Maar goed, ik besloot dat het tijd was om weer eens rond te neuzen in hun online archief. Nu zijn metadiscussies altijd interessant en trok ditmaal de discussie geleid door Robbert Dijkgraaf, tussen Ton Dietz en Loet Leydesdorff, mijn aandacht. Kun je wetenschappelijke productiviteit meten? Binnen een heel specifiek vakgebied ken je de bladen waarbinnen publiceren als heldendaad wordt gezien (Nature en Science voor de natuurwetenschappers onder ons) en weet je of de ene boekuitgever beter is dan de ander. Maar hoe vergelijk je wetenschappelijke productiviteit tussen wetenschapsgebieden onderling. Dat leverde best een interessante discussie op en ik kan jullie allen aanraden de praatjes van beide sprekers te volgen.
Aan het eind van de discussie refereerde een van de wetenschappers aan een nog veel interessanter onderwerp, zeker gelet op de veni-vidi-foetsieperikelen binnen onze afdeling. Die van het succes van projectaanvragen en hoe jouw sekse en je contacten het succes van die aanvraag kan benvloeden. Iets meer dan tien jaar geleden bleek dit heel interessante artikel in Nature te staan (lokaal). De rest van dit blogje gaat dan ook over dit artikel.
Dit hele onderzoek is gedaan in Zweden. Voor Europa, en voor heel de wereld eigenlijk, de voorbeeldfunctie als het gaat om de emancipatie van vrouwen, en het promoten van vrouwen in hoge functies. Als het in Zweden al slecht gaat tussen de mannen en vrouwen in de wetenschap, kan het in de rest van de wereld niet veel beter gaan. Net als het veni-vidi-foetsiesysteem is er in Zweden een peer-reviewed systeem om aan onderzoeksgeld te komen, maar net als in Nederland waren de redeneringen die ten grondslag lagen aan de keuzes binnen het Zweedse systeem geheim. Een Zweedse wet verbood echter deze verborgenheid en na een rechtszaak kreeg een wetenschapper voor het eerst toegang tot alle documenten die hadden geleid tot de besluiten tot toelating en afwijzing van Zweedse wetenschappers tot een grote som wetenschapsgeld.
Tijdens de beoordeling van iedere kandidaat kon ieder van de vijf beoordelaars tussen de 0 en 4 punten geven aan een kandidaat op het gebied van wetenschappelijke competentie, onderzoeksrelevantie en kwaliteit van de voorgestelde onderzoeksmethode. De scores van elke beoordelaar werden vermenigvuldigd zodat een kandidaat tussen de 0 en 64 punten kon halen, en vervolgens opgeteld. Van de 114 deelnemers waren 62 man en 52 vrouw, maar werden vier keer zoveel mannen als vrouwen een positie aangeboden. De vrouwen bleken in alle categorien onderbeoordeeld te worden, en voornamelijk op wetenschappelijke competentie. Het doel van het artikel was uit te zoeken waarom de vrouwen zo slecht werden beoordeeld.
De wetenschappelijke competentie is in sommige wetenschapsgebieden moeilijk te meten maar is in gebieden waar veel gepubliceerd wordt in internationale tijdschriften eenvoudig te achterhalen door te kijken naar de frequentie van publicatie en de impact-factor van het tijdschrift waarin gepubliceerd wordt. Vreemd genoeg bleken de dames niet onder te doen voor de heren. Sterker nog, de vrouwen die objectief gezien net zo goed publiceerden als de beste mannen, kregen van de beoordelaars een competentie toebedeeld die vergelijkbaar was met de slechtst publicerende mannen. Wilde een vrouw even goed scoren als een man, moest ze 3 extra papers in Science of Nature publiceren, of twintig artikelen van een impact factor van rond de 3. Relatief gezien betekende dat dat een vrouw 2.5 keer productiever moest zijn dan een man om dezelfde beoordeling te krijgen.
Onderzoek naar belangenverstrengeling leverde verder op dat man zijn je ongeveer net zo veel oplevert als een vriendje bij de comité. Van de 114 deelnemers waren er slechts drie zo goed dat ze, als ze een vrouw waren geweest zonder vriendschappelijk contact binnen de commissie, een kans maakten op het geld en statistisch gezien speelden de nationaliteit, opleiding, het onderzoeksgebied of de ervaring geen enkele rol in de keuze. Helaas was maar 5 van de 55 reviewers vrouw, te weinig voor een statistische evaluatie van de relatie tussen de sekse van de beoordelaar en de score.
Morgen zal ik eens kijken of ik dit verhaal wat consistenter krijg, eerst slapen
Ergens vind ik het koel. Achtien jaar rekenen (een van de langste computersimulaties ooit dus), vijftig computers, het hele internet voltrekken (aan het begin van de jaren 90 was het verkeer tussen de beide computerdamclusters zelfs zo hoog, dat diens data 80% van het totale, Noord-Amerikaanse internetverkeer voor z'n rekening nam), gewoon om een spelletje dammen niet te hoeven verliezen. Maar aan de andere kant vind ik het ook een beetje suf. Met brute force heb je het probleem dan misschien wel opgelost, je hebt het niet beter begrijpbaar gemaakt. Met of zonder lookup-tabel snappen we nog evenveel van het spelletje en menselijke spelers worden er niet beter op, ze kunnen nu alleen nooit meer winnen. Het doet me een beetje denken aan die RC5-wedstrijd van een paar jaar terug. Al moet ik zeggen dat het damspel "oplossen" toch een stuk interessanter is dan bewijzen dat je een 64-bits code met domme kracht kunt kraken als je maar genoeg computers hebt.
PS: Blijkbaar oud nieuws, maar ik kwam het pas net tegen .
God wat haat ik treinen. Hoe langer ik er in zit, hoe erger ik ze haat. Ik zie er vast heel vriendelijk uit, maar waarom moet dat verliefde stelletje in een anderszins halflege trein, precies achter mijn gereserveerde plekje gaan zitten (zodat ik niet achterover kan leunen) en stinkchips eten, onderwijl vier uur lang ritselend en dom lachend. Ik heb netjes van te voren flink gegeten, en ga bij aankomst opnieuw los, maar die zes uur in de trein, eet ik niets dan Fishermans Friends. Het inzicht dat eten in de trein niet alleen stinkt, maar ook nog eens veel lawaai maakt, heeft de rest van de trein niet. Nee, men lijkt zo'n reisje juist aan te grijpen om eens flink te gaan picknicken; ritsel ritsel, smak smak, stink stink. Ik ben overduidelijk met het verkeerde been uit bed gestapt , de volgende keer moet er gewoon weer een leuke vriend mee, of ik pak het vliegtuig. Gelukkig kon ik in Osnabrck overstappen naar een totaal volgepakte trein; althans zo leek het. Want tich coup's later vond ik ineens een lege wagon, op een mooie brunette na dan. Maar helaas, wat me in Itali wel lukte, lukte me hier niet. Geen gesprek dus, en dan maar lezen. Een leuk boek over het onderbewustzijn, van Wipi gekregen, van m'n gebouwgenoot Ap Dijksterhuis, een enorme aanrader!
Ergens halverwege dat laatste stuk stapt er een eind dertiger in met een grappig, verlegen, klein zoontje. Meneer blijkt civielrechter te zijn en ook gepromoveerd in UvA. UvA? Kunnen die Duitsers niet gewoon de R en de J leren uitspreken, zodat ik Jura (rechten) had verstaan? Duits oefenen dus. En dat ging best goed. Meneer had de geweldige gewoonte om me direct, bij alles wat ik zei te verbeteren. Iets dat Sven en Nils nog moeten leren, want het is zeer leerzaam en ik hoef dan niet elke keer te vragen "sagt man das?". Maarja, Sven en Nils hebben dan ook nooit twee dagen lang alleen maar Duits tegen me hoeven praten. Leuk, al halfdroomde ik vanochtend in het Duits . De trein stopte niet zoals gepland in Hamburg Altona, maar meneer moest er ook heen, dus hij heeft me netjes aan het handje meegenomen.
Nadat ik Nils eens een flinke knuffel had gegeven en we samen in z'n appartementje een chocoladesigaret rookten, snelden we richting de Reeperbahn om met Sven eens een echt Hamburgs gerecht te eten. Labskaus, een soort stamppot met aardappelen, corned beef, ui en vooral rode bieten, zodat het geheel op een roze smurrie lijkt. Een augurkje, spiegeleitje en een zure haring maken het geheel af en het spul is verdomme geweldig! Zeker met een goed glas Jever, m'n favoriete pils. Aangesterkt verlieten we Sven weer met z'n voorbereidingen voor de grote dag en dronken we nog een glaasje in een leuk cafetje in Altona.
Promoveren in Duitsland is saai. Tenminste aan de TUHH. Je moet een wetenschappelijk praatje houden van een half uur in een piepklein collegezaaltje, die vijftien minuten voor je aan moet vangen nog bezet wordt door natuurkundenerds die maar niet op kunnen houden over een of andere geometrische constructie; je fatsoenlijk voorbereiden is er niet bij. Klokslag twee uur stormen de drie professoren binnen, kijken eens op de klok, fiew, op tijd, en gaan zitten. Je mag beginnen en na een half uurtje slepen ze je mee naar de werkkamer van je promotor, zodat je familie, vrienden en collega's zich een beetje moeten zien te vermaken op de gang van je afdeling. Na anderhalf uur komt het stel naar buiten, drinkt sect, krijg je een versierde hoed op en is het afgelopen. Geen toespraak van je promotor, niets. Sven zag dat gelukkig anders, en hij sleepte het hele gezelschap mee naar een Mexicaans restaurant. Lekker eten, bier, cocktails en tequilla. Het werd een zware avond. Nils had uit Amsterdam de cadeautjestraditie meegenomen, en overlaadde Sven. Ook had Nils van al Svens vrienden en collega's een flink lange film gemaakt, maar helaas was die nog niet DVD-klaar op de dag van de promotie. De luidstfeliciterenden waren echter nog net via de laptopspeakertjes te verstaan, dus Sven heeft de Hollandsche inzendingen prima kunnen horen . Owja, had ik al verteld dat Sven "mit Auszeignung", oftewel met lof / cum laude is gepromoveerd. Niet slecht!
Ik geloof trouwens dat ook meer dan de helft van mijn bagage op de heenweg uit cadeautjes bestond. Zo sleepte ik een Engelstalig kookboek Nederlands, een boek over de geschiedenis van Amsterdam, een boek over die gekke Hollanders in het algemeen, een Engels ondertitelde DVD van Zwartboek, Dogma en a Million Dollar Baby, en een karaoke DVD met de beste Hollandse hits mee. Ook moest Sven twee LP's uitpakken, alsmede S.V.E.N. in chocoladeletters, pepernoten, chocolademelk, Vifit, een Delfts-blauw molentje en satsaus. Een kaart van Edith en de felicitaties uit Amsterdam maakten het geheel af en Sven was onder de indruk . Die avond stopte de bierkraan maar niet, waren de tequila's niet aan te slepen en zorgde de jgermeister voor de broodnodige afwisseling. Toen de Mexicanen dichtgingen ging het hele gezelschap naar huis, en vervolgden Nils, Sven, Svens broertje en ik onze weg naar Svens favoriete caf, waar z'n kroegmaten hem konden feliciteren.
Dat caf leek nog het meest op een gekraakte buurtsupermarkt. Het was geloof ik een oud distributiecentrum geweest en werd nu door een stel punkrockers gerund. In het midden van de zaal stond pontificaal een pingpongtafel waaraan een soort estafetteafvalpingpong werd gespeeld, de verliezer van de finale drinkt een schnaps. De nodige teringherrie op de achtergrond, de vaag geklede duitsers en de grafitti op de muur maakten me zwaar overdressed, maar ik scheen de enige te zijn die zich daar druk over maakte. Sven had schijnbaar het personeel ingeschakeld en gezegd dat de Amsterdammer niets mocht betalen en het hem aan niets mocht ontbreken, en zo kwam het dat ik om vier uur (of was het vijf uur?) nog net met Nils z'n huis kon terugvinden.
De volgende dag een ontbijtje in Millers, het caf met het inmiddels beroemde katerfrhstck (maar de asperine was op, maar goed voorbereid als ik was, had ik natuurlijk zelf bij!), en ik kon al weer gaan. Weer die kuttrein in, ditmaal met een kater. En nog vergeten een bratwurst te eten ook! Op Osnabrck hadden ze bockwurst, maar het is toch niet hetzelfde. Also, ich mu wieder zurck Sven und Nils. Ich will ein Bratwurst, und zwar so schnell wie mchlig! Danke fr deine Gastfreundschaft Nils, und danke fr al das bier, das Essen und die schnaps Sven! Bis Bald
Nils, m'n oude rookmaat, of Nisse, zoals z'n luidsprekende vrienden hem noemen, zorgt voor m'n onderdak en ik baal nu al dat ik niet meer rook. Maar baschie is niet voor n gat te vangen, en heeft er iets op gevonden! Het is bijna vijf december, maareh, ssst, want Nils leest vast mee .
Owja, en m'n contract lag vanochtend ondertekend door m'n baas op de mat, dus mijn weekend kan sowieso niet meer stuk.
Sven, setz Im auf !!