Wow! Het spul neemt je vijftien tot twintig jaar terug . Ineens sta ik trots buiten een zalencentrum met een flesje nepbier in mijn hand terwijl de "grote mensen" binnen een bruiloft of een grote verjaardag vieren. Maaaaam!? Waar is m'n klappertjespistool!?
Ik moet zeggen dat ook ik de trein meer en meer begin te haten. Van en naar Zevenaar heb ik vrijwel altijd exact 30 minuten vertraging, omdat de trein van A'dam precies aankomt als de trein naar Zevenaar vertrekt. Briljante planning! En zijn er wel eens treinen die in één keer doorrijden naar het geplande perron, in plaats van, met het doel al in zicht, stil te gaan staan voor een rood sein? Iets dat ze trouwens pas na een minuut of vijf omroepen. Fatsoenlijk werken in de trein is er, zelfs al heb je de hele coupé voor jezelf, niet bij. Daarvoor beweegt de trein veel te veel (schrijven is daarmee onmogelijk en de artikelen die ik geprobeerd heb te lezen in de trein zijn eenvoudig te herkennen aan de willekeurige, meestal diagonale markerstrepen). In de winter stoken ze de verwarming tot 30 graden en daar zit ik dan, met mijn postuur, zwetend in een dikke winterjas met een volle rugzak op m'n schoot, knie tegen knie met een lompe Noord-Hollander en kont-tegen-kont met een dikke dame op leeftijd. De laatste keer dat ik in de trein zat was letterlijk de hele coupé snipverkouden, behalve ik. Zelfs met m'n MP3-speler op vol vermogen kon ik geen zin uit m'n boek lezen omdat bij elk woord wel iemand hoestte, nieste, z'n neus ophaalde of z'n neus snoot. Ik verwachtte elk moment door een stroom van snot te worden opgeslokt. De trein is tegenwoordig trouwens ook dè place-to-be om je persoonlijke telefoongesprekken te voeren en ik was laatst zelfs de enige in een volle coupé wiens telefoon nog niet gerinkeld had. Toen de tiende de telefoon opnam en net als de vorige negen de magische zin "ik zit in de trein" uitsprak, ontplofte ik haast en kon ik mezelf nog net inhouden na "hey, ik ook!" van mijn kant. Nou, ik snap wel waarom mensen in de file staan.
Enter de Freecom Mediaplayer 35, een veredelde externe harde-schijfbehuizing met multimediale pretenties en precies wat ik zocht. De specificaties klonken echter tè goed, het ding verenigt functies die je alleen op veel duurdere apparaten aantreft, en aangezien de prijs niet gering is, liet ik Abdon de hete kolen uit het vuur halen. Die was tevreden en toen bleek dat ik een paar honderd gigabyte meer hardeschijfruimte nodig had om mijn werk-PC te kunnen backuppen en thuis tijdens de kerst aan m'n proefschrift te kunnen werken, had ik genoeg smoesjes verzameld om de aanschaf te verantwoorden.
Zoals gezegd is het eigenlijk gewoon een redelijk geprijsde externe USB-2 harde schijf, die je als zodanig op je computer aan kunt sluiten en kunt gebruiken. Voor de honderd euro die je extra betaalt functioneert hij als een mediaspeler die je op je TV en je stereo kunt aansluiten. Hij kan dan niet alleen de mediabestanden vanaf z'n eigen harde schijf afspelen, maar kan ook (net als die kleine apparaatjes waarover ik het net had) via het netwerk media vanaf je computer streamen. Hij is zelfs via het netwerk als externe harde schijf te benaderen, zodat je hem verder van je computer af kunt zetten dan USB toelaat. Het ding is niet eens zo heel lelijk, is ongeveer zo groot als een interne CD-romspeler, en wordt geleverd met een afstandbediening waar het apparaat niet altijd even goed naar luistert. De beeldkwaliteit en het geluid zijn fantastisch, de gebruikersinterface sober maar goed bruikbaar en volgens mij zelfs door je oma te gebruiken. Daarnaast maakt het ding alleen bij het zoeken naar een film een beetje lawaai (harde-schijfgeratel) en is hij vanaf een meter afstand stiller dan m'n computer vanaf vijf meter.
Voor die prijs kan het ding helaas niet perfect zijn. Wat betreft muziek speelt hij alleen MP3, ogg en wma, qua foto's alleen jpeg, en video's moeten in mpeg1 (.mpg of .dat), mpeg2 (.mpg of .vob) of mpeg4 (.avi, d.w.z. divx of xvid) aangeleverd worden. De streams van uitzendinggemist.nl (.asf of .wmv) kan hij dus niet afspelen. Daarnaast is het inderdaad een redelijk snelle externe USB-2 harde schijf, maar laat hij het via het netwerk een beetje afweten. Aanvankelijk kon het apparaat alleen media via het netwerk afspelen, en daarvoor is geen hoge snelheid nodig. Toen hij middels een firmware-update ook als externe netwerkschijf benaderbaar werd, bleek hij met maar 1 a 2 megabyte per seconde te kunnen lezen en schrijven (vergeleken met 20mb/s via USB). Het ding hapert ook tijdens het afspelen van films, als je via het netwerk tegelijkertijd probeert een groot bestand erop te zetten. Maar goed, je kunt niet alles hebben en ik kan prima met deze tekortkomingen leven.
Dus, heb je rond de 1000 euro over: koop een HTPC (home theater pc), heb je maar 200 euro: koop de Freecom . Owja, voor honderd euro meer kun je de MediaPlayer-350 kopen, met wireless netwerk en HDMI-output. Maar ja, als je een TV met HDMI kunt betalen, kun je vast ook een HTPC betalen, toch?
Daar geloofde Dana met de mooie achternaam Pfefferle helemaal niets van. Zij volgde een stel apen op een rots met een richtmicrofoon, een poepschep (voor de hormooncontrole) en een verrekijker en meette onderwijl het mannelijke stoottempo, de ejaculatiepauze (wat dat dan ook mogen zijn), en het succespercentage (die weer afhankelijk was van deze pauze). Vreemd genoeg leek er nauwelijks een relatie tussen het geroep en de vruchtbaarheid te zijn, en leek de vrouw geen onderscheid te maken tussen de mannetjes; gluiperd of Brad Pitt, ze mochten beiden komen. Er scheen wel een relatie te zijn tussen het wat grove gesex van de mannetjes, en het roepen van de vrouwtjes, maar hoe ze het verschil tussen aanmoediging en exclamatie hebben kunnen vaststellen, werd me niet duidelijk. Er was geen relatie tussen stoottempo en het geroep. Nee, zegt Dana, het geroep is om duidelijk te maken aan iedereen, dat ieder mannetje wel een keer raakgeschoten heeft. Dit verhoogt de verwarring wie nu werkelijk de vader is en zorgt er daarmee voor dat alle mannetjes evenveel aandacht aan het nageslacht schenken. Daarnaast zou het vrouwtje juist een beetje aan zaadmanagement kunnen doen. Te veel vergen van het mannetje is slecht voor de kwaliteit van het product en gehaaid als vrouwen zijn hebben ze daar wat op gevonden.
Het copulatieroepen is niet alleen des berberaaps. Bij zeer veel primatensoorten houdt het vrouwtje de buren wakker, ook bij mensen. Wat heet, Stuart Semple heeft er zelfs een PhD-thesis getiteld "Female copulation calls in primates" over geschreven. Of het geschreeuw bij mensen meer doet dan de buren wakker houden, blijkt helaas niet uit het artikel. In de thesis zou er meer over uitgewijd worden schijnt, maar die kan ik niet vinden.
Maar goed, ik besloot dat het tijd was om weer eens rond te neuzen in hun online archief. Nu zijn metadiscussies altijd interessant en trok ditmaal de discussie geleid door Robbert Dijkgraaf, tussen Ton Dietz en Loet Leydesdorff, mijn aandacht. Kun je wetenschappelijke productiviteit meten? Binnen een heel specifiek vakgebied ken je de bladen waarbinnen publiceren als heldendaad wordt gezien (Nature en Science voor de natuurwetenschappers onder ons) en weet je of de ene boekuitgever beter is dan de ander. Maar hoe vergelijk je wetenschappelijke productiviteit tussen wetenschapsgebieden onderling. Dat leverde best een interessante discussie op en ik kan jullie allen aanraden de praatjes van beide sprekers te volgen.
Aan het eind van de discussie refereerde een van de wetenschappers aan een nog veel interessanter onderwerp, zeker gelet op de veni-vidi-foetsieperikelen binnen onze afdeling. Die van het succes van projectaanvragen en hoe jouw sekse en je contacten het succes van die aanvraag kan beïnvloeden. Iets meer dan tien jaar geleden bleek dit heel interessante artikel in Nature te staan (lokaal). De rest van dit blogje gaat dan ook over dit artikel.
Dit hele onderzoek is gedaan in Zweden. Voor Europa, en voor heel de wereld eigenlijk, de voorbeeldfunctie als het gaat om de emancipatie van vrouwen, en het promoten van vrouwen in hoge functies. Als het in Zweden al slecht gaat tussen de mannen en vrouwen in de wetenschap, kan het in de rest van de wereld niet veel beter gaan. Net als het veni-vidi-foetsiesysteem is er in Zweden een peer-reviewed systeem om aan onderzoeksgeld te komen, maar net als in Nederland waren de redeneringen die ten grondslag lagen aan de keuzes binnen het Zweedse systeem geheim. Een Zweedse wet verbood echter deze verborgenheid en na een rechtszaak kreeg een wetenschapper voor het eerst toegang tot alle documenten die hadden geleid tot de besluiten tot toelating en afwijzing van Zweedse wetenschappers tot een grote som wetenschapsgeld.
Tijdens de beoordeling van iedere kandidaat kon ieder van de vijf beoordelaars tussen de 0 en 4 punten geven aan een kandidaat op het gebied van wetenschappelijke competentie, onderzoeksrelevantie en kwaliteit van de voorgestelde onderzoeksmethode. De scores van elke beoordelaar werden vermenigvuldigd zodat een kandidaat tussen de 0 en 64 punten kon halen, en vervolgens opgeteld. Van de 114 deelnemers waren 62 man en 52 vrouw, maar werden vier keer zoveel mannen als vrouwen een positie aangeboden. De vrouwen bleken in alle categorieën onderbeoordeeld te worden, en voornamelijk op wetenschappelijke competentie. Het doel van het artikel was uit te zoeken waarom de vrouwen zo slecht werden beoordeeld.
De wetenschappelijke competentie is in sommige wetenschapsgebieden moeilijk te meten maar is in gebieden waar veel gepubliceerd wordt in internationale tijdschriften eenvoudig te achterhalen door te kijken naar de frequentie van publicatie en de impact-factor van het tijdschrift waarin gepubliceerd wordt. Vreemd genoeg bleken de dames niet onder te doen voor de heren. Sterker nog, de vrouwen die objectief gezien net zo goed publiceerden als de beste mannen, kregen van de beoordelaars een competentie toebedeeld die vergelijkbaar was met de slechtst publicerende mannen. Wilde een vrouw even goed scoren als een man, moest ze 3 extra papers in Science of Nature publiceren, of twintig artikelen van een impact factor van rond de 3. Relatief gezien betekende dat dat een vrouw 2.5 keer productiever moest zijn dan een man om dezelfde beoordeling te krijgen.
Onderzoek naar belangenverstrengeling leverde verder op dat man zijn je ongeveer net zo veel oplevert als een vriendje bij de comité. Van de 114 deelnemers waren er slechts drie zo goed dat ze, als ze een vrouw waren geweest zonder vriendschappelijk contact binnen de commissie, een kans maakten op het geld en statistisch gezien speelden de nationaliteit, opleiding, het onderzoeksgebied of de ervaring geen enkele rol in de keuze. Helaas was maar 5 van de 55 reviewers vrouw, te weinig voor een statistische evaluatie van de relatie tussen de sekse van de beoordelaar en de score.
Morgen zal ik eens kijken of ik dit verhaal wat consistenter krijg, eerst slapen