd ik al snel herkend: "Hé daar hebben we Borat!" Borat? Who the f*ck is Borat? Later die avond, na de nodige cocktails, werd ik door meer mensen herkend: "Ja, sprekend! Die vent lijkt op Borat." Toen kwam Simon, een vriend van Willem, op de proppen met een geniale tip. In de Delftse Post had een oproep gestaan aan alle jongens die op Borat leken om een foto van zichzelf te maken en die op te sturen. Degene die het best op Borat leek, zou twee vrijkaartjes winnen voor de voorpremičre van de film 'Borat' in Delft. Dat leek me wel wat.
De volgende dag besloot ik eerst maar eens op internet te gaan kijken. Ik had wel iets over ene Borat gehoord, maar had geen idee hoe hij eruit zag. Bij het zien van de eerste foto's kon ik mij inderdaad niet aan de indruk onttrekken dat Borat een soort mix was van de gelaatstrekken van mijn oom Ries en mijzelf. Aan die Borat-look-a-like-contest moest ik maar eens meedoen.
In eerste instantie wilde ik ergens een sjofel, polyester, blauw pak opsnorren en daarmee op de foto. Deze outfit draagt Borat immers op de poster voor zijn film en het leek me eenvoudig om te regelen. Walter, een goede vriend van werk, wilde wel zijn pak lenen én hij zou de foto maken. Daarna bleef het even stil aan het front, totdat ik nog eens wat plaatjes van Borat bekeek via Google...
Wat een hilarische foto's: Borat op het strand met alleen een felgroene ballenknijper aan en een paar bruine schoenen met grijze sokken. En aan beide zijdes een aantrekkelijke jongedame in bikini. Dít zou ik moeten imiteren! Maar hoe?
Me nog niet helemaal bewust van de foto's en de imitatiemogelijkheden begaf ik mij ik naar Babs & Jet, twee aantrekkelijke jongedames bij mij op kantoor, om die hilarische foto's te laten zien en te vertellen dat ik met een Borat-look-a-like-contest ging meedoen. Pas aan het bureau van Jet zag ik in dat ik met hen op de foto moest, maar Jet was me voor: "O ja, en dan wil jij zeker dat wij zó met jou op de foto gaan?" Nog voor deze zin helemaal tot mij was doorgedrongen, het begon mij licht te duizelen (stel je toch eens voor dat die meiden met mij in bikini op de foto zouden), kwam Jet zelf al met het antwoord: "Alleen als jij zo'n geval aantrekt!" "Geen enkel probleem!", antwoordde ik voor ik er erg in had en de deal was gesloten. Vanaf dat moment werkte mijn brein op volle toeren.
Hoe kwam ik aan zo'n ballenknijper? Naar Christine Le Duc! Daar moeten ze zoiets wel hebben. Zo gedacht, zo gedaan. Ik pakte mijn fiets en sjeesde naar deze sexshop in Delft. Daar aangekomen moest ik moeite doen de grijns van mijn gezicht te halen. Voor me stond namelijk een jong stelletje quasi ontspannen e.e.a. af te rekenen bij een verkoopster die zich heel serieus opstelde alsof ze een dure fles wijn verkocht. Een beetje in de trant van: "O, hier zult u echt geen spijt van krijgen." Nadat het stelletje was vertrokken was het mijn beurt. Ik haalde een print van Borat met ballenknijper uit m'n tas en ontdekte het TNO-logo op de print. Oei, per ongeluk op briefpapier geprint... Gelukkig leidde de broek van Borat genoeg af en viel het de verkoopster niet op. Helaas, dit soort spannende kledij verkochten ze zelfs bij Christine Le Duc niet. Wel kreeg ik de tip om een maillot te kopen en daarmee zelf zo'n geval te fabriceren. Nu had Jet me deze tip ook al gegeven dus besloot ik bij de Hema langs te gaan. Daar kocht ik een knalroze maillot.
Nu nog een echte Borat-bril. Bij de Hema, V&D en Intertoys was de zonnebrillencollectie al opgeruimd, maar bij de Specsavers hadden ze nog wel wat voor me. De verkoopster die ik aansprak begon te schaterlachen toen ik haar de print liet zien, vond ook dat ik op Borat leek en liep naar achteren om wat op te snorren. Ze kwam terug met de perfčcte Borat-bril. Voor 5 euro was hij voor mij.
Thuisgekomen ging ik meteen met het maillot aan de slag. Ik bedacht dat de voet van één been van het maillot als broek moest dienen en dat het in twee repen geknipte been als bretel zou fungeren. Nou vind ik mezelf niet erg preuts, maar dit ging te ver. M'n geweer inclusief munitie paste krap in de voet van het maillot en voor de rest was het weinig verhullend. Ik moest iets anders verzinnen. Dan maar een tangaslip en nog een maillot kopen. Daarmee naar Babs & Jet in de hoop dat zij een oplossing wisten. Echter, voor het zover was moest ik m'n zojuist gekochte tangaslip omruilen. Die bleek namelijk te groot...
Met het schaamrood op de kaken en zonder bonnetje (die had ik weggegooid want ondergoed mag niet geruild) vervoegde ik mij weer bij de, net meerderjarige, kassičre van de V&D om te vragen of ik de slip mocht omruilen voor een kleinere maat... Het meisje begon te grinniken, raadpleegde ŕ la "Tina, wieviel kosten die Kondome?" en passant nog een oudere collega en besloot dat ik 'm wel mocht ruilen. Zwetend zocht ik een andere slip uit, ruilde hem voor de te grote tangaslip en maakte snel rechtsomkeert. Daarna fietste ik met het maillot, de tangaslip en de bril naar Babs & Jet. Even snel als Jet voorstelde om met Babs en mij op de foto te gaan had ze van m'n slip en maillot een stoere ballenknijper gefabriceerd en was ons plan beklonken.
Omdat de foto voor maandag moest worden opgestuurd en het vandaag vrijdag was, besloot ik de Delftse Post te bellen om te vragen of het goed was als onze foto maandag zou worden toegestuurd. Dat was geen enkel probleem. Nu kon het weekend beginnen: Suus, de secretaresse van Babs en Jet, wilde de foto wel maken, ik had een ballenknijper en zonnebril en de meisjes zouden hun bikini meenemen. Maandag werd dé dag!
En dat werd-ie. Babs & Jet hadden hun fraaiste bikini's meegenomen en ik was er ook helemaal klaar voor. Suus werd opgetrommeld en op een niet nader te specificeren plek werd de fotoshoot gehouden. De sfeer hield het midden tussen gehaast en gespannen, maar dat mocht niet deren. Eén foto was fantastisch gelukt en Babs zou hem nog wat opleuken. Tegen half zeven was de foto klaar en werd ze opgestuurd naar de Delftse Post. Nu brak een spannende tijd aan: zou de foto winnen?
De volgende dag, afgelopen dinsdag dus en de dag waarop de voorpremičre was, bleef het stil op de mail en aan de lijn. Tegen vier uur besloot ik de Delftse Post maar eens te bellen. Daar werd ik vriendelijk te woord gestaan door een alleraardigste redacteur die zo te horen de Griekse beginselen was aangedaan. Ik vroeg hem of onze foto nog was meegenomen in de beoordeling en hoorde dat wij de enigen waren die überhaupt een foto hadden ingestuurd! Omdat de redacteur nog geen reactie had gekregen van de directeur van de cinema aan wie hij de foto had toegestuurd, besloot hij zijn e-mail te raadplegen. Daar las hij het antwoord van de directeur: "Weliswaar zijn de vrijkaarten al vergeven, maar zo iemand kunnen we niet weigeren." Ik hoorde het enthousiasme aan de andere kant van de lijn en besloot maar meteen drie vrijkaarten te vragen. Dat was geen probleem: "Ga vanavond maar naar de bioscoop. Ik zal het doorgeven. Ze herkennen je vast wel."
Ik SMS'te de meiden en ging op tijd naar huis om een maaltijd te bereiden. Met enig haast- en vliegwerk slaagde ik erin nog wat klaar te maken, zodat ik de meiden kon verwelkomen die een lange dag op e.o.a. congres hadden doorgebracht. Tegen achten maakten we ons op om naar de bioscoop te gaan. Met een big smile werden we ontvangen en in de zaal werd ik door een enkeling herkend als Borat. Vlak voor de film begon werden er nog uitgebreid foto's van Babs, Jet en mij gemaakt en werd ons meegedeeld dat de zojuist geschoten foto de volgende dag in de Delftse Post zou verschijnen. Helaas, dat was niet het geval. Gelukkig onze zelfgemaakte foto ook niet... Hopenlijk verschijnt het bewijs van ons bezoek aan de bioscoop a.s. vrijdag in de krant. Die zullen we dan ook hier plaatsen.
P.S. De namen van de meisjes zijn gefingeerd.
Voor de winnende foto, klik hier.
Update
Ze hebben de voorpagina van de Delftse Post gehaald! Check dit