Zaterdag 26/8
Zaterdag vertrok ik rond 8:15. Iedereen voorspelde veel vertragingen vanwege de vele wegwerkzaamheden, dus ik wilde vroeg op pad. Er waren inderdaad veel werkzaamheden, maar ik heb zelden minder dan de maximaal toegestane snelheid hoeven rijden dus ik was, inclusief twee keer stoppen voor wat benenstrekken, eten en aftappen, maar een kwartier later dan de door mijn gps voorspelde tijd bij Francesco, rond 14:45. Francesco is net verhuisd, maar kon niet alles in z地 auto kwijt, dus naast vakantievoertuig, deed mijn auto ook dienst als verhuiswagen van z地 laatste spullen uit Amsterdam. Na het uitladen was het tempo gelukkig lekker laag. Taart eten met perzikken en een zuur soort pruimen, koffie, en wat bijpraten, daarna een tour du Basel. Een niet al te grote stad, mooie oude gebouwen, doormiddengehakt door de rijn, en daardoor voorzien van een paar erg mooie uitzichtpunten. Leuk: een boot die de rivier oversteekt door aan een kabel die hoog boven de rivier is gespannen te hangen en z地 roer te draaien. Zonder motor toch een heel stabiel pontje. Hoogtepunt voor mij: Globus, een soort delicatesse-bijenkorf. Dus een supermarkt voor mensen met geld. Gedroogde morielen, caviaar, wat je maar hebben wil . Dit MOET de Hollandse bijenkorf invoeren! Nu de frank een euro is echter niet uit eten gegaan in Zwitserland (wel een lokale aufschnitt teller besteld, maar geweldige carne salata), maar gelukkig heeft Benadetta ons een geweldige spaetzle-ovenschotel met zeer goede, Hollandsche kaas en gebakken uien gemaakt en voor we het wisten was het bedtijd.
1 kilo mosselen, een heleboel olijfolie, 5 of 6 tasty tom tomaten (ontveld en gesnipperd), 5 a 6 tenen knoflook (gesnipperd), 1 a 2 droge hete pepers (zeer fijn gesnipperde verse chilipeper kan ook, of wat cayennepeper), hand(je) peterselie, 350 gram spaghettini en droge vermouth (Noily Prat, anders witte wijn). Terwijl port vaak een goede, houdbare vervanging voor rode wijn is, is vermouth echt een prima (wederom houdbare) vervanging voor witte wijn (en soms zelfs beter, in mijn ogen zeker in dit geval, omdat het een kruidiger, stroperiger resultaat geeft en het is de stroperigheid die dit gerecht maakt). Anyhoo...
Maak de mosselen schoon, mosselen die kapot zijn of niet willen sluiten weggooien, jada jada, je kent het verhaal. Doe 2 a 3 eetlepels olie in een hete pan en gooi de mosselen met de helft van de gesnipperde teentjes knoflook erbij. Vuur hoog, goed omschudden, een minuutje heet laten worden, dan een flinke slok (een wijnglas?) droge vermouth erbij. Stoom! Deksel op de pan en koken tot vrijwel alle mosselen open zijn, vijf tot tien minuten? Mosselen afgieten door een vergiet met een theedoek erover en iets om het vocht in op te vangen eronder (om zand en gruis uit de mosselen weg te filteren). Het opgevangen vermouth-, olie-, mosselvocht in een pannetje voorzichtig inkoken. Hopelijk zit het meeste van dit vocht allemaal uiteindelijk als ingedikte saus om je spaghettini aan het eind van dit recept, dus wees er voorzichtig mee, het is heerlijk spul ! Mosselen uit de schelpen halen, maar bewaar een veelvoud van het aantal personen in hun schelp voor decoratie.
Doe een paar eetlepels olie en de andere helft van de gesnipperde knoflooktenen in een hele grote, koude koekenpan (28cm?). In tien minuten op heel laag vuur warm en zacht laten worden, zeker niet bruin! ノ駭 of twee gedroogde en geplette rode, hete pepertjes toevoegen, plus vijf of zes fijngesneden, ontvelde tasty tom tomaten. Nu mag het vuur wat hoger. Het prutje in laten koken, en telkens als het dreigt droog te koken steeds wat mosselvocht toevoegen zodat een stroperige, vissige saus ontstaat. Op smaak brengen met zout en als je denkt dat over 5 minuten de saus mossellig, vissig en stroperig genoeg zal zijn door al het inmiddels toegevoegde mosselvocht, de spaghettini in een ruime hoeveelheid gezouten water gaar koken. Vlak voor de spaghettini gaar is de mossellijfjes en een flinke hand peterselie toevoegen aan de saus. Spaghettini uit laten lekken en toevoegen aan de koekenpan met saus. Goed mengen en net zo veel mosselvocht toevoegen tot de spaghettinislierten omgeven zijn door een niet al te droge, sappige saus.
Opdienen in een diep bord met ter decoratie een aantal schelpjes met het lijfje er nog in en wat verse peterselie erover. Jum! Jum. Echt jum!
Nu zou je denken dat het bij Bas alleen om de hoeveelheid gaat, maar kwaliteit staat voorop. De wijnen zijn altijd extreem goed, ofwel uit Bas' eigen kast, of door Wipi meegebracht. Het vlees en de vis zijn uitstekend en de meeste gerechten zijn door ons zelf gemarineerd, gekruid of van bijgerechten voorzien.
Neem nu gisteren. We begonnen om half vier met wat gerookte sprotjes als borrelhapje bij een zelfgebrouwen biertje. De barbecue begon pas echt om vier uur met een nu al legendarische halve zalm, ingesmeerd met creoolse rub, op een cederhouten plank gerookt in de bolbarbecue en geserveerd met zelfgemaakte mango-chutney. Uiteraard vergezeld van een prosecco met veel bicchieri op de schaal van Gambero Rosso.
Daarna twee Chinese gerechten. Ten eerste kipdrumsticks, ingesneden en kort gemarineerd in bonensaus. Ge-ni-aal in z'n eenvoud. Men neme: kipdrumsticks, snijd ze in, en smeert ze in met zwarte bonensaus. Hete kolen, klaar. Vervolgens een Chinese stijl rundersate: hoe toch goedkoop en taai vlees in enkele minuten klaar te grillen op de barbecue. Neem superdun (1mm dikke reepjes) gesneden soepvlees, marineer het 's nachts in sojasaus (en andere ingredinten) en rijg het de volgende dag op stokjes. Zo mals dat je zou denken dat het ossehaas was!
Het Chinese geweld werd gevolgd door mijn favoriete gerecht: een ribeye steak van 200 tot 250 gram, ingesmeerd met olie, zout en peper en op extreem hoog vuur in slechts enkele minuten klaargemaakt. Zelfgemaakte peterselie-en-sprotboter toegevoegd op het bord maakt het lekker kruidig en ziltig, en verdomde lekker. Toen drie ribbetjes, het enige gerecht waarbij we gesteggeld hebben. Als de slager de "beste ribbetjes van Nederland" verkoopt, waarom dan zelf een hoop moeite doen. Lekker, zonder meer, maar ik vermoed dat wij het toch beter kunnen, meneer de slager! Hierna ribkarbonaadjes gemarineerd in mosterd en verse salie, en we eindigden rond een uur of elf (we worden oud) met de beste lamskoteletjes die ik ooit gegeten heb. Zo mals dat ik geblinddoekt zou hebben geloofd dat het lamsgehakt op een stokje was. Wow!
Hoe zo veel lekker vlees te eten? Rustig met de zetmeel, groenten en salades: Twee Aubergines met munt en feta op de bbq en wat jonge aardappels in schil en in schijfjes, rozemarijn en meer boter dan goed voor je is, is genoeg. En nog een tip: ik weet dat die Weberbarbecues stervensduur zijn, maar het is het waard! Dit is het eerste jaar dat Bas een bolbarbecue heeft, en dit jaar gaat zeker de boeken in als het jaar met het malste (of is dat heel mal vlees, en zou je meest malse moeten zeggen?) vlees ooit. Ook legendarisch: de eerste keer dat Willem Pieter z'n buik eerder vol had dan ik!
Bij 't uitchecken de volgende ochtend dus even gevraagd waar de slijter zat die de ober de vorige dag had aangeraden. Geen slijter, volgens de hoteleigenaar, mevrouw stoker zelf. Hij belde even naar mevrouw Fochs: Twee "G舖ter" waren genteresseerd in haar schnaps, of ze die Vormittag thuis was. Weinstra゚e 20, net tien huizen verwijderd van datzelfde hotel aan diezelfde straat. Meer dan een plakkaat aan de wand van een woonhuis tussen nummer 22 en nummer 20 was er niet, en aanbellen had geen effect. Mevrouw was even bij de rijdende bakker, de Duitse variant van onze ouderwetse melkboer. 10 uur is immers niet Vormittag. Maar we hielden vol, en de mevrouw die bij thuiskomst uiteindelijk hallo riep vanaf nummer 22 deed de garagedeur bij nummer 20 van binnen open. We stapten een kleine L-vormige ruimte binnen. Links een bar vol flessen van iets sterkers met ernaast een vitrinekast vol medailles en bekers, gewonnen bij verschillende schnapsconcours, en rechts een honderdtal flessen op tafels, klaar om verkocht te worden. Gele pruimenschnaps, de fameuze Mirabelle van gisteren, blauwe pruimenschnaps waarvan ik alweer de naam vergeten ben, twee soorten appelschnaps (een met kruiden, een zonder), Williams schnaps met peren en twee speciale schnaps op basis van wijnrestproducten. De Weintrester, feitelijk een Duitse grappa, gemaakt door de restsuikers in de schillen die overblijven na het persen van de druiven (de pomace in het Engels) te fermenteren, en de Weinhefe, voor zover ik het technische Duits begreep dat mevrouw bezigde het destillaat van het gist en de aanhangende wijn die je uit de wijn filtert aan het eind van het fermenteerproces. Vooral dat laatste was mevrouws expertise. Ze distilleerde dat zelfs twee maal, gooide veel van wat er aan het begin en aan het eind uit de ketel komt lopen weg, om een zo mooi mogelijk product te verkrijgen, en had daarmee al jaren een gouden medaille gewonnen op het landelijk concours. Het was haar medicijn. In gist zaten bepaalde olien, en die zaten nu ook in deze schnaps, en ze waren geloof ik goed voor je maag.
Nee, ze deed de distillatie niet in deze ruimte, maar verderop. Ze wees naar buiten, de straat in. Ze bracht het alsof er een industrieel complex aan nummer 20 vast zat. In plaats daarvan liep ze de deur uit waarmee wij binnengetreden waren en nog geen meter later opent ze de deur van een ruimte van 3x3 meter. Een prachtige koperen ketel met roest vrij stalen accesoires, ongeveer naar dit ontwerp, met dubbele bodem, in dit geval gestookt op olie, nam haast de de helft van de ruimte in beslag. Leuk zo'n ketel, maar buiten bedrijf is buiten 't hart zegt het aangepaste spreekwoord, en er moet natuurlijk wel geproefd worden. Graag had ik alles geproefd, maar toen ze rond kwart over tien om te proeven al een vol glas Weinhefe inschonk, durfde ik dat al niet meer aan. Ik moest immers naast de bergetrainde Wipi nog de stad Trier en de natuur van Luxemburg verkennen, en dat kan ik vast niet met 6 glazen schnaps in mijn ochtendmik volhouden. Dus ik richtte me op de twee wijnrestproducten. Weinhefe en Weintrenner. Exact dezelfde oorsprong, net een ander punt in de levenscyclus van de wijn, een behoorlijk groot verschil in smaak. De Weinhefe ruikt frisser, fruitiger, zachter, de Weintrester smaakt duidelijk alcoholischer, rauwer, heeft een veel sterkere geur, maar is vermoedelijk nog steeds een van de beste en meest geraffineerde grappa's die ik ooit geproefd heb. Ik ben met twee grote flessen naar huis gereden en heb er nu al spijt van, ik schrijf haar telefoonnummer op en als ik ooit nog eens in de buurt kom neem ik wel het gehele sixpack aan smaken mee!