Vandaag samen met Wipi "de Tor", de grotere en handigere Volkswagenbroer van de Kever, opgehaald bij onze grote weldoener in Nieuw Vennep. Wat een ding! Aan alles is gedacht. Stromend water opgepompt uit een 20 liter jerrycan, koelkast die zowel op gas als op electriciteit kan werken, tweepits gasstel, luifel, bank dat in een bed verandert, volledige keukeninrichting met plastic wijnglazen, noodtoilet, de hele rimram.
Ik moet met hem maandag in mijn eentje de eerste 150 kilometer van Den Haag naar Zaltbommel rijden, dus het was maar goed dat ik vandaag eerst even een testritje kon maken. Zo'n zwaar, relatief oud dieselbusje rijdt namelijk nogal anders dan mijn huidige CVT-automaat. Ik stel me voor dat een vrachtwagen ook ongeveer zo rijdt. Net als bij een vrachtwagen is de eerste versnelling heel kort, je moet dus vrijwel gelijk doorschakelen naar de twee. De eerste versnelling is wat moeilijk te vinden dus je moet goed opletten dat je niet in de drie probeert op te trekken, want dat lukt niet. Hij heeft maar vier versnellingen en in de vierde haalt hij op de snelweg een comfortabele kruissnelheid van 100 kilometer per uur, al kan hij, als je hem op zijn staart trapt, ook best wel 105 .
Morgen ga ik de keukeninrichting eens bekijken en deze waar nodig aanvullen met mijn eigen arsenaal en dan kan maandag de pret beginnen. Ik kan haast niet wachten . Voor foto's van de Tor kun je alvast hier klikken!
Gelukkig is er een topbedrijfje bij mij om de hoek dat alle "voordelen" van schaalvergroting lijkt te weerstaan. Een gezellige, kalende Hagenees met dito (gezellig en Hagenees, niet kalend) accent runt deze tent al ruim dertig jaar in zijn eentje en zonder personeel en zijn bedrijf is in al die tijd hooguit een nieuwe stoel en een spatje verf veranderd. "Dit is grotendeels een koopwoningenwijk, de meeste mensen werken hier" zegt hij trots over zijn Valkenboskwartier in antwoord op mijn opmerking dat ik de wijk nog niet echt snap, "daarom is hier vrij weinig gerotzooi" (vrij citaat). Hij lult niet te veel, niet te weinig. Werkt snel door en is zeker niet van plan je langer dan nodig binnen te houden. Hij is al om half negen open, zodat je mooi net voor je werk, en voor het druk is bij hem langs kunt gaan. Z'n zaak is maar net iets breder dan zijn voorruit van anderhalve meter en ongeveer twee keer zo diep. Overdag zitten de vier of vijf wachtstoeltjes vol met meest grijze oude mannetjes terwijl hij noest de klant in zijn enige grote stoel bedient. Acht euro vraagt hij voor zijn werk. Acht euro! Zelfs Kap-spatie-salon Mohammed in de Oosterparkstraat was nog niet zo genereus, daar betaalde je een tientje en werd je geacht je kleingeld op de donatieschaal te leggen omdat je je schaamde voor het lage bedrag dat je net had betaald. Goed, hij werkt haast alleen maar met de schaar, tondeuzes daar doet hij niet aan, maar dat betekent wel dat hij maar een vijfde van de tijd van Mohammed nodig heeft (al heeft hij helaas geen spannende Koerds/Iraaksse verhalen van het thuisland). Ook lijkt hij elke keer hetzelfde kapsel op te leveren, welke instructie ik ook geef. Maar dat is maar goed ook, want je wil niet weten hoe Mohammed klaagde dat mijn haar nog moeilijker te maaien was dan het haar van een Surinamer en hoe mijn gezweet in zijn subtropische knipparadijs niet meewerkte. Nee, deze Hagenees is een uitstervend soort dat beschermd zou moeten worden. Fuck de korenwolf, save the enkelstoelige herenkapper!
Ik kwam dit recept tegen toen ik iets simpels moest vinden om voor Wipi's ouders te koken nadat we de Italiëreis gepland hadden in wipi's ouders achtertuin. Eindelijk weer een nieuw, eenvoudig standaardrecept in mijn repertoir, dat in Italië schijnbaar gewoon "rose saus" genoemd wordt (volgens mijn Italiaanse collega). Het mag dan wel een redelijk eenvoudig recept zijn, supersnel is het niet. Waar de Spanjaarden hun soffritto (knoflook of ui, soms vergezeld van selderij en wortel) op hoog vuur bruin bakken, is juist het geheim van de Italiaanse keuken dat je alles op een heel laag vuur heel langzaam gaart en vocht toevoegt voordat de soffritto bruint. Ow, en gebruik veel meer olie dan je normaal zou doen: de soffritto moet zwemmen! Lang leve slow food!
Doe drie gesnipperde knoflookteentjes in een pan met circa 80 mililiter olijfolie en zet het op een laag pitje. Verdun een klein blikje tomatenpuree met 120 mililiter droge witte wijn en doe die bij de knoflook als deze begint te verkleuren. Meng het goed door elkaar (aanvankelijk mengt de olie slecht met de puree: emulsificeren die handel!) en kook op laag tot middelhoog vuur totdat de meeste wijn uit de puree is verdamd en de olie weer van de puree begint te scheiden. Draai het vuur op hoog (schaaldieren moet je kort bakken, anders worden ze taai) en voeg 250 gram ongekookte, maar wel gepelde en schoongemaakte grote garnalen toe en bak deze twee minuten gaar in de tomatenolie terwijl je goed roert om de prut over de garnalen te verdelen. Haal 2/3e van de garnalen uit de pan en pureer deze. Doe ze terug in de pan met flink veel zwarte peper en wat zout. Voeg 120ml room toe en kook nog een minuutje door tot de saus mooi dik is. Serveer over tortellini met kaas, of zoals in de foto hierboven, genomen door Menno met z'n mobiele telefoon, over zelfgemaakte deegzakjes gevuld met zeebaars.