Ow, en even het volgende: de frequentie van blogs zou best wel weer eens omhoog kunnen gaan want: Baschie gaat bier brouwen én baschie gaat weer peperzaadjes kweken (dit maal op iets grotere schaal) (en misschien komen de Hamburgers naar Nederland met Baschie's verjaardag!)
Oeh, en waar ik ook erg blij mee ben, is: Ik heb eindelijk een eetbare laurierplant. Sommigen gaan wel 100 jaar mee... eens zien hoeveel weken ik hem levend houd . Hij staat momenteel op mijn toilet, het koudste plekje in mijn huis, want hij heeft al die tijd buitengestaan, en mag niet te hard schrikken. Helaas pas ik er zelf nu niet meer bij.
Nu, een jaar of tien nadat ik gestopt ben, heb ik dus nog steeds geen trompet gekocht. Ik roep al een tijdje dat zodra m'n Italiaanse les afgelopen is ik een trompet (of andere kopertoeter, trombone!!!) ga kopen (desnoods een tweedehandsje van minder dan 500 euro), dat ik les ga nemen in jazztrompetimprovisatie bij bijvoorbeeld een conservatoriumstudent en dat ik dan eindelijk weer eens actief met muziekmaken bezig ga zijn. Maar "helaas", Italiaans gaat dit jaar gewoon door. Weliswaar met een andere groep, met een andere lesmethode, maar hoe dan ook, ik ben nog lang niet uitgeleerd!
Muziekles moet dus nog even wachten. Enter de mondharmonica. Van vroegâh had ik het beeld van een dikke, grote mondharmonica, twee rijen gaten boven elkaar, waar je eigenlijk alleen een trein op na kon doen. Als je er hard op blies kreeg je er misschien wel een akkoord met veel valse lucht uit, maar je kreeg in elk geval nooit de toon die je wilde. Afgeschreven als potentieel muziekinstrument dus. Tot ik een paar weken geleden het smeulende gevoel dat de mondharmonica eigenlijk een supergaaf bluesinstrument is tot google zoekactie vertaalde. Ik ben namelijk dol op fluiten. Ik fluit alle deuntjes mee. Maar ik fluit vals. Ontzettend vals. Telkens als ik een mondharmonica hoorde moest ik denken aan dat fluiten. Mondharmonica is als meefluiten met muziek, maar dan zuiverder, luider, met de mogelijkheid om akkoordjes te maken, en sexier. Hoe doen die gasten dat? Het kan niet al te moeilijk zijn, het klinkt immers even relaxed als iemand die onder de douche staat mee te fluiten met het deuntje in zijn kop. Bleek dat de meeste blues- en rockmuzikanten op een piepkleine "diatonische harmonica" spelen, een "harpje" met 10 gaatjes (maar 1 rij hoog). Door te blazen door de gaatjes krijg je 10 tonen, en door te zuigen krijg je 10 andere tonen. Naburige gaatjes zijn zo gestemd dat als je ze tegelijkertijd blaast of zuigt, er een akkoord klinkt. Omdat ieder gaatje van de harmonica een deel van een akkoord speelt zitten niet alle noten op je harmonica, je kunt dus niet zomaar alle nummers spelen, maar als je liedje in dezelfde toonsoort is als je harmonica, is alles voor de mondharmonicabakker-in-het-bezit-van-een-harmonica-in-die-majeur-toonsoort. Trouwens, echte bluesbikkels buigen hun tonen. Met buigen verander je het volume van je mondholte met je tong en je keel zodanig dat de toon ineens een halve of zelfs een hele toon zakt, doordat het rietje in je harmonica verder doorbuigt (vraag niet hoe het kan, maar profiteer ervan).
Het gave van die "diatonische tiengaterige mondharmonica" is dat alle noten op je mondharmonica zuiver zijn. Heb je een diatonische mondharmonica in C (het c-tje staat ergens in een hoekje gegraffeerd) en is het liedje ook in C, dan maakt het niet uit wat je toetert op je mondharmonica, het klinkt in elk geval niet vals of verkeerd. Erg veelbelovend voor beginners! Ik begrijp echter nog niet helemaal hoe de individuele tonen zijn gestemd. Vanaf gat 4 heb je (op een diatonische "Richter-tuned") een hele majeurtoonladder in de toonsoort van je harmonica (de standaard "do re mi fa so"), daaronder en daarboven lijken de tonen met veel grotere stappen van elkaar verwijderd te zijn. Het verschil tussen de laagste en hoogste toon is daardoor wel gigantisch (een paar octaven) dus je hebt in elk geval een prima bereik. Met buigen kun je schijnbaar van een C-harmonica een G-bluesharmonica maken, en dat klinkt dan nog beter ook, maar ook dat is nog te gevorderd voor deze meneer. Hoe dan ook, nog het geniaalst zijn de prijzen van die dingen. Wil je alle liedjes in alle majeurtoonladders mee kunnen spelen heb je natuurlijk eigenlijk 12 harmonica's nodig. Vaak zijn er voor bijvoorbeeld Oost-Europeaanse volksmuziek nog 4 of 5 mineurharmonica's verkrijgbaar, plus een aantal basharmonica's voor de lage tonen, dus dat maakt al met al tegen de 20 benodigde apparaten. Maar alleen de allerbesten hebben ze allemaal en zoals gezegd, met een beetje "buigen" kom je een heel eind. Waar in de trompetwereld de beste trompettisten spelen op apparaten die in de tienduizenden euro's lopen, de beste gitaristen special edition gitaren laten ontwerpen die qua prijs niet onder doen voor deze speciale trompetten, lopen de beste bluesmuzikanten weg met Hohner Marine Band special 20's (waarvan ik er net twee heb gekocht) van 25 euro per stuk, Oskar Lee's van 35 per stuk, of Suzuki's van 50 euro per stuk. Als trompettist zou ik nooit hetzelfde instrument als mijn idolen kunnen betalen, een mondharmonicaïst speelt vanaf een paar tientjes al op hetzelfde instrument als zijn held.
Anyhoo, kort samengevat, ik ben weer aan het toeteren en ik weet zeker dat de buren erg blij met mij en m'n tiengaterige herriemaker zullen zijn . Ow, en sorry voor het gebrek aan blogs hier. Ik mag niet bloggen over werk, en veel meer dan werken doe ik helaas niet .
Een vervelend gevoel dat ik altijd bij dit soort evenementen heb, is die van schaamte en schroom om te proeven en te kletsen. Want ook al heb je flink entree betaald, voel je toch altijd die koper-verkoperspanning. "Lekker hè?" "Ja heerlijk! Ehm, zo fruitig ook! (Maar ik ga het niet kopen, want het is me veel te duur). Bedankt voor het proeven". Nee, dat tussen de haakjes zeg je natuurlijk niet. Je bedankt beleefd en loopt door naar de volgende. Daarom doe ik ook een jasje aan naar dit soort gelegenheden. Dan zie ik er uit alsof ik het spul dat ik proef ook daadwerkelijk kan betalen... als ik zou willen.
Dank god voor de wijn, dat maakt je los en dan durf je tenminste echt in gesprek te gaan met de mensen achter de kraampjes. Zo aan het eind van de dag kwam ik erachter dat de leukste kraampjes en de leukste mensen niet eens een eigen winkel hadden, maar online verkochten of leverancier waren. De worstenmakers van meat cuisine bijvoorbeeld, die hun worsten maken en drogen in de Pyreneeën en dan verkopen in Nederland. Of de makers van Prima Donna kazen, die een soort hollandse pecorino maken, maar alleen aan winkels verkopen (echt fantastisch overigens!). Ik was ook dol op die dame die Rhone value wines verkocht. Niet alleen was ze terecht enthousiast over de prachtige wijnen die ze verkocht, ze zei dat ze voor geen goud in een wijnwinkel wilde staan, want dan kon ze niet elke maand terug naar Frankrijk om haar wijnboeren te bezoeken! We verlieten haar nog voordat we de wijn proefde die ze ons eigenlijk wilde aanraden, omdat we te dronken werden van al haar tussenaanbiedingen . Ow en dan de theedame, die leuke, misschien iets te slanke theebrunette met dat krullerige haar. Geen winkel, helaas. En het maakt natuurlijk totaal geen indruk als ik 100 gram van die briljante Fujian Tie Guan Yin online bij haar koop. Grmbl .
Geinig trouwens: Volgens de wet mag je geen wijn op dit soort evenementen (ver)kopen. Je drinkt er immers al wijn, en als je dan ook nog wijnflessen gaat (ver)kopen, kun je echt goed zat worden en dat mag natuurlijk niet. Dus je kunt alleen bestellen, iets dat je natuurlijk niet doet als je tien tot tientallen euro's verzendkosten moet betalen omdat mevrouw alleen online verkoopt (anders had ik zeker een aantal van die overheerlijke Rhonekantwijnen gekocht). Nog geiniger: de Jeneverstand die er achter kwam dat ze geen vergunning hadden om zwaarder dan 15% te schenken en waarbij je dus alleen mocht ruiken . Heerlijk ruikende 3 jaar oude jenever, en zelfs een 5 jaar oude, single cask Haagse whiskey. Nog nog geiniger, het James-Bond ritueel dat de 20-jaar-oude slijtersjongen (ik drink zelf geen whiskey maar ze zeggen dat het lekker is) uitvoerde om me toch wat van de whiskey te laten proeven, herhaald en uitvergroot tot het nog stoerdere om zich heen gekijk dat hij deed toen Francesco in al zijn onschuldigheid en onwetend van de overtreding ook om een glas vroeg .
Maar nog nog nog mooier is misschien wel de napret. Thuis zitten, je rozemarijnworst, wijnworst, hollandse pecorino proevend bij een goedkope avondwinkelwijn (grmbl grmbl), online zoekend naar wat informatie over de worstfabrikant, de leuke theedame en de heerlijke Haagse whiskey. En dan op dit blogje terechtkomen, die voor mij eigenlijk het bloggen rechtvaardigt: caskstrength.blogspot.com:
Een Engelsman met een oprechte whiskyblog die bericht van de goede kwaliteiten van zijn nieuwe aanwinst. Een klein, met een handgeschreven etiket getekend "idiotes whiskey" voorziene flesje voorzien van echte Haagse single cask whiskey. Hij schat hem op vijf jaar oud en vraagt om meer details. Waarop de originele slijteresse die verhaalt hoe hijzij de "idiotes whiskey" op het etiket schreef antwoordt op zijn blog .
Maar waar koop je die dingen? Niet bij één van de grootste kookgereedschapspeciaalzaken van Nederland in elk geval: DOK (een nieuw samenwerkingsverband tussen Duikelman, Oldenhof en Kookpunt in een gigantische winkel). Aargh wat een ballentent; een wereld van verschil met de Duikelman in Amsterdam. Het wordt tijd dat de staat meer loonbelasting heft op tienerarbeid en de loonbelasting op "vrouwen van middelbare leeftijd die nog weten hoe je vleesch lardeert" afschaft. Ik wil mensen die verstand hebben van de producten die ze verkopen in de supermarkt, de kookwinkel en de electronicazaak, geen jonge blagen die nog te dom zijn om voor de duvel te dansen. Anyhoo, een rijsmandje is geen tulband, springvorm, bakblik, of al het andere dat de truttebel en haar 25-jarige manager me lieten zien (en ze wist ook al niet wat een pizzasteen was), dus naar het compleet tegenovergestelde van de DOK een paar honder meter verderop: En Garde. Klein, heel klein, maar fijn. Twee man personeel, waarvan één mijn moeder had kunnen zijn. Check. Pizzasteen, check. Rijsmandjes, das gek, in alle jaren dat ze bij En Garde werkte had er nog geen één klant naar gevraagd en die ochtend was ik de tweede waarvoor ze een setje in Duitsland moest bestellen. Maar ze kon ze tenminste bestellen.
Veel te duur natuurlijk. Maar volgens mij word je als kookliefhebber sowieso ontzettend genaaid. Snijplankje bij de Ikea 5 euro, bij DOK of En Garde kun je dezelfde kwaliteit niet onder de 50 euro krijgen. Ow, en ik zocht nog een pizzaschepje, want als ik deeg overhoud gaat er altijd wat tomaat en kaas over en het is altijd een drama de pizza op de steen te krijgen. Maar 25 euro? Voor iets dat me meteen een splinter bezorgde toen ik het oppakte en dat ik met een figuurzaagje zelf uit een beetje triplex kan maken? No way. Dan maar knutselen.
Zo, na 14 daagjes eindelijk zin en tijd om de limoncello te verdunnen met siroop (op 1 liter alcohol een gekookte siroop van 1 liter water met 600 tot 800 gram suiker), uit te schenken in flesjes en natuurlijk om voor het eerst te proeven . Zie hier het resultaat: Links een liter limoncello, midden 350 ml gembercello en rechts een liter grapefruitlikeur.
De grapefruitcello is een beetje te slap (qua fruitsmaak, niet qua alcohol ), maar de gembercello is net zo "interessant" en vreemd geworden als ik gehoopt had (ben benieuwd hoe hij gekoeld smaakt) en de limoncello zelfs beter (dat mag ook wel, want volgens mij heb ik 2x zo veel citroenen gebruikt als nodig was). Gelijk bij het toevoegen van de siroop werd het mengsel ondoorzichtig en rook je ineens de citroen ipv de alcohol. Wat een topspul. Nog twee weekjes in de fles op smaak komen en dan gaan ze de diepvries in