Gisterenavond was het weer zover, twee ambulances, minstens drie politiewagens, een aantal motormuizen, een politiebusje en een politietakelwagen zorgden voor een flinke lichtshow nadat een grijze BMW zijn kreukelzone succesvol had uitgeprobeerd. Alles onder controle, weinig aan de hand, maar ik had mijn camera al in de aanslag vanwege de maansverduistering, dus moest ik er toch even wat fotojes van maken. Ramptoerisme, ik weet het en ik kan me er ook niet op beroepen dat ik dit soort dingen anders nooit doe.
Hoi allemaal, allereerst wil ik jullie bedanken voor jullie leuke reacties en hoge waardering van de blog. Dat doet goed! Hieronder volgt deel twee van mijn soldatenfeuilleton. Veel leesplezier.
Wat sommigen misschien nog niet weten is dat mijn weken op de KMA niet op maandagmorgen, maar al op zondagavond beginnen. Voor 24:00 uur moeten we binnen zijn, zodat we de volgende morgen tijd genoeg hebben om te wassen, te ontbijten en onze kamers te kuisen. Om half acht militaire tijd, lees 07:25 uur, staan we in de houding en meldt de kameroudste de kamer aan voor inspectie bij de majoor. Gewapend met een zaklampje loopt die vervolgens langs de plinten op zoek naar stofnesten en zandkorrels. Dat klinkt nogal streng en dat is het ook, maar gelukkig is onze instructeur gezegend met een forse dosis droge humor die hij ook 's morgens vroeg aanwendt: Sinterklaas al in het land? bij een stel kisten die staan te drogen of Goedemorgen Pino! bij het vinden van een stofnest. Na de inspectie maken we ons op voor de eerste les die om 08:00 uur begint. Dat gaat meestal niet zonder slag of stoot.
We pakken onze spullen en lopen naar een van de zij-ingangen van Het Kasteel. Daar stellen we ons pelotonsgewijs op voordat we afmarcheren naar Het Uiltje, het gebouw waar we meestal les krijgen. Echter, dat pelotonsgewijs opstellen is nog lastiger dan je denkt. Soms ontbreekt er iemand, dan weer heeft er n kauwgom in z'n gezicht en een andere keer weet de pelotonsoudste (PO) niet precies wat de bedoeling is. Terwijl we zo staan te stuntelen om op tijd en netjes uitgelijnd in de houding te staan (Peloton, geef acht!, Met verkorte tussenruimte naar rechts, richten!, Hoofd, front!), worden we gadegeslagen door een van de instructeurs die vervolgens met luide stem duidelijk maakt dat we er nog niet veel van bakken. Na wat verbale correcties en opdrukoefeningen (optioneel) draaien we naar rechts (Rechts, om!) en marcheren af (Voorwaarts, mars!). Op naar de les.
Zo hadden we maandagmiddag zwemles. Nou ja, zwemles... Voor mij was dit het meest afmattende moment van de opleiding tot nu toe. Eerst werd het bad verdeeld in 5 banen: de beste zwemmers in het midden, de gemiddelde daarnaast en de matige aan de buitenkant. Ik besloot me bij de rij der gemiddelden aan te sluiten. We begonnen met een paar baantjes warm zwemmen. Ik zag iedereen duiken en besloot dat ook maar eens te proberen. Meestal ga ik te water zoals Paul de Leeuw laatst in Katja tegen de rest (handen bij elkaar en naar voren gericht, hoofd voorover en je vervolgens toch maar laten vallen i.p.v. te duiken), maar ditmaal lukte het me een geslaagde duik te maken. Dit was het enige moment van vreugde, want niet lang daarna moest ik me 15 keer opdrukken omdat ik m'n knien had gebruikt bij het uit het water komen. Vervolgens had ik een heel bad voor mijzelf om terug te zwemmen, omdat de rest alweer aan de andere kant stond. En dan maar onder toeziend oog van iedereen proberen jezelf aan je armen omhoog te hijsen... Het doet veel deugd om dan een uitgestrekte hand van een medecadet te ontmoeten, die overigens door de sportinstructeur weer hard werd teruggecommandeerd... Leuk is anders. In de tijd die zou volgen, werd het alleen maar zwaarder met als absoluut dieptepunt een pittige sessie watertrappelen waarbij je je handen op je hoofd moest leggen, daarna uitgestrekt omhoog moest houden en vervolgens weer op je hoofd moest leggen. Ik kreeg kramp, vreesde te verdrinken en kon niet anders dan smokkelen met mn armen. Gelukkig zonder consequenties, want ik zou werkelijk verzopen zijn. Na de les kregen we een paar minuten de tijd om omgekleed weer buiten te staan. Dat lukt natuurlijk nooit met 38 man, dus mochten we weer terug het zwembad in. Na een korte watertrappelsessie weer naar buiten, te laat volgens de instructeur, dus weer het zwembad in... Daarna was waarschijnlijk de gereserveerde tijd van het zwembad om en mochten we terug naar het kasteel om ons tenue weer aan te trekken. Een zware dag. Gelukkig zou de volgende dag leuker worden.
Op dinsdag kregen we een schietoefening in de de zogenaamde KKW-sim (een simulator voor kleinkaliber wapens). Hierbij moet je je een kleine dome voorstellen met een bioscoopscherm en twee projectoren. Daarvoor zijn tien plekken gemarkeerd waarop je je houding (liggend, knielend, staand) kunt aannemen en met een simulatorgeweer (Diemaco C8, een soort M16) op geprojecteerde mannetjes kunt schieten. Dit is werkelijk heel gaaf om te doen, omdat je een overzicht krijgt van je prestaties. Teveel verticale afwijking duidt op een verkeerde ademtechniek, teveel horizontale afwijking op een verkrampte afdruktechniek. Zodra je daarmee rekening houdt gaan je prestaties omhoog. Voor een beginneling deed ik het niet slecht. Met name het liggend schietend ging me goed af. Daarbij hoef je het geweer nauwelijks te dragen en heb je dus geen last van mogelijk trillende of verkrampte armen. Overigens duurde het even voordat ik mn oefeningen kon doen, want aanvankelijk had ik een geweer dat weigerde. De manier waarop dat wordt geconstateerd is typisch militair. Op blaftoon: Van der Laan, staat jouw geweer op triple?!. Met twijfel in de stem: Nee, majoor. Brommend: Hmmm, probeer nog eens.Ik probeerde het weer, maar zonder resultaat. Dan twee majoors die door elkaar heen roepen: Naar rechts!. Omdat we bij deze les verschillende houdingen oefenden bewoog ik mij naar rechts. Dat was echter niet de bedoeling: Niet naar rechts bewegen! Meer naar rechts schieten! Nadat ik dat geprobeerd had, gaf het systeem nog steeds geen kik, dus mocht ik een plaats naar rechts opschuiven. Vanaf toen ging het goed en het werd echt gaaf toen we aan het einde van de les met zn tienen een virtuele aanval moesten neerslaan. Een geslaagde ochtend.
Woensdagmiddag kregen we militaire zelfverdediging (MZV), oftewel: boksen. Sommigen van jullie beginnen nu waarschijnlijk al te lachen, en terecht Dit is zon onderdeel dat niet echt aan mij is besteed, maar aan de andere kant vind ik het ook wel leuk om te doen, omdat het allemaal nieuw is en ik dus erg veel kan leren. t Is overigens vermoeiender dan je zou denken. Ik kan me nu voorstellen waarom die zwaargewichten op het einde van een gevecht alleen nog maar tegen elkaar aan kunnen hangen .
De donderdag stond in het teken van Militair Recht. Dit vak wordt gegeven door de adjudant en is best interessant. Er zijn drie soorten militair recht te onderscheiden: militair tuchtrecht, militair strafrecht en oorlogsrecht. Wij kregen les in de eerste twee. Militair tuchtrecht gaat over discipline en hoe je je behoort te gedragen als militair. Mede n.a.v. de commissie Staal is daar veel aandacht voor en met onze nieuwe minister van de Christenunie zal dat zeker niet minder worden. Echter, als je je als burger netjes gedraagt, hoef je je als militair m.i. niet zoveel zorgen te maken. Wel zijn er een aantal punten die je goed tot je door moet laten dringen: zo behoor je dienstbevelen altijd uit te voeren mits niet in strijd met het Wetboek van (Militair) Strafrecht en behoor je militair minderen altijd aan te spreken op hun gedrag. We leerden over de geldigheid van het militair tuchtrecht (tijdens diensttijd, op kazernes en in uniform) en dat je bij misdragingen gestraft kunt worden door de zogenaamde Tot Straffen Bevoegd Meerdere of TSBM. In ons geval is dit de commandant van het squadron. Bij het militair strafrecht stonden we (nu nog) minder lang stil. Ik weet nu in ieder geval wel dat er geen militaire rechtbank bestaat in Nederland, maar een militaire kamer die is gehuisvest in de rechtbank van Arnhem. Daar spreekt een burgerrechter recht volgens het militair strafrecht. Gelukkig werkt onze democratie redelijk door in de krijgsmacht!
Vrijdagmorgen kregen we voor het eerst een sportles op de hindernisbaan (de hiba). Dit is echt zo'n typische baan uit Amerikaanse Hollywoodfilms. Vandaag deden wij de eerste helft. Die begon met een minimaal 6 meter hoge klimtoren waar je overheen moest. Bij het zien van deze uit de kluiten gewassen ladder stond het zweet mij in m'n handen en nam m'n hartslag al bij voorbaat aardig toe. Gelukkig was ik niet de enige met hoogtevrees, dus besloot ik maar zo rap als ik kon in dit ding omhoog te klimmen, goed op m'n techniek te letten en vooral niet naar beneden te kijken. Dit hielp. Ik had 'm redelijk snel te pakken. Daarna volgde een soort grindbak met vier laag gespannen koorden. Die koorden hangen ongeveer op kniehoogte en zijn een meter of anderhalf van elkaar verwijderd. Een buitengewoon handig obstakel om flink over te struikelen Na deze eerste motorische oefening volgde een tweede: de evenwichtsbalk. Hierbij moet je denken aan een betonnen paal ter breedte van je kisten die over een gracht is gelegd. In eerste instantie leek het me niet zo'n probleem, maar toen ik een aantal jongens zag aarzelen en over die balk schuifelen werd het mij ook een beetje bang te moede. Gelukkig viel het erg mee zolang je je maar concentreert op het einde van de balk of de horizon en niet vlak voor je eigen voeten gaat kijken. Iedereen kwam droog over. Na de evenwichtsbalk volgde een stukje tijgeren door een zandbank waaroverheen een net was gespannen. Omdat je al tijgerend veel zand meesjouwt, was het begin van deze baan behoorlijk uitgehold waardoor je op handen en voeten kon beginnen. Aan het einde was die daardoor echter opgehoogd en kon je alleen nog maar laag tijgeren: zwaar! Hierna volgde een stenen muur met daarin op een hoogte van ongeveer 1,5 m vier vensters van ongeveer 1 m x 1 m. Hierbij was het de bedoeling op een soepele manier door de vensters te komen. Dat is nog best pittig, omdat je je natuurlijk nauwelijks kunt afzetten tegen een verticale muur Na deze muur kwam mijn favoriete hindernis: de Ierse Tafel. Een soort evenwichtsbalk met ongelijke leggers, waarbij de eerste legger op ongeveer 30 centimeter en de tweede legger op ongeveer 2 meter. Je neemt een aanloopje, zet af op de eerste legger en springt naar de tweede waarbij je je aan je armen omhoogtrekt zodat je met je buik tegen de tweede legger hangt. Vervolgens zwaai je een keer naar voren, daarna naar achteren en je gooit jezelf over de balk. Tijdens mijn achterzwaai hoorde ik een aanzwellend 'woow' achter me en voor ik er erg in had, lag ik al op de tweede balk. Een slimme medecadet gaf me een goede tip voor de volgende keer: probeer iets minder te zwaaien, want als je dat met 10 kilo op je rug doet, ga je er zelf heel rap achteraan Na de Ierse Tafel volgde nog een rioolbuis waar we op handen en voeten doorheen moesten. Slecht voor je rug, maar wel goed te doen. Al met al een gave ervaring! Vrijdagmiddag kregen we nog een kleine mentale training voor we naar huis mochten: kamer opruimen, vervolgens opstellen met bepakking, te langzaam, ga maar weer terug, vervolgens weer opstellen, nog steeds te langzaam, preek en naar huis met als laatste dienstbevel een bloemetje voor je moeder te kopen i.v.m. de was en de groeten over te brengen van de kapitein Het weekend was begonnen!
Tot slot: ik probeer altijd zo min mogelijk jargon te gebruiken, omdat het voor niet-ingewijden onbegrijpelijk is en je daarmee automatisch je publiek buitensluit. Echter, militair jargon is wel heel komisch. Als uitsmijter heb ik daarom een leuke link naar militair jargon toegevoegd. En geloof me: deze woorden en afkortingen worden echt gebruikt: link!
P.S. Geiteland staat nog wel in de lijst, wordt ook veel gebezigd op de KMA, maar is afgelopen week verboden door onze nieuwe minister van defensie Van Middelkoop.
Nu klinkt dit allemaal niet erg verheffend en zou je dit soort onzin eerder verwachten naast de horoscoop in de Viva, maar de jongens van de BBC lijken erin te geloven, dus moet het wel waar zijn .
De babbelbox ziet in deze onzin een mooie gelegenheid om weer eens uw persoonlijkheid te peilen en vraagt: Hoe valt u vannacht in slaap?
Drie weken geleden, op maandag 5 februari meldde ik mij in alle vroegte bij de poort van Het Kasteel te Breda. Daar is de Koninklijke Militaire Academie (KMA) gevestigd waar ik de officiersopleiding bij de Luchtmacht volg. In de ochtendschemering kwamen van alle kanten jonge cadetten aangefietst of -gelopen. Door het park, vanuit de binnenstad of reeds op de parade voor de gracht: een mooi gezicht. Ik meldde mij aan, toonde de opkomstbrief en kon doorfietsen. In de Grote Zaal (GroZa), een statige zaal met veel zuilen, werden we ontvangen. Daar maakte ik gelijk kennis met militaire duidelijkheid.
Om een of andere reden wilde ik de commandant van ons peloton iets vragen. In principe stel je eerst je vraag aan je buddy (kameraad soldaat). Als hij het antwoord niet weet aan de groepsoudste (GO), dan aan de pelotonoudste (PO), dan aan de groepsinstructeur (een majoor) en dan pas aan de pelotonscommandant (een kapitein). Daarbij houd je ook de regels van aanmelden in acht: loop naar je meerdere, neem de houding aan, wacht terwijl je oogcontact zoekt, meld je aan (De soldaat Van der Laan meldt zich, kapitein.), op zijn commando neem je de rusthouding aan en stel je je vraag, na zijn antwoord neem je de houding weer aan en maak je rechtsomkeert. Enfin, een fors protocol voor een beginnend cadet soldaat. Ik was hiermee niet bekend en stapte nietvermoedend op de kapitein af, keek hem vriendelijk aan, groette hem met hoi en werd vervolgens in niet mis te verstane bewoordingen afgeblaft waarvan ik mij alleen nog het laatste Verdwijn! kan herinneren. Daar heb ik maar gehoor aan gegeven en na instructie van onze GO e.e.a. opnieuw geprobeerd. Nu met succes. Ik had mijn doop gehad en wist niet dat er nog meer dopen zouden komen.
De eerste twee dagen waren heftig en niet erg leuk. Je wordt van hot naar her gesjouwd en een programma wordt je bewust onthouden. Ik kan me nu niet eens meer precies alles herinneren, maar ik weet nog wel dat we door verschillende mensen werden toegesproken waarbij keer op keer duidelijk werd gemaakt dat we een vrije keuze hebben gemaakt, nu nog wegkunnen, er altijd veel cadetten afvallen, etc. enz. Geen vrolijke verhalen. Als je vervolgens ook nog eens onder de krijgstucht wordt gesteld, vraag je je wel even af waar je aan bent begonnen. Kies ik nu voor een aantrekkelijke baan met veel uitdaging en leer- en doorgroeimogelijkheden of ga ik de komende jaren m'n masochistische kant verder ontwikkelen? Hoe dan ook, ik liet me er niet door uit het veld slaan i.t.t. de eerste vlieger die toen al afscheid had genomen. Er zouden er nog meer volgen. Op de tweede dag haalden we ons tenue op in Utrecht en op de derde dag deden we een sporttest. Hierbij werd onze basisconditie en -kracht gemeten. Enerzijds moet je je daarbij vol geven, anderzijds is het verstandig om reserve te bewaren: je weet nooit wat komen gaat en met het oog op de eindmeting is het wel verstandig marge in te bouwen Hoe dan ook, op de shuttle-runtest scoorde ik 12,5 en dat deed m'n fysieke zelfvertrouwen veel goed. Op de vierde dag werden we 's morgen toegesproken door een hoge officier en op bivak gestuurd. Zijn praatje was wederom weinig bemoedigend en ditmaal werd veel nadruk gelegd op uitzendingen. Tijdens de voorlichtingsbijeenkomsten en testen in Soesterberg werd mij het beeld geschetst dat luchtverkeersleiders in principe alleen vanuit Nederland opereren, maar de afgelopen weken is duidelijk geworden dat dat een illusie is: alle militairen worden uitgezonden. Dat belooft nog wat met mijn vliegangst... Maar goed, in het kader van de door de krijgsmacht zo hoog aangeslagen integriteit heb ik dat tweemaal schriftelijk te kennen gegeven. Wordt vast nog vervolgd.
Toen we vertrokken voor ons bivak op het Van der Meerkamp in Rucphen begon het te sneeuwen. We pakten de bus in met onze spullen (harnas, helm en geweer) en voor we vertrokken mochten we nog 22 keer opdrukken omdat een onzer cadetten jarig was. Wijze tip: zwijg over je verjaardag, want je mag evenzoveel keer opdrukken met het hele peloton als je jaren oud bent geworden. Militaire humor kent geen grenzen. Aangekomen op het kamp moesten we per groep een boogtent opzetten. Mij viel de eer te beurt om dat voor onze groep te cordineren, maar wel nadat alle kennis (lees: militairen en cadetten met ervaring) uit onze groep was getrokken. Dat werd dus een debacle. Gelukkig was dat de bedoeling: in het leger leer je door fouten te maken. Na de evaluatie werd de kennis weer in de groep toegelaten en werden de tenten opgezet. 's Avonds aten we in de eettent.
De volgende dagen werd er veel gesport, kregen we les over normen en waarden, hygine en wapenonderhoud, deden we leiderschapsoefeningen, gingen op velddienst (lees: soldaatje spelen voor gevorderden) en kregen exercitieoefeningen. Een buitengewoon gevarieerd programma kortom waarbij voortdurend de klok in de gaten moest worden gehouden. Te laat? Ga maar in de voorligsteun en begin met opdrukken! Ook moesten we de uniformiteit scherp in de gaten houden: iedereen moet er hetzelfde uitzien. Is iemand een badge kwijt, dan moet het hele peloton zonder badge verschijnen. Helaas kom je daar pas achter op het moment dat het te laat is en kun je weer in de voorligsteun... Niet erg motiverend, maar zolang je het met het hele peloton doet ook weer niet heel erg vervelend.
Wel vervelend zijn de zogenaamd mentale trainingen. Zo werden we op een van de eerste avonden in een rap tempo naar de hei gemarcheerd waar we in het donker en de regen in twee uur tijd een put van 1,2 m x 1,2 m x 1,80 m moesten graven met ons pionierschopje. Een akelige opdracht als je niet precies weet hoe je pioschop werkt en je je handen lelijk openhaalt aan de scherpe randen en bloedblaren oploopt als je vingers tussen de scharnierende delen klem komen te zitten. Na ruim een uur vond de kapitein het resultaat niet goed genoeg en werden we gecommandeerd de hele boel weer dicht te gooien om daarna weer opnieuw te beginnen Ik kan er wel om lachen, al vind ik het absoluut zinloos en had ik liever in m'n bed gelegen, want erg veel slaap krijg je niet. En probeer je die tijdens de lessen in te halen, dan mag je naast je tafel gaan staan. Maar goed, zolang je inzet toont en onderweg geen reflecterende armbanden of andere parafernalia kwijtraakt kun je i.i.g. de opdrukdans en afblafceremonie redelijk ontspringen.
Het belangrijkste attribuut dat je nooit, maar dan ook nooit in de steek mag laten is je geweer. Dat draag je voortdurend op je lijf of heb je binnen een meter van je liggen. Veronachtzaam je dat gebod, dan ben je flink de sigaar. Twee jongens hebben een dag lang met een boomstam i.p.v. hun geweer mogen sjouwen en een derde mocht z'n buks opgraven nadat die eerst door zijn buddy een meter onder de grond was verstopt. En daarna weer lekker poetsen, want wee je gebeente als er een korrel zand is blijven zitten. De vrije-jaren-70-pedagogie is aan het leger voorbij gegaan Hier wordt de tere, verwende kinderziel met harde hand rechtgezet. Of zoals een van onze majoors het uitdrukt: Wat je ouders in 20 jaar hebben verwaarloosd, kunnen wij niet in een paar weken rechtzetten, maar we doen ons best.
Als je een bepaalde opdracht niet of niet op tijd haalt, luidt het steevast: Niet goed? = Opnieuw! Dat gaat door totdat het goed is of het kader (lees: de kapitein en zijn majoors) verveeld. Zelf kan ik hier ook over meepraten. Tijdens de eerste dagen kregen we de opdracht alle rangen, standen en aanspreektitels van de Luchtmacht, Landmacht, Marine en Marechaussee te leren. Dat is geen kattepis. Er zit een bepaalde logica in, maar die is m.i. vooral historisch van aard. Een echt systeem is er niet in te ontdekken, daarvoor zijn er teveel uitzonderingen. Het deed mij denken aan de werkwoorden bij Frans. Hoe dan ook, de eerste keer haalde ik de test niet. Gezien het adagium betekende dat dat ik de test nog eens moest doen. Wel, die tweede test kwam. Om twee uur 's nachts Gelukkig haalde ik hem die keer wel.
Op de laatste avond van het bivak moesten we nog eens de hei op om een kuil te graven. Dit keer duurde het minder lang, maar we moesten wel een stuk of vier keer opnieuw beginnen. Daarna kregen we nog een soort preek over mentaliteit, doorzettingsvermogen en inzet. Erg slaapverwekkend en dat kwam goed uit, want daarna mochten we onder de naakte hemel in onze slaapzak. De dag van vertrek begon met een mars van een kilometer of zeven in een stevig tempo en een waardeloze formatie waarbij de lange cadetten voorin liepen, de kleine achterin en de zwakke ertussen. Ik had mazzel, omdat ik voorin liep, maar achterin gingen een aantal meiden helemaal kapot. Hierna moesten we het kamp opruimen en aanvegen. De inspectie werd uitgevoerd door e.o.a. commando die er lol in had z'n laarzen van modder te ontdoen op het trottoir dat we net hadden aangeveegd: Hmm, dit is nog niet schoon!. Voorts wenste hij ons vooral geen succes. Erg bijzonder allemaal. Gelukkig hadden wij Het Kasteel met warme douches in het vooruitzicht.
Op Het Kasteel poetsten we al onze spullen en namen een douche. De volgende dagen poetsten we onze wapens een paar keer, kregen we nog sportles en een college door de afdeling persooneelszaken. Op vrijdagmiddag, nadat we onze kamers spik en span hadden opgeruimd en klaar stonden voor inspectie kregen we te horen dat we ons in burger mochten opstellen op de Binnenplaats (BiPla) voor vertrek! Dat was niet tegen dovemansoren gezegd. In no-time stond iedereen op de BiPla en mochten we naar huis!
Ik had het al opgegeven toen Edith het passen op mijn fiets wel welletjes vond en besloot in te grijpen. Nog een keer terug naar mijn kamer, nog een keer "waar ben je geweest", de C1000 bellen omdat ik hem daar het laatst gebruikt had, twee kamers identificeren waar ik niet meer naar binnen kan, maar waar hij wel zou kunnen liggen, de pasjes blokkeren en vervolgens naar het A-gebouw alwaar mijn lieftallige collega me door een betaalkaartloze zeven werkdagen heen kon pinnen. Ik was er helemaal klaar mee, maar vrouwelijke vastberadenheid besloot dat we toch nog even met n van de beveiligingsmensen een ronde langs de afgesloten kamers moesten maken. En daar lag hij hoor, alsof hij van niets wist keek hij me aan vanaf mijn vaste plek op Arjens, Dirks, Everts en Elskes bank. Een pak van m'n hart, en een dikke pakkerd voor de vriendelijke beveiliging en een volhardende Edith !