Diegenen die mij beter kennen weten dat ik koken niet alleen leuk vind omdat ik graag eet, maar ook omdat ik alles rondom koken zo interressant vind; je koopt en leest zo'n dikke McGee immers niet omdat je honger hebt! Beperkingen stellen aan wat je wel en niet mag gebruiken maakt koken juist reuze interessant en vernieuwt je blik op ingrediënten die je voorheen achteloos gebruikte en wiens functie je nu ineens moet gaan vervangen. De regels achter kosher voedsel vind ik bijvoorbeeld bijzonder boeiend en de beperkingen van de regels maken het koken voor iemand die zich eraan houdt een erg leuke uitdaging (al klink ik vast soms wat geïrriteerd als blijkt dat ik een gerecht over moet doen omdat meneer de bouillonblokfabrikant overduidelijk niet Joods is ).
Mijn veganistisch uitstapje van gisteren komt voort uit een lang geleden via internet ontstaan contact, waarin lekker eten en mijn fascinatie met veganisme de boventoon voerde. Na lange vraag- en antwoordsessies over hoe je in godsnaam eieren vervangt en je ineens bedenken dat plantaardige margarine gelukkig wel mag, moest ik het gewoon een keer in de praktijk proberen. Mijn inzet was dat ik geen typisch vegavoedsel wilde gaan maken. Niets standaards dat naar geitenwollensokken riekt en waarvan iedereen op een afstand kan zien dat het veganistisch is. De receptverzinronde gingen echter wat stroef. Ik zou het hoofdgerecht doen en had me al helemaal op Indiase curry ingesteld — immers in India zijn er hele volkstammen vegetarisch en dat veganistisch maken zou vast niet moeilijk zijn — zij zou voor het nagerecht zorgen. Helaas is curry de aardappels met vlees en groenten voor de moderne veganist, dus moest er wat anders gezocht worden. Uiteindelijk kwam het er op neer dat ik alle recepten verzon en mevrouw de garnering voor het toetje, maar dat mocht de pret niet drukken!
Als voorgerecht heb ik vichyssoise gemaakt, een prei-aardappelsoep die eigenlijk koud gegeten moet worden, maar die ik eigenlijk warm lekkerder vind en door ons dus ook warm gegeten werd. In plaats van karnemelk+room hebben we ongeveer de helft soyaroom gebruikt, zodat de soep wat dikker was, maar het smaakte fantastisch en de soya proefde je eigenlijk niet. Als hoofdgerecht hebben we een echte Britse cottage pie gefabriceerd: groenten+linzen en salie+tijm, met daarover een aardappelpuree, in de oven. Topspul! Alhoewel het geen gehakt bevatte deden de linzen hun werk goed, en met flink wat soyasaus heb je genoeg glutamaat om je te doen vergeten dat er vlees in hoort. We eindigden met een geweldig simpele chocolademousse die ik een tijdje geleden bij Michael Smith voorbij heb zien komen. Ongeveer fifty-fifty zijdentofu (flink geklopt met wat suiker en vanilleextract) met pure chocolade, met als garnering sinaasappelschijfjes in cognaccaramel, heerlijk!
Elke dag veganistisch koken? Nee dank je! Maar eens per paar weken zie ik mezelf graag stoeien met soyamelk en tofu!
Morgen hopelijk mijn gevecht met enorme langoustines bij Francesco "in woord en beeld"
Gelukkig ben ik niet de enige culinair reislustige en zo is het goede voornemen geboren om een soort wereldreis langs alle exotische restaurants in Amsterdam te maken en elke keer een voor ons onbekende keuken aan te doen. Dat gaat tot nu toe niet onverdienstelijk en sinds het begin van het jaar hebben we inmiddels Tibetaans, Assirisch en Peruaans gegeten. Tips voor exotische bestemmingen zijn natuurlijk welkom!
Afgelopen vrijdag was de Koreaanse keuken aan de beurt. Het nationale gerecht van Korea is Bulgogi: Dun gesneden, gemarineerd rundvlees. Het vlees wordt aan tafel gegrild op een soort omgekeerde wok en je moet er zelf een rolletje van maken door een plakje rundvlees, wat plakrijst, groenten en een beetje saus op een slablaadje te leggen. Eindelijk een goede toepassing voor sla! Ik heb het dan ook direct de volgende dag gemaakt (foto voor en na het rollen). Als je zelf ook aan de slag wilt kun je hier het recept vinden.
Nu ben ik natuurlijk reuze benieuwd naar jullie favoriete manier om chocolade tot je te nemen en vooral welke man (of vrouw) daar dan bij hoort. Ik ga voor het hazelnotenpaaseitje, smelt op de tong, mooi rond en met een goed hart .
Het diner begon met grote japanse oesters, waarover je vlak voor het eten even een beetje rode-wijnazijn met sjalotjes moest gieten, toastjes met tarama (visseneitjes), plakjes gerookte zalm en gegrilde mosselen met knoflookboter en peterselie. Vervolgens velouté (een franse roomsoep) en weer mosselen, deze keer gekookt in een tomatensaus. Het hoofdgerecht bestond uit mafaldine met een ragout, varkensrollade en salade. En we eindigden met een tiramisu. Dit alles rijkelijk overgoten met allerlei soorten wijnen, maar voornamelijk champagne. Wat een luxe !
Niet het standaard elkaars-beste-vrienden-, of familiefeestje dat je normaal verwacht met kerst, maar door deze grappige mix van erg interessante figuren en de geweldige gerechten enorm geslaagd! Bedankt Bas en Maya!